Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiseres in conventie/verweerster in reconventie],
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 december 2021
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 7 april 2022.
2.De feiten
in conventie en in reconventie
Artikel 8 Gebruik/Bestemming/Vervreemding erfpachtzaak – recht
€ 34.142.66
3.Het geschil
primair:de tussen [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] en [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] begin 2016 gesloten koopovereenkomst (zoals onder 5.1 van de conclusie van antwoord omschreven) ontbindt;
subsidiair:[eiseres in conventie/verweerster in reconventie] veroordeelt om de percelen [naam gemeente] [E] en [F] alsmede de erfpachtrechten op de percelen binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis, af te nemen conform de als productie 20 bij de conclusie van antwoord in het geding gebrachte koopovereenkomst, d.w.z. met de op de gronden rustende pachtrechten van [Naam] , onder betaling van de door partijen overeengekomen koopprijs en onder verbeurte van een dwangsom van € 2.500,-- voor iedere dag dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] na betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
4.De beoordeling
in conventie
schriftelijketoestemming is gegeven. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voert het verweer dat ASR die toestemming
mondelingalthans
stilzwijgendheeft gegeven en dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] het ontbreken van die toestemming op schrift thans niet aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] kan tegenwerpen. Om die reden zou geen sprake zijn van een ernstige toerekenbare tekortkoming als bedoeld in artikel 5:87 lid 2 BW.
€ 1.442,00(2 punten × € 721,00)