In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt op 28 december 2022 een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, hebben bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning die is verleend voor het plaatsen van 50 tijdelijke woningen nabij een agrarisch perceel. De vergunning is verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland op 21 juli 2022. De verzoekers hebben de rechtbank gevraagd om de vergunning te schorsen, omdat zij van mening zijn dat het project een stedelijk ontwikkelingsproject is en dat de vergunning in strijd is met de geldende bestemmingsplannen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek om een voorlopige voorziening toewijsbaar is. Hij stelt vast dat er voldoende spoedeisend belang is, aangezien de bouw op korte termijn zal beginnen en de tijdelijke woningen overlast kunnen veroorzaken. De rechter concludeert dat het project inderdaad als een stedelijk ontwikkelingsproject kan worden gekwalificeerd, wat betekent dat de vergunning niet verleend had mogen worden zonder de juiste procedurele stappen te volgen. De voorzieningenrechter schorst daarom de omgevingsvergunning en veroordeelt de gemeente in de proceskosten van de verzoekers, die op € 1.518,- worden begroot, plus het griffierecht van € 184,--. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming in het kader van de Algemene wet bestuursrecht.