Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 30 maart 2022;
- de mondelinge behandeling van 21 juni 2022, de door mr. Schlepers overgelegde spreekaantekeningen en de schriftelijke aantekeningen die daarvan door de griffier zijn gemaakt;
- de rolberichten van 20 juli 2022 van beide partijen.
2.De feiten
in conventie en in reconventie
3.Het geschil
in conventie
4.Het geschil en de beoordeling daarvan
in conventie en in reconventie
Mw. [erflater] heeft door een afnemende gezondheid begin dit jaar nog zaken willen regelen, waarbij zij abusievelijk op 29 januari, 3 en 4 februari 2021 € 100.000-- van haar eigen bankrekening heeft overgeboekt naar de blooteigendom bankrekening." Deze mededeling strookt niet met zijn in deze procedure ingenomen stelling dat híj de betaalopdrachten via internetbankieren heeft gegeven. Hiervan ontbreekt ook ieder bewijs. Volgens [gedaagde] blijkt voorts uit de geplaatste overlijdensadvertentie (
"Trots op haar leeftijd, gezondheid en zelfstandigheid")dat [erflater] nog goed bij haar verstand was. [erflater] moet zich ervan bewust zijn geweest dat zij niet zelfstandig over het saldo van de vruchtgebruikrekening kon beschikken, temeer omdat partijen daarover in 2001 al een geschil hebben gehad. Het is daarom volgens [gedaagde] niet aannemelijk dat [erflater] een vaag antwoord zou hebben gegeven over beleggen met gelden van de vruchtgebruikrekening.
5.De beslissing
woensdag 26 oktober 2022voor uitlating door [eiser] en [gedaagde] of zij bewijs willen leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel;
bewijsstukkenwillen overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moeten brengen,
getuigenwillen laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
januari tot en met mei 2023dan direct moeten opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
mr. M. Sanna, in het gerechtsgebouw te Groningen, Guyotplein 1,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,