ECLI:NL:RBNNE:2022:4854
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van een WIA-uitkering en de rol van de verzekeringsarts in bezwaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 21 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen EG Noord BV en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de toekenning van een WIA-uitkering aan een ex-werknemer van eiseres. Eiseres, een bedrijf uit Groningen, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uwv om de WIA-uitkering toe te kennen aan haar ex-werknemer, die per 24 september 2021 arbeidsongeschikt werd verklaard. Eiseres betwistte dat de werknemer in eerste instantie door een geregistreerde verzekeringsarts was onderzocht en stelde dat de verzekeringsarts Bezwaar en Beroep, M. Peerden, de werknemer ten onrechte niet had opgeroepen voor een spreekuur. De rechtbank oordeelde dat volgens de Centrale Raad van Beroep een betrokkene in de bezwaarfase moet worden onderzocht door een verzekeringsarts als de medische grondslag van het primaire besluit wordt betwist en er in de primaire fase geen spreekuurcontact is geweest. De rechtbank concludeerde echter dat Peerden voldoende had gemotiveerd waarom het oproepen van de werknemer geen toegevoegde waarde had. De rechtbank oordeelde dat het Uwv de WIA-uitkering terecht had toegekend en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging door de verzekeringsarts en de rol van medische informatie in het besluitvormingsproces.