Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
- de moeder, bijgestaan door mr. L.J.H.M. Achten;
- de vader, bijgestaan door mr. M.F.A. van Pelt;
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 12 oktober 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 23 oktober 2022 en de Gecertificeerde Instelling (GI) verzocht om een verdere verlenging van één jaar. De vader van [de minderjarige] heeft zelfstandig verzoeken ingediend, waaronder een zorg- en contactregeling, maar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat deze verzoeken niet betrekking hadden op het oorspronkelijke verzoek van de GI.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn, gezien de trauma gerelateerde gedragsproblematiek van [de minderjarige] en de zorgen over zijn ontwikkeling. De kinderrechter heeft de betrokkenheid van de GI en de jeugdzorgwerker noodzakelijk geacht om de situatie van [de minderjarige] te verbeteren. De moeder stemde in met de verlenging van de ondertoezichtstelling, terwijl de vader zich verzette tegen de verlenging en de wijze van omgang. De kinderrechter heeft de verzoeken van de vader afgewezen en de ondertoezichtstelling verlengd tot 23 oktober 2023, met de verklaring dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.
De kinderrechter heeft benadrukt dat de situatie van [de minderjarige] zorgwekkend is en dat er een stabiele omgeving nodig is voor zijn ontwikkeling. De ouders zijn niet in staat om samen te werken, wat de noodzaak van jeugdzorg onderstreept. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.