Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering en de standpunten van partijen
4.De beoordeling
€ 436,00(2 punten x tarief € 218,00)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak gaat het om een bijtincident tussen twee honden, waarbij de eigenaar van een labradoodle, [eiseres], de eigenaar van een bulterriër, [gedaagde], aansprakelijk stelt voor de schade die zijn hond heeft geleden. Op 8 november 2020, tijdens een wandeling in een hondenlosloopgebied, raakte de labradoodle gewond na een confrontatie met de bulterriër. De labradoodle liep een dubbele botbreuk op, waarvoor [eiseres] aanzienlijke dierenartskosten heeft moeten maken. Na het incident heeft [eiseres] [gedaagde] aansprakelijk gesteld, maar deze heeft de aansprakelijkheid betwist. De kantonrechter heeft de feiten en de stellingen van beide partijen beoordeeld, waarbij [eiseres] onderbouwde dat de schade het gevolg was van een aanval door de bulterriër. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] op grond van artikel 6:179 BW aansprakelijk is voor de schade, omdat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de labradoodle de confrontatie heeft uitgelokt. De vordering van [eiseres] om een verklaring voor recht te verkrijgen werd afgewezen, maar de schadevergoeding van € 2.769,30 werd toegewezen, evenals de wettelijke rente. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten werd afgewezen, omdat deze niet correct was onderbouwd. [gedaagde] werd veroordeeld in de proceskosten.