Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 1 juni 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Utrecht, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
€ 24.215 opgenomen en een handelsinkoopwaarde van € 10.337. De handelsinkoopwaarde is als volgt vastgesteld:
zonderde status van rental. Die koerslijst laat een handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat zien van € 13.011.
€ 1.894 (dus 100 % in plaats van 72 %), en de handelsinkoopwaarde op € 9.807. Verweerder heeft de verschuldigde BPM berekend op een bedrag van € 2.846. Aan eiseres is met dagtekening 2 april 2021 de onderhavige naheffingsaanslag opgelegd.
metstatus ex-rental. Volgens verweerder had moeten worden uitgegaan van een waarde van € 13.011, namelijk de X-ray koerslijstwaarde
zonderde status ex-rental (zie ook 1.4. en 1.5.). Ter zitting hebben partijen verklaard dat, voor het geval eiseres de status ex-rental aannemelijk maakt, de waarde die eiseres heeft gehanteerd (€ 12.000) akkoord is. Voor het geval eiseres die status niet aannemelijk maakt, is de waarde die verweerder verdedigt (€ 13.011) volgens beide partijen correct.
metstatus ex-rental. Uitdrukkelijk wordt daar nog vermeld dat de laagste handelsinkoopwaarde naar aanleiding van het koerslijstonderzoek van DRZ die van de X-ray (marge) rental is. Dat is ruim voldoende om aannemelijk te achten dat de auto ook volgens DRZ een ex-rental was. Voor dat geval is dus niet in geschil dat dient te worden uitgegaan van een handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat van € 12.000.
€ 1.894
Beslissing
mr. M.A. Veenstra, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2022.
de rechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen