ECLI:NL:RBNNE:2022:2234

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
1 juli 2022
Publicatiedatum
1 juli 2022
Zaaknummer
18/155197-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid wapens en munitie met vrijspraak voor het opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 1 juli 2022 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid wapens en munitie, alsook van het opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 364 dagen, waarvan 360 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf van 240 uren. De verdachte is vrijgesproken van de beschuldiging van het opzettelijk aanwezig hebben van verschillende soorten harddrugs, omdat het bewijs hiervoor niet wettig en overtuigend was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, die verklaarde de wapens te hebben bewaard uit emotionele overwegingen, een gevaarlijke situatie had gecreëerd door de wapens open en bloot in zijn woning te bewaren, waar ook zijn gezin woonde. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij geen eerdere veroordelingen had voor overtredingen van de Wet wapens en munitie. De rechtbank vond de opgelegde straf passend gezien de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren begaan.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Groningen
parketnummer 18/155197-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 1 juli 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats], wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 17 juni 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.S. Özsaran, advocaat te Groningen.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T. Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 12 juni 2020 tot en met 14 juni 2020, in de gemeente Stadskanaal, de/het hieronder vermelde wapen(s) en/of munitie van categorie II en/of III, voorhanden heeft gehad, te weten:
(een) wapen(s) van categorie III, onder 1, te weten:
  • 1 semi aut. centraalvuur pistool (Spreewerk (CYQ), P38, kal 9x19 mm (fotoblad 1, pag 217), en/of
  • 1 dubbelloops enkelschots randvuur pistool, Rossi/Garrucha, kal .22LR (fotoblad 2, pag 218), en/of
  • 1 centraalvuur Revolver (Agusta Lebeau), kal .32 S&W (fotoblad 3, pag 219), en/of
  • 1 randvuur Revolver (Röhm/RG-76), kal .22R (fotoblad 4, pag 220), en/of
  • 1 gaspistool (Röhm, RG300), kal 6mm (fotoblad 5, pag 221), en/of
  • 1 gasrevolver (Umarex, Ruger Redhawk), kal 9 mm R. knal (fotoblad 6, pag 222), en/of
  • 1 dubbelloops centraalvuur hagelgeweer (Husqvarna, model 20), kal 12 (fotoblad 7, pag 223), en/of- 1 dubbelloops centraalvuur combinatiegeweer (Blaser, ES63), kal 16/70 en 5,6x50R Mag (fotoblad 8, pag 224), en/of
  • 1 centraalvuur kogelgeweer (Sauer, K98), kal 8x57mm (fotoblad 9, pag 225), en/of
  • 1 centraalvuur kogelgeweer (Mida Brescia, Carcano 1891), kal 6,5x52mm (fotoblad 10, pag 226),en/of
  • 1 centraalvuur kogelgeweer (Gardone Val Trompia, Carcano 91 Cavalerie), kal 6,5x52mm (fotoblad11, pag 227), en/of
  • 1 dubbelloops centraalvuur hagelgeweer (Gorosabel, Bell Special Steel), kal 12 (fotoblad 12, pag228), en/of
  • 1 dubbelloops centraalvuur hagelgeweer (merk onbekend), kal 12 (fotoblad 13, pag 229), en/of
  • 1 loop van schietpen (zelfbouw), kal .22LR (fotoblad 14, pag 230)
  • 1 schietbeker/loop (Umarex), kal 15mm (fotoblad 21, pag 237 – zwarte voorwerp midden op foto),en/of

een wapen van categorie III, onder 4, te weten:

1 alarm/startpistool (Kimar, Derringer) kal 6mm (fotoblad 16, pag 232), en/of

een wapen van categorie II, onder 5, te weten:

- een stroomstootwapen (fotoblad 26, pag 242), zijnde een voorwerp waarmee door een elektrischestroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht, en/of

(een) wapen(s) van categorie II, onder 6, te weten:

- pepperspray (Protect/Pfeffer-spray) (fotoblad 24, pag 240) en/of een traangasbusje (KKS/KO-spray007) (fotoblad 25, pag 241), zijnde (een) voorwerp(en) bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen

en/of munitie van categorie II, te weten:

  • 57 Pyrotechnische knalpatronen (Zink-Feuerwerk), kal 15mm Knallpatronen (horen bij gasrevolver) (fotoblad 17, pag 233)
  • 2 randvuur kogelpatronen (Winchester), kal .22LR Hollowpoint
  • 26 centraalvuur kogelpatronen (RWS), kal 5,6x50 Magnum Softpoint (fotobladen munitie 18 t/m 23,pag 234/239
  • (in totaal) 0,28 kg Pyrotechnische knalpatronen met sier effect, (meerdere merken), (pag 146 t/m
151)
en/of munitie van categorie III, te weten:
  • 120 hagelpatronen (verschillende merken), kal .12 ga en .16 ga
  • 360 randvuur kogelpatronen (verschillende merken), verschillende kal
  • 9 randvuurpatronen (verschillende merken), verschillende kal
  • 74 knalpatronen (verschillende merken), verschillende kal
  • 49 centraalvuur kogelpatronen (verschillende merken), verschillende kal;
2. hij in of omstreeks de periode van 12 juni 2020 tot en met 14 juni 2020, in de gemeente Stadskanaal, de/het hieronder vermelde wapen(s) van categorie I, voorhanden heeft gehad, te weten:
  • (een) wapen(s) van categorie I onder 1, te weten 2 vlindermessen (Black Eagle) (fotoblad 27, pag243), en/of
  • een wapen van categorie I onder 3, te weten 1 boksbeugel (fotoblad 20, pag 236), en/of
  • (een) wapen(s) van categorie I onder 5, te weten pijlpunten met snijdende delen (fotoblad 22 en 28,pag 238 en 244), en/of
  • (een) wapen(s) van categorie I onder 7, te weten:
  • 1 nabootsing handgranaat (fotoblad 29, pag 245), en/of
  • 1 nabootsing (airsoftapparaat) (fotoblad 30/31, pag 246/247), en/of- 1 nabootsing (luchtdrukgeweer) (fotoblad 32,33, pag 248/249);
3. hij in of omstreeks de periode van 12 juni 2020 tot en met 14 juni 2020, in de gemeente Stadskanaal, opzettelijk aanwezig heeft gehad 0,87 gram, althans (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, en/of 6,19 gram, althans (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, zijnde cocaïne en/of MDMA, (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde en vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 3 ten laste gelegde. Met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw geen bewijsverweer gevoerd. Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw bepleit dat verdachte de nabootsing van het airsoftapparaat voorhanden mocht hebben aangezien hij lid is van de [vereniging].
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 3
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat het onder 3 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Op 13 juni 2020 zijn er tijdens een doorzoeking in de woning van verdachte meerdere gripzakjes met vermoedelijk verdovende middelen in beslaggenomen. Verdachte heeft aangegeven dat hij niet op de hoogte was dat deze zaken in zijn huis aanwezig waren. Uit het dossier blijkt niet waar in de woning de gripzakjes zijn aangetroffen. Daarnaast zit er geen kennisgeving van inbeslagneming in het dossier. Ook bevindt zich in het dossier geen rapport van het Nederlands Forensisch Instituut waaruit blijkt dat de inbeslaggenomen stoffen inderdaad verdovende middelen betroffen en zo ja, welk middelen. De politie heeft indicatieve testen uitgevoerd waarbij het poeder positief testte ten aanzien van cocaïne en de pillen positief testte ten aanzien van MDMA. De resultaten van zo’n test kunnen als bewijs worden gebezigd, maar het bewijs dat het poeder en de pillen inderdaad cocaïne en MDMA betreffen, kan niet enkel op een indicatieve test worden gebaseerd.
Bewezenverklaring feit 1 en 2
De rechtbank acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
Ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 17 juni 2022;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juni 2020,opgenomen op pagina 32 e.v. van het dossier met nummer PL0100-2020154447 d.d. 13 november 2020, inhoudende het relaas van verbalisant;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek vuurwapens, wapens enmunitie d.d. 22 juli 2020, opgenomen op pagina 192 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten;
een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina340 e.v. van voornoemd dossier.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. hij in de periode van 12 juni 2020 tot en met 14 juni 2020, in de gemeente Stadskanaal, de hieronder vermelde wapens en munitie van categorie II en III, voorhanden heeft gehad, te weten:

wapens van categorie III, onder 1, te weten:

  • 1 semi aut. centraalvuur pistool (Spreewerk (CYQ), P38, kal 9x19 mm (fotoblad 1, pag 217), en
  • 1 dubbelloops enkelschots randvuur pistool, Rossi/Garrucha, kal .22LR (fotoblad 2, pag 218), en
  • 1 centraalvuur Revolver (Agusta Lebeau), kal .32 S&W (fotoblad 3, pag 219), en
  • 1 randvuur Revolver (Röhm/RG-76), kal .22R (fotoblad 4, pag 220), en
  • 1 gaspistool (Röhm, RG300), kal 6mm (fotoblad 5, pag 221), en
  • 1 gasrevolver (Umarex, Ruger Redhawk), kal 9 mm R. knal (fotoblad 6, pag 222), en
  • 1 dubbelloops centraalvuur hagelgeweer (Husqvarna, model 20), kal 12 (fotoblad 7, pag 223), en- 1 dubbelloops centraalvuur combinatiegeweer (Blaser, ES63), kal 16/70 en 5,6x50R Mag (fotoblad 8, pag 224), en
  • 1 centraalvuur kogelgeweer (Sauer, K98), kal 8x57mm (fotoblad 9, pag 225), en
  • 1 centraalvuur kogelgeweer (Mida Brescia, Carcano 1891), kal 6,5x52mm (fotoblad 10, pag 226), en- 1 centraalvuur kogelgeweer (Gardone Val Trompia, Carcano 91 Cavalerie), kal 6,5x52mm (fotoblad 11, pag 227), en
  • 1 dubbelloops centraalvuur hagelgeweer (Gorosabel, Bell Special Steel), kal 12 (fotoblad 12, pag228), en
  • 1 dubbelloops centraalvuur hagelgeweer (merk onbekend), kal 12 (fotoblad 13, pag 229), en
  • 1 loop van schietpen (zelfbouw), kal .22LR (fotoblad 14, pag 230) en
  • 1 schietbeker/loop (Umarex), kal 15mm (fotoblad 21, pag 237 – zwarte voorwerp midden op foto), en

een wapen van categorie III, onder 4, te weten:

1 alarm/startpistool (Kimar, Derringer) kal 6mm (fotoblad 16, pag 232), en

een wapen van categorie II, onder 5, te weten:

- een stroomstootwapen (fotoblad 26, pag 242), zijnde een voorwerp waarmee door een elektrischestroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht, en

wapens van categorie II, onder 6, te weten:

- pepperspray (Protect/Pfeffer-spray) (fotoblad 24, pag 240) en een traangasbusje (KKS/KO-spray007) (fotoblad 25, pag 241), zijnde voorwerpen bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen

en munitie van categorie II, te weten:

  • 57 Pyrotechnische knalpatronen (Zink-Feuerwerk), kal 15mm Knallpatronen (horen bij gasrevolver) (fotoblad 17, pag 233)
  • 2 randvuur kogelpatronen (Winchester), kal .22LR Hollowpoint
  • 26 centraalvuur kogelpatronen (RWS), kal 5,6x50 Magnum Softpoint (fotobladen munitie 18 t/m 23,pag 234/239

en munitie van categorie III, te weten:

  • 120 hagelpatronen (verschillende merken), kal .12 ga en .16 ga
  • 330 randvuur kogelpatronen (verschillende merken), verschillende kal
  • 9 randvuurpatronen (verschillende merken), verschillende kal
  • 74 knalpatronen (verschillende merken), verschillende kal
  • 49 centraalvuur kogelpatronen (verschillende merken), verschillende kal;2. hij in de periode van 12 juni 2020 tot en met 14 juni 2020, in de gemeente Stadskanaal, de hieronder vermelde wapens van categorie I, voorhanden heeft gehad, te weten:
  • wapens van categorie I onder 1, te weten 2 vlindermessen (Black Eagle) (fotoblad 27, pag 243), en
  • een wapen van categorie I onder 3, te weten 1 boksbeugel (fotoblad 20, pag 236), en
  • wapens van categorie I onder 5, te weten pijlpunten met snijdende delen (fotoblad 22 en 28, pag238 en 244), en
  • wapens van categorie I onder 7, te weten:
  • 1 nabootsing handgranaat (fotoblad 29, pag 245), en
  • 1 nabootsing (luchtdrukgeweer) (fotoblad 32,33, pag 248/249).
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezenverklaarde levert op:

1.
Ten aanzien van de wapens
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd, en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd,
Ten aanzien van de munitiehandelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
2. handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis, en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht om bij de bepaling van de strafmaat rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, de impact die de strafzaak op verdachte heeft gehad en het feit dat verdachte de grotendeels antieke verzameling wapens niet met criminele intenties voorhanden heeft gehad, maar uit emotionele beweegredenen. Voorts heeft de raadsvrouw opgemerkt dat verdachte zich kan vinden in de door de officier van justitie geëiste straf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met het door verdachte erkende ad informandum gevoegde feit, namelijk het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk, dat hiermee is afgedaan.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft een aanzienlijke hoeveelheid wapens en munitie voorhanden gehad. Hij heeft verklaard dat bijna alle wapens in de verzameling van zijn inmiddels overleden vader zijn geweest. Omdat verdachte verder geen aandenken heeft aan zijn vader heeft hij om emotionele redenen de wapens bewaard. Verdachte heeft aangegeven dat hij niet de intentie heeft gehad om de wapens te gebruiken en dat de wapens naar zijn weten niet geladen waren.
Dat neemt echter niet weg dat verdachte een ontzettend gevaarlijke situatie heeft gecreëerd voor hemzelf en voor mensen in zijn directe woonomgeving. Het ongecontroleerde bezit van (deels geladen) wapens en munitie brengt immers een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich mee. Dit geldt des te meer aangezien de wapens open en bloot in de woning van verdachte lagen. In deze woning woonden op dat moment ook de toenmalige vrouw en de kinderen van verdachte. Daarnaast was het voorste gedeelte van de woning omgebouwd tot [bedrijf] en konden klanten in theorie ook de woning betreden. Verder is uit onderzoek van politie gebleken dat twee van de vuurwapens schietklaar waren.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 januari 2022, niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het overtreden van de Wet wapens en munitie.
Gelet op de ernst van de feiten en de oriëntatiepunten van het LOVS rechtvaardigt het voorhanden hebben van een dergelijke hoeveelheid wapens en munitie zonder meer de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
De rechtbank houdt echter in navolging van de officier van justitie in hoge mate ten gunste van verdachte rekening met het navolgende.
De verklaring van verdachte dat de wapens slechts een antieke verzameling betreffen die hij uit emotionele overweging heeft gehouden, acht de rechtbank in grote lijnen geloofwaardig. Verdachte heeft geen antecedenten op het gebied van de Wet Wapens en Munitie en voorts is niet gebleken van het gebruik van de wapens. Daarnaast is een aantal van de wapens (weliswaar op onjuiste wijze) onbruikbaar gemaakt. Het dossier bevat enige aanwijzingen dat verdachte zich binnen een crimineel milieu heeft begeven, maar deze vermoedens zijn op geen enkele wijze bevestigd. De rechtbank merkt daarbij op dat het politieonderzoek op dit punt zeer summier is.
Voorts blijkt uit het rapport van de Reclassering Nederland d.d. 23 juli 2021 dat verdachte op verschillende leefgebieden zijn zaken goed op orde heeft.
Tot slot houdt de rechtbank in het voordeel van verdachte rekening met het lange tijdsverloop in deze zaak.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen van langere duur dan de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht. Om uitdrukking te geven aan de ernst van de feiten komt de rechtbank tot een hogere voorwaardelijke gevangenisstraf dan door de officier van justitie is geëist.
Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte de maximale taakstraf van 240 uren opleggen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 3 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 364 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 360 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

een taakstraf voor de duur van 240 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schuth, voorzitter, mr. J.V. Nolta en mr. E.P. van Sloten, rechters, bijgestaan door mr. G. Langius, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 juli 2022.