In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 15 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil over mijnbouwschade en waardedaling van een woning. Eiseres, die sinds 3 mei 2013 (gedeeltelijk) eigenaar is van een woning in [woonplaats], heeft een aanvraag ingediend voor vergoeding van waardedaling als gevolg van het imago-effect van de aardbeving bij Huizinge op 16 augustus 2012. Verweerder, het Instituut Mijnbouwschade Groningen, heeft deze aanvraag afgewezen, stellende dat de waardedaling niet is opgetreden in de periode dat eiseres eigenaar was. Eiseres betwistte dit en stelde dat het imago-effect pas later was ingetreden, vooral omdat de gemeente [gemeente] pas in 2017 tot het risicogebied werd gerekend.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 16 maart 2022, waarbij zowel eiseres als verweerder vertegenwoordigd waren. De rechtbank overwoog dat de beving bij Huizinge een significante gebeurtenis was die landelijk en lokaal veel aandacht heeft gekregen, en dat het imago-effect vanaf die datum invloed heeft gehad op de woningprijzen in het risicogebied. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat het imago-effect in haar postcodegebied later is ingetreden en dat verweerder terecht het model van Atlas heeft gehanteerd om de waardedaling te berekenen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestreden besluit van verweerder in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 15 april 2022.