ECLI:NL:RBNNE:2022:236
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing schadevergoeding mijnbouwschade en toepassing hardheidsclausule
Op 3 februari 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, een inwoner van [plaats], en het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). Eiseres had in 2014 en 2016 schade aan haar woning gemeld als gevolg van mijnbouwactiviteiten en ontving hiervoor eerder schadevergoedingen. In 2020 diende zij opnieuw een aanvraag in voor schadevergoeding, na het ontdekken van extra schade tijdens herstelwerkzaamheden. Het IMG kende haar een vergoeding van € 4.744,12 toe, maar verklaarde het bezwaar van eiseres tegen dit besluit ongegrond. Eiseres ging in beroep, waarbij zij een beroep deed op de hardheidsclausule van de Tijdelijke wet Groningen, omdat zij vond dat er bijzondere omstandigheden waren die toepassing van deze clausule rechtvaardigden.
De rechtbank overwoog dat de hardheidsclausule niet van toepassing was, omdat er geen sprake was van zeer ernstige omstandigheden. De rechtbank stelde vast dat de schade die eiseres onder de raaplaag ontdekte, niet als mijnbouwgerelateerde schade kon worden aangemerkt. Deskundigen hadden vastgesteld dat de schade niet veroorzaakt was door bodembeweging als gevolg van mijnbouwactiviteiten, maar door andere factoren. De rechtbank concludeerde dat het IMG in redelijkheid had kunnen besluiten om de hardheidsclausule niet toe te passen en dat het bewijsvermoeden van artikel 6:177a BW door het IMG was weerlegd. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.