Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift, ingekomen op de griffie op 12 augustus 2022;
- het verweerschrift, ingekomen op de griffie op 16 september 2022;
- de nagezonden productie van de zijde van [verzoeker] , ingekomen op de griffie op 28 september 2022;
- de nagezonden productie aan de zijde van Romaris, ingekomen op de griffie op 29 september 2022;
- de mondelinge behandeling van 4 oktober 2022, waarbij aan de zijde van [verzoeker] zijn verschenen [verzoeker] in persoon, bijgestaan door mr. Van Braam. Aan de andere zijde is verschenen namens Romaris, de heer [directeur] , directeur, en mevrouw [medewerker P&O] (P&O), bijgestaan door mr. Lacevic. Mr. van Braam heeft - onder meer - het woord gevoerd aan de hand van spreekaantekeningen, die hij heeft overgelegd. De griffier heeft aantekening gehouden van het verhandelde ter zitting.
2.De feiten
“Gisteravond om 20.00 uur ben jij, uit baldadigheid, op een rijdende heftruck gesprongen en toen gevallen met alle gevolgen van dien. Er was geen enkele aanleiding om op de heftruck te springen. Je werkzaamheden bij Romaris Staal hebben hier niets mee te maken. (…) Veiligheid is zoals je weet zeer belangrijk en essentieel hier in het bedrijf, jij bent hier ook op gewezen en je weet van de regels die wij hanteren. Dat heb jij met deze actie overtreden en wij kunnen dat niet tolereren en het is dan ook een ernstige overtreding. Wij zijn ons dan ook genoodzaakt je ontslag te geven op staande voet”.
3.Het verzoek
4.Het verweer en het (voorwaardelijk) zelfstandig tegenverzoek
5.De beoordeling
officiëlewaarschuwing heeft gegeven, is de kantonrechter van oordeel dat het ontslag op staande voet een te zwaar middel is. Romaris had kunnen en moeten volstaan met een lichtere sanctie. Daarbij weegt mee dat Romaris alvorens [verzoeker] te ontslaan hem niet over de toedracht heeft gehoord en dat Romaris [naam medewerker heftruck] eveneens op staande voet heeft ontslagen, waarvan Romaris - achteraf - heeft toegegeven dat dit besluit te snel is genomen. Voor de kantonrechter is in dit verband voldoende aannemelijk geworden dat een eerder bedrijfsongeval, waarvoor door de arbeidsinspectie een boete is opgelegd, en de vrees dat opnieuw een boete zou worden opgelegd, een grote rol heeft gespeeld bij het aan beide bij het ongeval betrokken werknemers gegeven ontslag op staande voet. Romaris heeft in dat verband daarnaast aangegeven dat zij een voorbeeld heeft willen stellen voor de werkvloer. Naar het oordeel van de kantonrechter had zij dat laatste op andere wijze kunnen en moeten doen. Het ontslag op staande voet zal om voornoemde redenen worden vernietigd. Op de overige verzoeken van [verzoeker] zal hierna worden ingegaan. De kantonrechter zal eerst ingaan op de verzoeken van Romaris. Omdat de voorwaarde waaronder deze verzoeken is gedaan is vervuld, dient de kantonrechter deze verzoeken te beoordelen.
aangenomen wordt daarbij dat het verzoek om loonbetaling vanaf 15 juli 2022 berust op een kennelijk schrijffout) tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig zal zijn geëindigd. Een en ander zoals weergegeven in het dictum.