ECLI:NL:RBNNE:2022:5574
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van vermeende ontvreemde goederen met afwijzing door kantonrechter
In deze zaak heeft de eiseres, een besloten vennootschap, een vordering ingesteld tegen de gedaagde voor de betaling van vermeende ontvreemde goederen ter waarde van € 13.047,87, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De eiseres is echter niet ter zitting verschenen om haar vordering nader te onderbouwen, terwijl de gedaagde wel aanwezig was en de vordering gemotiveerd heeft weersproken. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de eiseres haar vordering in de dagvaarding nauwelijks heeft onderbouwd en dat de gedaagde zijn verweer ter zitting adequaat heeft gepresenteerd. De kantonrechter heeft de eiseres erop gewezen dat het niet verschijnen ter zitting kan leiden tot negatieve gevolgen voor haar vordering. Gezien het feit dat de eiseres niet is verschenen en de gedaagde zijn stellingen heeft onderbouwd, heeft de kantonrechter geoordeeld dat de vordering van de eiseres moet worden afgewezen. De kantonrechter heeft ook de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, en de eiseres is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde. Het vonnis is uitgesproken op 21 juni 2022.