ECLI:NL:RBNNE:2022:5549
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot herziening van besluiten inzake toevoegingen en indeplaatsstelling door de Raad voor Rechtsbijstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 19 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad voor Rechtsbijstand. De eiser had verzocht om herziening van eerdere besluiten van de Raad, die op 27 januari 2020 waren genomen, waarbij de Raad de wijziging van toevoegingen had goedgekeurd. De eiser stelde dat deze besluiten nietig waren, omdat de wijziging was gebaseerd op handelingen van zijn advocaat, mr. D.R. Kamps, die zonder een overeenkomst van opdracht had gehandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Raad de herzieningsverzoeken terecht heeft afgewezen op basis van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die de Raad zouden hebben doen besluiten om de eerdere besluiten te herzien. De rechtbank concludeerde dat de Raad in overeenstemming met zijn beleid had gehandeld door de mutatieverzoeken van mr. Kamps in te willigen. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.