ECLI:NL:RBNNE:2022:2496
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een Wob-verzoek en de openbaarmaking van documenten door Gedeputeerde Staten
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 12 juli 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen beoordeeld. Eiseres had een Wob-verzoek ingediend en was ontevreden over de openbaarmaking van documenten. Gedeputeerde Staten hadden op 23 februari 2021 besloten tot openbaarmaking van bepaalde documenten, maar eiseres stelde dat er meer documenten beschikbaar moesten zijn. In hun verweerschrift gaven Gedeputeerde Staten aan dat zij niet over meer documenten beschikten dan de reeds openbaar gemaakte documenten. De rechtbank heeft het beroep op 3 juni 2022 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigde van Gedeputeerde Staten aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat Gedeputeerde Staten niet ongeloofwaardig hebben gemotiveerd dat zij niet over meer documenten beschikken. Eiseres had niet kunnen aantonen welke documenten nog onder Gedeputeerde Staten zouden moeten berusten. De rechtbank wijst erop dat de plicht tot openbaarmaking op grond van de Wob geen betrekking heeft op informatie die al openbaar is. Eiseres had eerder al e-mails ontvangen in het kader van een ander Wob-verzoek, en deze hoeven niet opnieuw openbaar gemaakt te worden. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen en verklaart het beroep ongegrond, waardoor de beslissing van Gedeputeerde Staten in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.