ECLI:NL:RBNNE:2022:940
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waardedaling van een woning door mijnbouwschade en de berekening van de waardedalingsvergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 30 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de waardedaling van een woning als gevolg van mijnbouwschade. Eiser, die van 3 oktober 2002 tot 14 november 2019 eigenaar was van de woning, heeft een aanvraag ingediend voor een waardedalingsvergoeding bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen. De aanvraag werd afgewezen, waarna eiser in beroep ging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder bij de berekening van de waardedalingsvergoeding terecht is uitgegaan van de verkoopprijs van de woning in plaats van de WOZ-waarde. Eiser betoogde dat de waardedalingsvergoeding te laag was en dat hij recht had op een hogere vergoeding, maar de rechtbank oordeelde dat eiser zijn stellingen niet voldoende had onderbouwd. De rechtbank heeft ook de eigendomssituatie van de woning beoordeeld en geconcludeerd dat eiser terecht als 50% eigenaar werd beschouwd in de relevante periode. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat de beslissing van de verweerder om de aanvraag voor de waardedalingsvergoeding af te wijzen, werd bevestigd.