Uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht Locatie
Leeuwarden
parketnummer 18/234605-21
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18/ 338197-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 22 maart 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1980 te [geboorteplaats] , wonende te [woonplaats] , [straatnaam] , thans gedetineerd de [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 8 maart 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. C.J.J. Visser, advocaat te Amsterdam.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L. Lübbers.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
(parketnummer 18/234605-21)
hij op of omstreeks 30 augustus 2021, te Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, twee telefoons, een geldbedrag van 250 euro en/of een tank lachgas in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een persoon, genaamd [benadeelde partij 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door die [benadeelde partij 3] vast te pakken en/of een arm om diens nek te doen en/of te schoppen en/of een wapen te tonen en/of daarbij woorden te uiten als : "Geld, Geld. Waar is je geld? Geld ! Geld ! Ik ga je schieten", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
(parketnummer 18/338197-21) hij op of omstreeks 27 augustus 2021, te Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een personenauto (Opel Corsa), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 4] en/of [benadeelde partij 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij 4] en/of een persoon genaamd [benadeelde partij 6] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door een vuurwapen op die [benadeelde partij 4] te richten en/of dat vuurwapen te tonen en/of daarbij te zeggen "Geef mij alles wat je hebt of ik schiet je dood" en/of "Maak je zakken leeg", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking en/of die [benadeelde partij 4] een klap op diens hoofd te geven (met dat vuurwapen) en/of een mes te tonen en/of dit mes op de keel te zetten van die [benadeelde partij 6] en/of daarbij te zeggen "Wegwezen", om vervolgens nadat die [benadeelde partij 4] en/of die [benadeelde partij 6] was/waren weggerend, in die auto plaats te nemen en daarmee weg te rijden; subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 27 augustus 2021, te Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, een persoon, genaamd [benadeelde partij 4] , heeft mishandeld door hem een klap op diens hoofd te geven (met een vuurwapen) en/of hij op of omstreeks 27 augustus 2021, te Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, een persoon, genaamd [benadeelde partij 4] en/of een persoon, genaamd
[benadeelde partij 6] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door die [benadeelde partij 4] een vuurwapen te tonen en/of een vuurwapen op hem te richten en/of die [benadeelde partij 4] de woorden toe te voegen: "Geef mij alles wat je hebt of ik schiet je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of door die [benadeelde partij 6] een mes te tonen en/of een mes op de keel te zetten en daarbij te zeggen: "Wegwezen", althans woorden van soortgelijke aard of strekking;
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de in de zaak met parketnummer 18/23460521 en in de zaak met parketnummer 18/338197-21 onder primair ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/234605-21 ten laste gelegde feit geen opmerkingen gemaakt.
De raadsman heeft voorts -zoals nader omschreven in zijn pleitnota- betoogd dat verdachte van het in de zaak met parketnummer 18/338197-21 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat er sprake is van onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. Ten tijde van de diefstal bevonden zich drie personen in de auto. Geen van de inzittenden heeft verdachte als dader aangewezen. Ook de naderhand door de getuige [getuige 2] afgegeven verklaring is onvoldoende, nu hij niet veel verder komt dan een algemeen signalement. Daarnaast is geen DNA van verdachte aangetroffen in de auto.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is -met de raadsman- van oordeel dat het in de zaak met parketnummer 18/338197-21 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen is, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Op grond van het dossier kan niet worden vastgesteld dat het verdachte is geweest die samen met medeverdachte [medeverdachte] , [benadeelde partij 4] op 27 augustus 2021 door (bedreiging met) geweld van zijn auto heeft beroofd. Direct bewijs ontbreekt. Weliswaar komen de signalementen overeen met verdachte en de medeverdachte, maar een directe herkenning is er niet.
Door [benadeelde partij 6] en [benadeelde partij 4] wordt gesproken over gebruikmaking van een vuurwapen.
Op 30 augustus 2021 overvallen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] een lachgaskoerier waarbij ook een vuurwapen wordt gebruikt en op welk wapen het DNA van verdachte wordt aangetroffen. Dit wapen wordt op 30 augustus 2021 aangetroffen bij een doorzoeking in een pand aan de [straatnaam] . Op 30 augustus 2021 zijn verdachte en medeverdachte [medeverdachte] in dit pand geweest in verband met de verjaardag van een bekende. Echter, niet kan worden vastgesteld dat dit het wapen is geweest dat gebruikt is bij de beroving van de auto op 27 augustus 2021. Voorts heeft [benadeelde partij 6] verklaard over een mes waarvan zowel het lemmet als het handvat groen zijn. Een dergelijk mes is, daags na de beroving van de lachgaskoerier, op 31 augustus 2021 aangetroffen in hetzelfde pand aan de [straatnaam] . [benadeelde partij 6] heeft het aangetroffen mes ook herkend als een soortgelijk mes waarmee hij bedreigd is. Op dit mes zijn geen DNA sporen van verdachte of de medeverdachte aangetroffen. De omstandigheid dat verdachte op 30 augustus 2021 in dit pand is geweest, dwingt dan ook niet tot de conclusie dat verdachte betrokken is bij de beroving op 27 augustus 2021.
Onder bedreiging zijn de daders in de bij [benadeelde partij 4] in gebruik zijnde Opel Corsa weggereden. Ook in de naderhand teruggevonden auto zijn zowel geen DNA sporen van verdachte als medeverdachte [medeverdachte] aangetroffen.
Alle feiten en omstandigheden in aanmerking nemende acht de rechtbank dan ook onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden die een eventuele bewezenverklaring zouden kunnen dragen. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van dit feit.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring in de zaak met parketnummer 18/234605-21 redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 maart 2022;
Op 30 augustus 2021 ben ik naar de woning aan de [straatnaam] te Leeuwarden gegaan. Ik had een fles lachgas bij me. De in de badkamer van die woning aangetroffen mobiele telefoon, merk Samsung S3, is mijn eigendom.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 30 augustus 2021,opgenomen op pagina 18 – 22 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2021236821 d.d. 5 november 2021, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 3]
Ik doe aangifte van diefstal met geweld. De diefstal ging als volgt. Ik ben werkzaam als bezorger. Ik bezorg in een busje. Ik lever lachgastanks af. De baas is [benadeelde partij 2] .
Vandaag, 30 augustus 2021 rond 20.30 uur kreeg ik een bericht via de WhatsApp. Er werd gevraagd of ik bij [plaats] kon komen, bij de [straatnaam] in Leeuwarden. Er stond wel een naam bij. Dit was
[verdachte] . Als je op zijn profiel klikte, zag je de naam [verdachte] .
Ik reageerde op dit berichtje dat ik rond 21.10 uur kon komen. Omstreeks 21.10 uur was ik in de straat [straatnaam] te Leeuwarden, vlakbij [plaats] . Toen zag ik twee jongens lopen. Het was een blanke jongen en een getinte jongen. Eentje deed zijn hand in de lucht. Ik ben bij hen gestopt. Zij vroegen hoeveel een tank van 2 kilo lachgas kostte. Ik vertelde hen dat een tank 50 euro kostte. De ene jongen, hij was getint, vroeg aan mij of ze konden pinnen. Ik vertelde dat dit kon. Ik liep naar de bijrijderskant. Ik wilde de deur van de zijkant openen. Ik wilde het pinapparaat pakken. Op dat moment werd ik vastgepakt. De getinte jongen pakte mij vast. De blanke jongen begon te schreeuwen. Geld! Geld! waar is je geld! De donkere jongen zei ook: "Geld! Geld! Ik ga je schieten!. Op het moment dat ik de deur open maakte en het pinapparaat wilde pakken, voelde ik een arm om mijn nek.
Ik werd tegen de zijkant van de bus geduwd. Op dat moment zag ik dat de donkere jongen een pistool pakte. Dit was een zilverkleurig pistool. Ik heb het in een flits gezien. Ik keek en zag het wapen. Ik ben toen maar gaan meewerken.
Ik werd ook nog geschopt door de blanke jongen. Hij probeerde me ook te slaan. Ik ben geraakt op mijn armen. Hij schopte me op mijn benen.
Vervolgens werd ik door de beide jongens in de bus geduwd. Ik vroeg hen wat ze wilden. Ik moest op de passagiersstoel gaan zitten. Zij wilden ook in de bus gaan zitten. Ik vroeg hen wat ik moest doen.
Ik moest schuiven. Ik dacht dat ze mij gingen ontvoeren.
Ze vroegen constant om geld. Ook pakten ze mijn telefoons af. Dit was mijn eigen telefoon en een werktelefoon. En ze pakten mijn geld. Dit was het geld van het bedrijf. Nadat ik alles had gegeven, vroegen ze nog om meer. Ik vertelde dat ik niets meer had. De blanke jongen zei toen dat ze alle lachgasflessen moesten pakken. Ze hebben 1 tank lachgas meegenomen. Dit was een 2 kilotank.
Vervolgens stapten ze uit de bus. Ze riepen nog tegen mij dat ik geen politie moest waarschuwen.
Dan zouden ze mij dood gaan schieten.
Ik ben meerdere zaken kwijt: Een geldbedrag van 250 euro. Ik ben twee telefoons kwijt.
Een van mezelf, een iPhone 6, wit van kleur. De andere telefoon is een zwartkleurige iPhone 8. Hij zit in een hoesje. Het hoesje is goud/bruin van kleur. En er zit een zilverkleurige magneetstrip achterop.
Ik kan u het volgende signalement vertellen van de blanke jongen.
Ik schat hem tussen de 20 en 25 jaar. Hij had een smal gezicht. Hij was tussen de 1.75 en 1.80 meter lang. Het was een hele dunne gozer. Hij droeg een capuchon, zwart van kleur. Ik kon zijn gezicht zien.
Hij had een puntneus. En hij droeg een spijkerbroek. Deze hing half op zijn kont.
Ik kan u het volgende signalement vertellen over de donkere jongen.
Ik schat hem ongeveer tussen de 25 en 30 jaar. Hij was korter dan ik. Ik ben zelf 1.85 meter lang. Ik schat hem rond de 1.80 meter. Hij had een normaal postuur. Hij had lang haar. Rasta. Niet superlang, ik dacht tot ongeveer zijn nek. Hij had een breder gezicht dan de blanke. Volgens mij droeg hij een baardje. Hij had een beetje een half capuchonachtig iets aan. Volgens mij een jack. Toen ik hem zag staan, droeg hij een zwart nektasje en een wit shirt onder het jack.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 31 augustus 2021, opgenomen op pagina 24 - 26 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 2] :
Vanavond omstreeks 20:45 uur was [benadeelde partij 3] bij mij thuis. [benadeelde partij 3] werkt voor mij. Ik heb een nachtwinkel. In mijn nachtwinkel is ook lachgas te verkrijgen. Ik breng deze samen met mijn medewerkers bij de mensen langs. Mensen bestellen het lachgas telefonisch. Dit gaat meestal via de WhatsApp.
Het was vanavond 30 augustus 2021 rond 21:10 uur dat [benadeelde partij 3] vanuit mijn woning vertrok. [benadeelde partij 3] had een afspraak met ene " [verdachte] ". [benadeelde partij 3] heeft een telefoon van mij. Dit is een iPhone. Om deze iPhone zat een bruin/ goudkleurig hoesje, met daarop een magneetsticker opgeplakt. Het was rond 21:23 uur dat er op mijn bel werd gedrukt. Ik zag dat [benadeelde partij 3] voor de deur stond. Hij vertelde mij dat hij was overvallen en dat hij een pistool in zijn zij had gehad.
Toen [benadeelde partij 3] dat vertelde ging er bij mij direct een knop om. Ik bedacht mij dat ik direct mee kon kijken met "find my iPhone". Ik heb toen direct gekeken. Ik zag dat de telefoon van [benadeelde partij 3] in beweging was. Ik ben toen naar beneden gelopen en heb ondertussen de meldkamer gebeld. Toen ik beneden was zag ik dat de telefoon op de [straatnaam] stopte.
Ik doe naast deze verklaring ook aangifte. Van mij zijn een aantal goederen weggenomen door de overvallers. Van mij zijn de iPhone gestolen, het geld en een lachgas cilinder. Het geld wat van mij is weggenomen is 250 euro.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 2 september 2021, opgenomen op pagina 41 - 45 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 1] :
V: Op een gegeven moment kwamen er twee mannen bij je aan de deur. Wie waren dit? A: Die ene jongen heet [verdachte] . De andere jongen is een blanke jongen. Hij heet [medeverdachte] volgens mij.
V: Wisten deze mannen dat je een feestje had?
A: [medeverdachte] wist het wel. Hij zei dat hij een kadootje voor me had. Toen ze bij me waren
‘s avonds wilde hij lachgas aan mij verkopen. Ik heb het cadeau gekregen. De fles wilde hij graag weer terug omdat daar 30 euro aan statiegeld op zat.
V: Hoe laat stonden [verdachte] en [medeverdachte] bij je aan de deur?
A: Ik denk ongeveer rond 22.00 uur 's avonds.
V: Kun je [verdachte] en [medeverdachte] beschrijven qua signalement voor ons?
A: [verdachte] heeft Rasta maar draagt altijd een pet. Ik heb hem altijd met een gezien. Ik kan zijn broek en jas weet ik niet meer. Het haar ligt tot op zijn schouders. Hij heeft een donkere huiskleur. Hij is 1.80 m volgens mij. Hij is iets langer dan ik ben. Ik ben 1.67 m. Hij is gespierd. Hij is rond de 30- 40 jaar.
V: Toen de mannen bij je voor de deur stonden hadden ze toen ook iets bij zich? A: Ja lachgas.
V: Eenmaal binnen, waar hebben [verdachte] en [medeverdachte] gezeten?
A: [verdachte] en [medeverdachte] kwamen via de voordeur binnen. We zijn toen naar de slaapkamer gegaan omdat ze de lachfles met inhoud aan me wilden verkopen. Ik ben toen met [verdachte] naar de badkamer gegaan. Ik wilde graag een cadeau. Uiteindelijk kreeg ik de lachgas. V: Heb je [medeverdachte] en [verdachte] ook wel samen daar in de badkamer gezien?
A: Ja ook wel. Het was me wel opgevallen. Omdat ze niet in de woonkamer waren op een gegeven moment.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 augustus 2021, opgenomen op pagina 49, 50 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Op aanwijzing van het ter plaatse aanwezige politiepersoneel werd ik in contact gebracht met de bewoner van perceel [straatnaam] te Leeuwarden. Hij gaf mij op te zijn genaamd [getuige 1] . Ik, verbalisant [verbalisant] , heb aan [getuige 1] uitgelegd dat de politie een doorzoeking wilde verrichten in zijn woning.
In de WC / doucheruimte werden de volgende goederen aangetroffen te weten:
In de wasmand onder de wasbak werd een zwart-kleurig pistool aangetroffen. Het pistool wasverstopt tussen de kleding in de wasmand.
Achter de wasmachine werden drie mobiele telefoons aangetroffen te weten een witte IPhone 6,een IPhone 8 met een magneetstrip op de achterzijde van het hoesje en een Samsung S3.
In de slaapkamer werd een gevulde lachgasfles aangetroffen. In de slaapkamer stonden meerderelachgasflessen, die echter leeg waren. Een van deze flessen was nog gedeeltelijk gevuld.
6. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina57, 58 van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Goednummer: PL0100-2021236821-1415640
Categorie omschrijving : Wapens/munitie/springstof
Object : Vuurwapen
Kleur : Zwart
Betreft: Vuurwapen, kaartnummer 1415640, SIN AAOZ0609NL
7. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 59 van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Goednummer : PL0100-2021236821-1417425
Object : Gasfles
Totale hoeveelheid : 2,5 kg
Kleur : Blauw
Houder : [getuige 1] , [straatnaam] Leeuwarden
8. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 64 van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Volgnummer 1
Goednummer : PL0100-2021236821-1415596
Categorie omschrijving : Geluid en beeldapp/drager
Object : Communicatieap (Telefoon)
Merk/type : Apple Iphone 6
Bijzonderheden : Beeldscherm beschadigd.
Houder : [getuige 1] , [straatnaam] Leeuwarden
Volgnummer 2
Goednummer : PL0100-2021236821-1415601
Categorie omschrijving : Geluid en beeldapp/drager
Object : Communicatieap
Merk/type : Apple Iphone 8
Bijzonderheden : In bruin/goudkleurig hoesje, magneetstrip achterop.
Houder : [getuige 1] , [straatnaam] Leeuwarden
9. Een schriftelijk bescheid, te weten een bewijs van ontvangst, opgenomen op pagina 67 vanvoornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Achternaam : [benadeelde partij 2]
Voornamen : [benadeelde partij 2]
Verklaart de hierna vermelde in beslag genomen voorwerp(en): Blauwe cilinder lachgas Apple iPhone 8 met bruin/goudkleurig hoesje met magneetstrip te hebben ontvangen.
10. Een schriftelijk bescheid, te weten een bewijs van ontvangst, opgenomen op pagina 68 vanvoornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Naam: [benadeelde partij 3] verklaart hierbij uit handen van de politie te hebben ontvangen:
witte iphone 6.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 augustus 2021,opgenomen op pagina 72 - 77 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Op 31 augustus 2021 werd naar aanleiding van een gewapende overval op de [straatnaam] te
Leeuwarden, een woning betreden. Deze woning was gevestigd aan de [straatnaam] te
Leeuwarden. Deze woning werd vervolgens doorzocht. Achter een wasmachine werden een aantal telefoons aangetroffen en in beslag genomen. Een van deze telefoons bleek een blauwkleurige Samsung S3 te zijn.
Ik controleerde de chatgesprekken in de telefoon. De chatgesprekken waren gevoerd via de applicatie WhatsApp. Ik zag dat er 149 verschillende chatgesprekken in de telefoon waren gevoerd. Ik zag dat de eigenaar van het telefoonnummer [telefoonnummer] zich bediende van de naam [verdachte] .
Ik zag dat er op 30 augustus een gesprek werd gestart door [verdachte] met de persoon [naam] .
[naam] bedient zich van telefoonnummer [telefoonnummer] .
[verdachte] vraagt om een fles lachgas. Omstreeks 18.47 vraagt [verdachte] of [naam] zo bij hem kan komen. [verdachte] wil afspreken bij [plaats], bij de parkeerplaats van de flat. [naam] vraagt om het adres. [verdachte] zegt dat het bij [straatnaam] is, aan het einde van de straat. [verdachte] wil om 9 uur afspreken. [naam] zegt dat hij iets later is, om 10 over.
12. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van
Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.10.08.052, d.d. 8 november 2021, opgemaakt door I. Jense MSc, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerken aanvrager: PL0100-202136821-46 onderzoek ‘NORIET (NN1R021092)
Tabel 1 Bemonsteringen van sporenmateriaal Onderwerp
DNA-onderzoek
SIN Omschrijving bemonstering
AAOV6184NL#01 ruwe delen pistool
Tabel 3 Resultaten, interpretatie en conclusie van het (vergelijkend) DNA-onderzoek
SIN DNA kan afkomstig zijn van Bewijskracht
(omschrijving)
AAOV6184NL#01 minimaal twee personen:
(ruwe delen pistool) - [verdachte] - meer dan 1 miljard
Nadere bewijsoverweging
Uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat verdachte degene is geweest die het chatgesprek heeft gevoerd met aangever. Verdachte heeft tevens erkend dat het zijn telefoon was, met daarop het chatgesprek, die op de [straatnaam] in Leeuwarden werd gevonden. Verdachte is ook degene geweest die kort na de beroving samen medeverdachte [medeverdachte] met een fles lachgas bij getuige [getuige 1] kwam. Daarnaast komt het signalement van verdachte overeen met het door aangever omschreven signalement.
De rechtbank neemt voorts in aanmerking dat het op het vuurwapen aangetroffen DNA spoor van verdachte afkomstig is. Het vuurwapen is direct na de overval aangetroffen in dezelfde ruimte als waar de werktelefoon en privételefoon van aangever, tezamen met de telefoon van verdachte is aangetroffen. Op grond van deze feiten en omstandigheden komt de rechtbank tot het oordeel dat het niemand anders dan verdachte kan zijn geweest, die samen met zijn medeverdachte aangever heeft beroofd. Het feit is derhalve bewijsbaar.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het in de zaak met parketnummer 18/234605-21 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op 30 augustus 2021, te Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander, twee telefoons, een geldbedrag van 250 euro en een tank lachgas, die geheel aan [benadeelde partij 1] of
[benadeelde partij 2] of [benadeelde partij 3] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen een persoon, genaamd [benadeelde partij 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door die [benadeelde partij 3] vast te pakken en een arm om diens nek te doen en te schoppen en een wapen te tonen en daarbij woorden te uiten als: "Geld. Geld. Waar is je geld? Geld ! Geld ! Ik ga je schieten", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en diefstal, gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de in de zaak met parketnummer 18/338197-21 onder primair en in de zaak met parketnummer 18/234605-21 ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met aftrek van voorarrest, met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn voorgesteld.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, zodat verdachte direct een aanvang kan maken met zijn behandeling in de FPA te Franeker.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting de voorlichtingsrapportage, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in vereniging plegen van een diefstal met geweld. Door verdachte en zijn medeverdachte is een bezorger van lachgas beroofd van zijn telefoons, geld en een fles lachgas.
Verdachte had daarvoor een afspraak gemaakt met de bezorger en afgesproken naar welke straat deze bezorger moest komen. Aldaar aangekomen werd hij aangesproken door verdachte en zijn medeverdachte. Onder bedreiging van een vuurwapen en door aangever te mishandelen zijn de goederen afhandig gemaakt. De diefstal met geweld en bedreiging heeft een diepe indruk gemaakt op aangever. Aangever kreeg het idee dat hij neergeschoten zou worden. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van zulke feiten nog lang last hiervan hebben en dat hun gevoel van veiligheid in hun werk maar ook daarbuiten is aangetast. De rechtbank neemt het verdachte dan ook zeer kwalijk dat hij aan dit strafbare feit heeft bijgedragen.
Verdachte heeft een uitgebreid strafblad, met ook veel veroordelingen voor vermogensdelicten in de afgelopen vijf jaar. Aan verdachte is eerder een ISD-maatregel opgelegd; deze was kort voor deze diefstal met geweld afgerond. Tot 2011 heeft verdachte zich ook veelvuldig schuldig gemaakt aan geweldsdelicten.
Uit de reclasseringsrapportage leidt de rechtbank af dat sprake is van een langdurige verslavingsproblematiek. Ook op de leefgebieden financiën, psychosociaal functioneren, houding en sociaal netwerk zijn problemen. Daarnaast is er sprake van niet aangeboren hersenletsel, veroorzaakt door een auto-ongeluk. De reclassering vindt het wenselijk onderzoek te doen in hoeverre dit het voor hem moeilijker maakt om zijn keuzes te overzien en ervan te leren. Klinische en ambulante trajecten hebben niet tot een bestendige positieve gedragsverandering geleid. Gedurende de korte opname in een FPA in het kader van de ISD-maatregel heeft verdachte laten zien dat hij abstinent kan blijven in een gestructureerde omgeving. De reclassering ziet een hernieuwde klinische opname in een stevig forensisch kader als enige kans om verdachte in de richting van een delictvrij bestaan te leiden.
De rechtbank is van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend en geboden is.
Aangezien verdachte van een feit wordt vrijgesproken komt de rechtbank tot een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie is geëist.
De rechtbank komt daarbij wel tot een hogere gevangenisstraf dan verdachtes medeverdachte [medeverdachte] , mede gelet op het feit dat verdachte degene is geweest die heeft gedreigd met het vuurwapen en het uitgebreide strafblad van verdachte.
Het voorstel van de verdediging om verdachte reeds nu te laten beginnen met de klinische behandeling miskent de ernst van het feit.
De rechtbank zal aan het voorwaardelijke deel van de straf de door de reclassering voorgestelde bijzondere voorwaarden koppelen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c en 312 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte in de zaak met parketnummer 18/338197-21 onder primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18/234605-21 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van eenentwintig maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot zes maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
een gedeelte, groot zes maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich meldt zich binnen 5 werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij VNN,Reclassering op het adres [straatnaam] te Leeuwarden. Veroordeelde blijft zich, gedurende de proeftijd, melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
dat de veroordeelde zich laat opnemen in Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA), GGZ Friesland teFraneker of een soortgelijke zorginstelling, bijvoorbeeld als overbruggingszorg, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing.
De opname start op de plaatsingsdatum welke door de instelling is te kennen gegeven.
De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
3. dat de veroordeelde zich laat behandelen door een nog nader te bepalen zorgverlener, te bepalendoor de reclassering. De behandeling start tijdens en/of aansluitend de opname in een zorginstelling. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Bij aanleiding die zich kan voordoen, bijvoorbeeld terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld, ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat betrokkene zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
4. dat de veroordeelde zal verblijven in een nog te nader bepalen instelling voor beschermd wonen ofmaatschappelijke opvang te bepalen door de reclassering.
Het verblijf start tijdens en/of aansluitend aan de opname in een zorginstelling. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem/haar heeft opgesteld.
5. dat de veroordeelde zal meewerken aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om hetmiddelengebruik te monitoren. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.C. Koelman, voorzitter, mr. G.W.G. Wijnands en mr. A. de Jong, rechters, bijgestaan door A. van Dijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 maart 2022.