ECLI:NL:RBNNE:2022:2295
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag waardedalingsvergoeding na aardbeving voor woningseigenaren
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 21 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, eigenaren van een woning, en het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). De eisers hadden een aanvraag ingediend voor een waardedalingsvergoeding als gevolg van de aardbeving op 16 augustus 2012, maar deze aanvraag werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat eisers pas na de aardbeving eigenaar van de woning waren geworden, namelijk op 14 oktober 2014, en dat er sindsdien geen significante bevingen met een grondsnelheid van minimaal 2,9 mm/s hadden plaatsgevonden. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het IMG hadden moeten dwingen om van het beleid af te wijken.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig overwogen. De eisers stelden dat zij bij de aankoop van de woning niet op de hoogte waren van de aardbevingsrisico's en dat dit geen rol speelde bij hun beslissing om de woning te kopen. De rechtbank merkte op dat de waardedaling van de woning niet alleen afhankelijk is van fysieke schade, maar ook van het algemene imago-effect van de aardbevingen. De rechtbank concludeerde dat de waardedaling niet was aangetoond en dat er geen grond was voor vergoeding.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eisers ongegrond en wees de aanvraag voor de waardedalingsvergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van eigenaarschap op de peildatum en de toepassing van de methode van Atlas voor gemeenten bij het bepalen van waardedaling.