Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte].
Tenlastelegging
- de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] binnen te dringen en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] bij de keel te pakken en/of (vervolgens) door de woning en/of tegen detrap te duwen en/of (daarbij) te zeggen: "Ik kom voor de wiet" en/of
Beoordeling van het bewijs
Biologische sporen
Bewezenverklaring
- de woning van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] binnen te dringen en
- voornoemde [slachtoffer 1] bij de keel te pakken en (vervolgens) door de woning en tegen de trap teduwen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partijen
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden.
een gedeelte, groot 12 maanden), niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
- het bedrag van €
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 juli 2021 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
[slachtoffer 1]aan de Staat te betalen een bedrag van € 1.942,90 (zegge: negentienhonderd tweeënveertig euro en negentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 juli 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit € 1.062,90 aan materiële schade en € 880,- aan immateriële schade.
- het bedrag van €
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 juli 2021 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
[slachtoffer 2]aan de Staat te betalen een bedrag van € 880,- (zegge: achthonderd tachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 juli 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit immateriële schade.