In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn waardedalingsaanvraag door het Instituut Mijnbouwschade Groningen. De aanvraag werd afgewezen omdat de woning van eiser buiten het waardedalingsgebied ligt, zoals vastgesteld in het onderzoek van Atlas voor gemeenten. Eiser had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het Instituut bleef bij zijn standpunt. De rechtbank heeft het beroep op 9 mei 2022 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank heeft de afwijzing van de aanvraag beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Eiser stelde dat er bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het beleid rechtvaardigden, waaronder fysieke schade aan zijn woning door aardbevingen en een bijzondere geologische situatie. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder in redelijkheid kon concluderen dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een vergoeding voor waardedaling rechtvaardigden. Eiser had niet aangetoond dat de waarde van zijn woning was gedaald door de ligging in het aardbevingsgebied.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen recht heeft op een vergoeding voor waardedaling. Dit betekent ook dat hij geen griffierecht terugkrijgt en geen vergoeding voor proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen en is openbaar uitgesproken op 21 juni 2022.