In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, op 22 juli 2022, is het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een waardedalingsvergoeding voor haar woning, die betrokken is bij een sloop/nieuwbouwregeling, ongegrond verklaard. Eiseres had op 3 oktober 2020 een aanvraag ingediend, die door verweerder, het Instituut Mijnbouwschade Groningen, op 15 januari 2021 was afgewezen. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft vastgesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor de vergoeding, omdat haar woning deel uitmaakt van een sloop/nieuwbouwregeling. Eiseres betwistte de lijn die door de meervoudige kamer van de rechtbank was uitgezet in een eerdere uitspraak van 17 januari 2022, maar de rechtbank ziet geen reden om van deze lijn af te wijken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres sinds 28 november 2004 volledig eigenaar is van de woning, maar dat de afwijzing van de aanvraag terecht was. Eiseres voerde aan dat de sloop/nieuwbouwregeling niet meegewogen mocht worden bij de schadebegroting, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder de schade op basis van artikel 6:100 BW correct heeft berekend. De rechtbank concludeert dat de waardevermeerdering van de nieuwbouwwoning groter is dan de waardevermindering van de oude woning, en dat eiseres door deelname aan de regeling bewust de gevolgen heeft aanvaard.
Daarnaast werd het beroep van eiseres op het evenredigheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel verworpen. De rechtbank oordeelt dat de beleidsregels van verweerder niet in strijd zijn met deze beginselen, en dat er geen sprake is van willekeur. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiseres ongegrond is en bevestigt de afwijzing van de aanvraag om waardedalingsvergoeding.