Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de akte overlegging productie (10) van [eiser] van 9 februari 2022;
- het tussenvonnis van 18 mei 2022;
- de akte vermeerdering van eis in reconventie van [gedaagden] van 14 juli 2022;
- de akte overlegging productie (16) van [gedaagden] van 14 juli 2022;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie van [eiser] van 14 juli 2022;
- de mondelinge behandeling van 14 juli 2022. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken. Deze aantekeningen zijn aan het griffiedossier toegevoegd;
- de akte uitlating in verband met (her)opening vereffening tevens wijziging/vermindering van eis van [eiser] van 17 augustus 2022;
- de akte uitlating heropening vereffening van [gedaagden] van 17 augustus 2022.
€ 135.000,00 (de drie percelen worden hierna gezamenlijk ‘het winkelpand’ genoemd). De levering heeft plaatsgevonden op 22 mei 2018.
5 oktober 2021 zijn onder meer [gedaagde sub 2] , de heer [de heer] en de heer [dhr nr 2] gehoord. De heer [de heer] en [dhr nr 2] verrichtten rond de koop van het winkelpand werkzaamheden voor de Gemeente. Zij hebben onder meer het volgende verklaard:
3.Het geschil
4.De beoordeling
in conventie
in de toekomstzou besluiten om parkeerplaatsen te realiseren, dan houdt de dwaling van [eiser] naar het oordeel van de rechtbank verband met een toekomstige omstandigheid als bedoeld in artikel 6:228 lid 2 BW. Een beroep op dwaling gegrond op een dergelijke omstandigheid kan niet slagen.
ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomsthad besloten om (in de toekomst) parkeerplaatsen rondom het Europaplein te realiseren, en hij in zoverre een onjuiste voorstelling van zaken had, heeft hij dat onvoldoende onderbouwd. Het is de rechtbank niet duidelijk op basis waarvan [eiser] daarvan uitging. [eiser] stelt dat hem parkeerplaatsen zijn ‘beloofd’, maar onderbouwt dat niet nader. [gedaagden] heeft op zijn beurt gewezen op de verklaringen die in het kader van het voorlopig getuigenverhoor zijn afgelegd (r.o. 2.7.) en waaruit volgt dat hij en de Gemeente (voor de koop) geen toezeggingen aan [eiser] hebben gedaan omtrent de realisatie van parkeerplaatsen. Dat ten tijde van de koop bij [eiser] een onjuiste voorstelling van zaken bestond (de dwaling als zodanig), is daarom niet komen vast te staan.
tot die tijdgeen ingrepen (waaronder het realiseren van parkeerplaatsen) zouden worden gedaan. De uitleg die [eiser] aan de brief geeft, namelijk dat de Gemeente geen parkeerplaatsen zou aanleggen tenzij op basis van een toekomstig onderzoek anders zou worden beslist, vindt geen steun in de tekst van de brief en blijkt ook overigens nergens uit. [eiser] heeft geen overige stellingen aangedragen op basis waarvan tot het oordeel moet worden gekomen dat de Gemeente ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst een definitief besluit had genomen over de realisatie van parkeerplaatsen én [eiser] hiermee bekend was. [gedaagden] heeft daarentegen toegelicht dat de Gemeente uiteindelijk pas in 2021 definitief heeft besloten om geen parkeerplaatsen aan te leggen en in plaats daarvan een speeltuin zou realiseren. Nu niet vast staat dat de Gemeente ten tijde van de verkoop een besluit had genomen over het (niet) aanleggen van parkeerplaatsen en [gedaagden] daarmee bekend was, is reeds om die reden geen sprake van een schending van een mededelingsplicht.
vooralsnoggeen parkeerplaatsen zou realiseren. [gedaagden] erkent dat [eiser] in de gesprekken voor de koop zijn wens voor de realisatie van parkeerplaatsen kenbaar heeft gemaakt, maar betwist dat hij ervan op de hoogte was dit voor [eiser] van beslissende betekenis was. [eiser] heeft niet (nader) onderbouwd dat [gedaagden] ermee bekend was dat [eiser] niet tot sluiting van de koopovereenkomsten wilde overgaan, althans niet onder dezelfde voorwaarden, indien de Gemeente (vooralsnog) geen extra parkeerplaatsen rondom het Europaplein zou aanleggen. Het ontbreken van die kennis staat aan een geslaagd beroep op dwaling in de weg (r.o. 4.5.).
3.540,00(2,0 punt × tarief € 1.770,00)