Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[eiser 1] , wonende te Assen,
[eiser 2], wonende te Zuidhorn,
[eiser 3], wonende te Groningen,
[eiser 4], wonende te Leek,
[eiser 5], wonende te Baflo,
[eiser 6], wonende te Haren,
[eiser 7], wonende te Roden,
[eiser 8], wonende te Roden,
1.De verdere procesgang
- het tussenvonnis van 26 oktober 2021 waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- de mondelinge behandeling op 13 januari 2022 in aanwezigheid van [eisers] (behalve eiser [eiser 1] ), BAT (vertegenwoordigd door [naam 1] , HR manager, en [naam 2] , directeur) en hun gemachtigden.
2.De feiten
staat voor de dienstjaren op de beëindigingsdatum, waarbij de dienstjaren
- tot het 35e levensjaar voor 0,5 tellen;
- van het 35e levensjaar tot 45e levensjaar voor 1 tellen;
- van het 45e levensjaar tot 55e levensjaar voor 1,5 tellen;
- vanaf het 55e levensjaar voor 2 tellen.
exclusief de bonusdie zij jaarlijks ontvangen op grond van de Management Bonus Regeling. [eisers] hebben die overeenkomsten, waarin onder meer een bepaling over finale kwijting is opgenomen, weliswaar getekend maar zij hebben kenbaar gemaakt dat zij van mening zijn dat de bonus in de berekening moet worden meegenomen.
3.De vordering
4.Het geschil
5.De beoordeling
De ontvankelijkheid van [eisers] in hun vordering
.In hoofdstuk 3 zijn onder meer het basissalaris, het bruto jaarinkomen en het bruto maandinkomen gedefinieerd.
conform de salarisschalen van de cao voor BAT Niemeyer. Gesteld noch gebleken is dat de door [eisers] genoemde vergoedingen (gemiddelde consignatie, de gemiddelde overwerktoeslag, de gemiddelde RAU en de gemiddelde bonus € IND) daar ook onder vallen. Onder ‘bruto jaarinkomen’ wordt blijkens de definitie verstaan 12 maal het voor de werknemer geldende basissalaris,
inclusief persoonlijke toeslag en ploegentoeslag(voor zover van toepassing) en vermeerderd met de
vakantietoeslag en de eindejaarsuitkeringgeldend per de beëindigingsdatum. De door [eisers] bedoelde vergoedingen (volgens [eisers] onderdeel van de onderhavige bonus, wat volgens BAT niet juist is) worden daar dus ook niet genoemd. Het bruto maandinkomen (factor B van de berekeningsformule) is gedefinieerd als één twaalfde deel van het voor de werknemer geldende bruto jaarinkomen.
is afgeleidvan de kantonrechtersformule. Uit deze gekozen bewoording blijkt naar het oordeel van de kantonrechter dat BAT met de vakbonden enkel is overeengekomen dat voor wat betreft de berekening van de beëindigingsvergoeding een
soortgelijke formulezal worden gehanteerd als de kantonrechtersformule. Uit de tekst van het Sociaal Plan kan niet worden afgeleid dat BAT en vakbonden hebben bedoeld om het destijds geldende beleid van de kantonrechters onverkort toe te passen en dus ook niet wat de kantonrechters destijds onder loon hebben verstaan.
de transitievergoedingook de overeengekomen variabele looncomponenten verschuldigd in de drie kalenderjaren voorafgaande aan het jaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt, gedeeld door zesendertig, als loon moeten worden beschouwd. BAT was/is derhalve op grond van de wet verplicht (zoals zij ook heeft gedaan) om bij de berekening van de transitievergoeding de bonus mee te tellen. Daaruit volgt naar het oordeel van de kantonrechter echter niet zonder meer dat de bonus voor de beëindigingsvergoeding meeteelt wanneer deze volgens de berekeningsmethodiek hoger is dan de transitievergoeding. Het stond de vakbonden en werkgevers namelijk vrij om in het Sociaal Plan 2020-2024 ter zake van de beëindigingsvergoeding andersluidende afspraken te maken. In dat licht bezien kan [eisers] de verwijzing naar het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 augustus 2018 (ECLI:NL:GHARL:2018:7137) dan ook niet baten. Dat geldt temeer omdat het in dat arrest ging om betaling van de wettelijke vergoeding van de openstaande vakantie-uren aan het einde van het dienstverband.
kennelijk onredelijke situatie.Mede in het licht daarvan moet het beroep op strijd met goed werkgeverschap terughoudend worden beoordeeld.