Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek en de beoordeling daarvan
4.Beslissing
maandag 22 augustus 2022in tegenwoordigheid van mr. H.J. Boon als griffier.
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 22 augustus 2022 een beschikking gegeven inzake het verzoek van een vrouw om het gezamenlijk gezag over haar minderjarige dochter [minderjarige 2] te beëindigen en haar eenhoofdig gezag toe te wijzen. De vrouw, die in Nederland woont en een Iraanse nationaliteit heeft, heeft een asielstatus en is gescheiden van de man, die in Iran woont. De man is niet verschenen op de zitting en heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de vrouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw en de man van rechtswege gezamenlijk met het ouderlijk gezag over [minderjarige 2] zijn belast, maar dat de omstandigheden zodanig zijn veranderd dat het in het belang van het kind is dat de vrouw alleen met het gezag wordt belast. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernstige verstoring van de verstandhouding tussen de partijen, de angst van de vrouw voor de man en het feit dat de man geen medewerking verleent aan belangrijke beslissingen omtrent het kind. De rechtbank heeft geoordeeld dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat [minderjarige 2] klem of verloren raakt tussen de ouders, en heeft het verzoek van de vrouw toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.