ECLI:NL:RBNNE:2022:673

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
9 maart 2022
Publicatiedatum
9 maart 2022
Zaaknummer
187492
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervanging van benoemde deskundige op gezamenlijk verzoek van partijen in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, is op 9 maart 2022 een tussenuitspraak gedaan over de vervanging van een benoemde deskundige. De zaak betreft een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. A.A.M. Kroon-Jongbloed, en gedaagde, vertegenwoordigd door mr. H. Veldman, over de waardering van aandelen in een onderneming. De rechtbank heeft eerder deskundigen benoemd, maar op gezamenlijk verzoek van partijen is besloten om de heer [oude deskundige] te vervangen door drs. J.A. Osinga RA en drs. A. Stel RV van De Valck Dealmakers B.V. Dit verzoek volgde op bezwaren van partijen tegen de kostenbegroting van de oude deskundige, die aanzienlijk hoger was dan de nieuwe deskundige. De rechtbank heeft vastgesteld dat het voorschot voor het nieuwe deskundigenonderzoek € 24.200,00 inclusief btw bedraagt. De rechtbank heeft ook benadrukt dat partijen ieder de helft van dit voorschot moeten betalen. De beslissing over het voorschot is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen zijn aangehouden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om tussentijds hoger beroep toe te staan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
zaaknummer / rolnummer: C/18/187492 / HA ZA 18-213
Vonnis van 9 maart 2022
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. A.A.M. Kroon-Jongbloed te Groningen,
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
advocaat thans mr. H. Veldman te Roden.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis van 9 juni 2021;
  • de door mr. Kroon-Jongbloed en mr. Lodestein op 2 november 2021 ingediende B16formulieren, waarin zij de rechtbank eenparig verzoeken om de deskundigenopdracht aan de heer [oude deskundige] in te trekken en (zelf) een nieuwe deskundige voor de waardering van de aandelen in [onderneming] te benoemen;
  • de e-mail van 24 december 2021 van drs. J.A. Osinga RA en drs. A. Stel RV, werkzaam bij De Valck Dealmakers B.V. te Heerenveen, waarin zij zich bereid hebben verklaard om het betreffende deskundigenonderzoek uit te voeren en waarin zij hun kosten begroten op € 24.200,00 inclusief btw;
  • de advocaatonttrekking door mr. Lodestein gevolgd door de advocaatstelling door mr. Veldman aan de zijde van [gedaagde];
- het op 9 februari 2022 door mr. Kroon-Jongbloed ingediende B16-formulier, met als bijlage een brief van gelijke datum;
- het op 9 februari 2022 door mr. Veldman ingediende B4formulier waarin hij (om klemmende redenen) heeft verzocht op een nadere termijn om zijn bezwaren tegen de kostenbegroting van de beoogde deskundige te motiveren; de rolrechter heeft dit geweigerd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald. De uitspraak daarvan is (nader) vastgesteld op heden.

2.De verdere beoordeling

Vervanging van een van de benoemde deskundigen

2.1.
De rechtbank heeft bij vonnis van 10 maart 2021 een deskundigenonderzoek bevolen en de heer [oude deskundige] (met betrekking tot de aandelen in [onderneming]) en de heer [voorheen benoemde deskundige] (met betrekking tot de onroerende zaken) benoemd tot deskundigen.
2.2.
Na het vonnis van 9 juni 2021, waarin de rechtbank heeft overwogen de benoeming van deskundige [oude deskundige] te handhaven, hebben partijen - naar aanleiding van de door hem ingediende kostenbegroting ad € 30.250,00 inclusief btw - verzocht om een andere deskundige. Dit door partijen gezamenlijk gedragen verzoek is voor de rechtbank aanleiding geweest om die eerdere deskundigenbenoeming wél te heroverwegen.
2.3.
Ondertussen heeft de rechtbank een andere deskundige gevonden die heeft bevestigd in deze zaak vrij te staan (De Valck). Partijen hebben zich hiermee bij voorbaat akkoord verklaard. De rechtbank is echter niet direct tot benoeming overgegaan gelet op het namens partijen gemaakte voorbehoud dat "
door deze (nog te benoemen) deskundige een redelijke kostenbegroting gehanteerd gaat worden, passend bij de aard en de omvang van [onderneming] B.V." Partijen hebben zich langs informele weg uitgelaten over de kostenbegroting van deze deskundige.
2.4.
De rechtbank overweegt dat het betreffende deskundigenonderzoek naar verwachting goedkoper zal zijn wanneer dit door De Valck zal worden uitgevoerd. De rechtbank zal daarom overgaan tot benoeming van De Valck in de plaats van deskundige [oude deskundige]. Het voorschot zal worden vastgesteld op het begrote bedrag van op € 24.200,00 inclusief btw omdat niet (tijdig) is gebleken van concrete en gerechtvaardigde bezwaren daartegen. De rechtbank realiseert zich dat het nog steeds gaat om een kostbaar onderzoek, maar zolang partijen geen overeenstemming hebben over de waarde van de aan [gedaagde] toe te delen bezittingen en schulden van de nalatenschap van vader, noch over een alternatieve wijze om die waarde te kunnen bepalen [1] , kan niet volledig beslist worden over de verdeling. Mochten partijen naar aanleiding van dit vonnis alsnog overeenstemming bereiken over een (alternatieve) waarde(bepaling), dienen zij de rechtbank hierover onverwijld te berichten opdat voorkomen kan worden dat onnodig deskundigenkosten worden gemaakt.
2.5.
De rechtbank gaat niet in op de "praktische verzoeken" die mr. Kroon-Jongbloed in haar brief van 9 februari 2022 heeft geformuleerd. Nog daargelaten dat mr. Veldman nog niet hierop heeft kunnen reageren, geldt dat het partijen alleen toegestaan was om op de kostenbegroting zelve te reageren. Voor zover de brief tevens bedoeld was als poging om de rechtbank terug te laten komen op eerder genomen (bindende) beslissingen over o.a. de peildatum of als poging om de rechtbank te laten vooruitlopen op het nog uit te voeren onderzoek, is dat niet de geëigende weg.
2.6.
Conform rechtsoverweging 2.24 van het vonnis van 10 maart 2021 zullen partijen ieder de helft van het voorschot van de nieuwe deskundige moeten betalen. De rechtbank overweegt dat zij niet treedt in de wijze waarop eenieder dit gaat bekostigen, anders dan mr. Kroon-Jongbloed in haar brief van 9 februari 2022 verlangt.
2.7.
Inmiddels is één jaar vruchteloos verstreken. Het andere deskundigenonderzoek (met betrekking tot de onroerende zaken) is ook nog niet gestart. Partijen moeten nog steeds ieder de helft van dat voorschot betalen. De rechtbank zal aan de griffier opdragen om contact op te nemen met deskundige Roelofs om er zeker van te zijn dat hij nog steeds (en onder dezelfde voorwaarden) bereid is om de taxatie uit te voeren.
2.8.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
2.9.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
benoemt tot deskundige, ter vervanging van de eerder benoemde deskundige (de heer [oude deskundige], verbonden aan UNO Bedrijfsadviseurs) ter beantwoording van de in rechtsoverweging 3.1 van het vonnis van 10 maart 2021 gestelde vragen:
drs. J.A. Osinga RA en drs. A. Stel RV, verbonden aan De Valck Dealmakers B.V.
bezoekadres: K.R. Poststraat 121, 8441 EN Heerenveen
telefoon: 088-3210400
e-mail: johannes.osinga@devalckdealmakers.nl;
3.2.
bepaalt dat hetgeen voor het overige is bepaald in het vonnis van 10 maart 2021 van toepassing blijft, met dien verstande dat het voorschot voor deze deskundige wordt vastgesteld op € 24.200,00 inclusief btw;
3.3.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Sanna en in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2022.
750

Voetnoten

1.Gedacht kan worden aan de mogelijkheid om het in de andere procedure uitgevoerde deskundigenonderzoek als vertrekpunt te hanteren, waarbij de uitkomsten geëxtrapoleerd worden naar de in deze zaak bepaalde peildatum voor de verdeling.