Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 april 2022 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Instituut Mijnbouwschade Groningen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
De indeling in de sloop/nieuwbouwregeling moet buiten beschouwing worden gelaten; het gaat om wat er in de periode 16 augustus 2012 tot 1 januari 2019 is gebeurd: de kwalificatie als sloop/nieuwbouw was van daarna.
Daarnaast wordt het rechtszekerheidsbeginsel met deze beslissing geschonden. Verweerder heeft nooit duidelijk aangegeven dat er bij een aanmelding voor sloop/nieuwbouw geen recht bestaat op een waardedalingsvergoeding.
De situatie is ook ontstaan door gebreken en vertraging in de afhandeling van de aanvraag. In de digitale aanvraag stonden verkeerde gegevens die vooraf ingevuld waren door verweerder. Eiser heeft toen eerst zelf moeten aantonen dat deze gegevens onjuist waren. Daarvoor heeft eiser bij andere instanties stukken op moeten vragen. Pas na de correctie van deze gegevens kon de aanvraag afgehandeld worden. Dit heeft tot vertraging geleid, waarna verweerder ineens sloop/nieuwbouw als afwijzingsgrond van de aanvraag tot schadevergoeding gebruikte. Dit was namelijk in eerste instantie niet het geval. Als de aanvraag meteen was afgehandeld, was er dan ook geen probleem geweest. De regels zijn tijdens het spel veranderd.
Er zijn mensen geweest die zowel in aanmerking kwamen voor de sloop/nieuwbouwregeling als dat ze een vergoeding voor waardedaling hebben gekregen. Er zijn ook mensen, die nu een waardedalingsvergoeding hebben gekregen terwijl zij misschien later ook in aanmerking komen voor sloop/nieuwbouw.
Er zijn in het kader van de herbouw ook veel eigen investeringen gedaan en kosten gemaakt. Die moeten worden meegenomen bij de berekening van het recht op vergoeding voor waardedaling.