ECLI:NL:RBNNE:2023:107

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 januari 2023
Publicatiedatum
16 januari 2023
Zaaknummer
10244168 VV EXPL 22-73
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van huurwoning wegens illegaal vuurwerk en drugsbezit

In deze zaak vorderde de verhuurder, Stichting Domesta, in kort geding ontruiming van een huurwoning van de gedaagde partij. De aanleiding voor deze vordering was de ontdekking van 60 kilo illegaal vuurwerk in de woning van de gedaagde en 1,5 kilo softdrugs in zijn auto. De verhuurder stelde dat de gedaagde tekort was geschoten in zijn verplichtingen als huurder door gevaarzettend gedrag te vertonen, wat een spoedeisend belang voor ontruiming rechtvaardigde. De gedaagde had op 20 december 2022 een dagvaarding ontvangen en de zitting vond plaats op 9 januari 2023. Tijdens de zitting werd door de gedaagde verweer gevoerd, waarbij hij betwistte dat het vuurwerk illegaal was en dat hij handelde in drugs. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de gedaagde niet aannemelijk had gemaakt dat de aangetroffen hoeveelheid vuurwerk niet klopte en dat hij op de hoogte had moeten zijn van de illegale status van het vuurwerk. De rechter concludeerde dat de gedaagde ernstige tekortkomingen had begaan die ontruiming rechtvaardigden. De ontruiming werd toegewezen, met een termijn van vier weken na betekening van het vonnis. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Assen
zaaknummer / rolnummer: 10244168/ VV EXPL / 22-73
Vonnis van de kantonrechter ex art. 254 lid 5 Rv van 23 januari 2023
in de zaak van
de stichting
Stichting Domesta,
gevestigd en kantoorhoudende te Emmen,
eisende partij,
advocaat mr. P. Keijzer te Emmen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij,
advocaat mr. M. Withaar te [woonplaats].
Partijen zullen hierna Domesta en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Domesta heeft [gedaagde] op 20 december 2022 gedagvaard om op 9 januari 2023 om 14:00 uur in persoon of vertegenwoordigd door een gemachtigde, te verschijnen op de zitting van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, kamer voor kantonzaken, locatie Assen, in het gerechtsgebouw aan de Brinkstraat 4.
1.2.
Op 5 januari 2023 heeft mr. Withaar een afschrift van het medisch rapport van [gedaagde] doen toekomen aan de voorzieningenrechter en aan Domesta.
1.3.
Ter zitting van 9 januari 2023 is [naam], werkzaam als wijkconsulent, verschenen namens Domesta, bijgestaan door mr. P. Keijzer. Aan de zijde van gedaagde partij zijn verschenen [gedaagde] en mr. M. Withaar. Zowel mr. Keijzer als mr. Withaar heeft een pleitnotitie overhandigd en voorgedragen.
1.4.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De vordering

2.1.
Domesta vordert dat de voorzieningenrechter, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt:
I. om binnen veertien dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, het gehuurde, staande en gelegen aan ([adres]) te [woonplaats], met alle daarin, daarop en daarnaast aanwezige personen en goederen, voor zover deze goederen niet aan Domesta toebehoren, te verlaten en te ontruimen, onder afgifte van de sleutels aan Domesta, leeg bezemschoon en schadevrij ter vrije en algehele beschikking van Domesta te stellen;
II. in de kosten van dit kort geding, waaronder begrepen het salaris gemachtigde, alsmede in de nakosten, begroot op een half salarispunt met een maximum van € 124,00 zonder dat daarvoor betekening is vereist.
2.2.
Domesta legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen zich als een goed huurder te gedragen, geen overlast te veroorzaken en het gehuurde te gebruiken overeenkomstig de bestemming als woonruimte. [gedaagde] heeft een grote hoeveelheid illegaal vuurwerk opgeslagen en daarin gehandeld, waardoor hij gevaarzettend heeft gehandeld voor zichzelf en voor omwonenden. Daarnaast heeft [gedaagde] een handelshoeveelheid drugs opgeslagen in de schuur en gehandeld in drugs.
Deze tekortkomingen zijn zonder meer van voldoende gewicht om ontbinding te rechtvaardigen. Volgens Domesta is het voldoende aannemelijk dat de bodemrechter een vordering tot ontbinding en ontruiming zal toewijzen. Domesta stelt dat zij een spoedeisend belang heeft bij het door haar gevorderde om andere huurders te vrijwaren van het risico op brand, ontploffing of overlast. Daarnaast draagt een spoedige ontruiming bij aan het beleid van Domesta dat zij daadkrachtig optreedt tegen dergelijke risicovolle (illegale) activiteiten en daar gaat een signaalwerking naar andere huurders van uit.
2.3.
[gedaagde] voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering van Domesta. [gedaagde] voert aan dat er geen sprake is van dusdanige tekortkomingen die de ontruiming op dit moment rechtvaardigen. Volgens [gedaagde] staat nu niet vast dat het aangetroffen vuurwerk illegaal was, dat het daadwerkelijk om 60 kilo ging en dat hij een gevaarzettende situatie heeft veroorzaakt. Evenmin heeft hij gehandeld in vuurwerk. Ten aanzien van de gevonden drugs voert [gedaagde] aan dat niet vaststaat dat hij handelt in drugs vanuit de woning aangezien de drugs zijn aangetroffen in zijn auto.

3.De beoordeling

Spoedeisend belang

3.1.
Gelet op het veiligheidsrisico dat voor omwonenden heeft bestaan, heeft Domesta naar het oordeel van de voorzieningenrechter een spoedeisend belang bij de door haar ingestelde vordering tot ontruiming van de woning. Daarnaast heeft Domesta een zwaarwegend belang om ook naar andere huurders een signaal af te geven dat tekortkomingen zoals in het onderhavige geval niet worden getolereerd. Op grond van het voorgaande kan naar het oordeel van de kantonrechter in redelijkheid niet van Domesta gevergd worden dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht.
De vordering
3.2.
Gezien de ernst van de gevolgen voor de betrokken huurder, [gedaagde], kan een ontruiming in kort geding slechts worden uitgesproken indien de tekortkoming van zodanige aard en ernst is dat ontruiming op korte termijn noodzakelijk is en hoogstwaarschijnlijk is dat de bodemrechter (wanneer zijn oordeel wordt gevraagd) de huurovereenkomst zal ontbinden.
Vuurwerk
3.3.
[gedaagde] betwist de hoeveelheid vuurwerk die volgens de politie in de woning en in de schuur is aangetroffen. [gedaagde] heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt waarom de hoeveelheid die door de politie is gewogen en vermeld in de gemaakte bestuurlijke rapportage, ongeveer 60 kilogram, niet klopt. In dit opzicht is ter zitting niets aangevoerd, behalve dat [gedaagde] zich niet kan voorstellen dat het zo veel was. De voorzieningenrechter heeft dan ook geen reden om aan de juistheid van de door de politie gewogen hoeveelheid te twijfelen.
Voor wat betreft het verweer van [gedaagde] dat niet vast staat of het aangetroffen vuurwerk illegaal was, althans dat hij niet wist dat het vuurwerk illegaal was, overweegt de voorzieningenrechter dat hij geen reden ziet om aan de door de politie in de bestuurlijke rapportage opgenomen classificatie “illegaal” te twijfelen. Daarnaast overweegt de voorzieningenrechter dat het een feit van algemene bekendheid is dat nitraten en Chinese rollen (100.000 klappers) illegaal vuurwerk zijn, zodat ook [gedaagde] dit had behoren te weten. Het is naar het oordeel van de voorzieningenrechter dus voldoende aannemelijk dat [gedaagde] ongeveer 60 kilo aan illegaal vuurwerk in het gehuurde aanwezig heeft gehad. Dit levert een ernstige tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] op in de nakoming van zijn verplichtingen voortvloeiend uit de wet en de huurovereenkomst.
De voorzieningenrechter overweegt ten overvloede dat, ook indien het geen illegaal vuurwerk zou betreffen, de opslag van een dergelijke hoeveelheid consumentenvuurwerk in een tussenwoning eveneens gevaarzettend is en ook dan een ernstige tekortkoming oplevert.
Drugs
3.4.
Met betrekking tot de door de politie in de auto van [gedaagde] aangetroffen ruim 1500 gram hennep en hasj alsmede materialen die gebruikt worden om te dealen, overweegt de voorzieningenrechter als volgt. [gedaagde] heeft ter zitting betwist dat er sprake is van drugs(handel) in of vanuit de woning althans dat is vooralsnog niet aangetoond. De voorzieningenrechter stelt vast dat [gedaagde], zo blijkt uit de bestuurlijke rapportage, heeft verklaard dat de verdovende middelen van vier personen waren en dat de voorraad sinds een week of zeven bij hem in de schuur stond, dus in het gehuurde. De voorzieningenrechter acht de verklaring van [gedaagde] ter zitting dat hij ‘vuurwerk’ bedoelde in plaats van ‘verdovende middelen’ niet aannemelijk. Deze verklaring is niet alleen strijdig met de in de bestuurlijke rapportage opgenomen verklaring dat het vuurwerk overblijfselen van een jaar geleden zijn, maar ook met de ter zitting afgelegde verklaring dat het vuurwerk voor eigen gebruik was. Dit, in samenhang met de verklaring van de wijkconsulente van Domesta alsmede de opmerkingen in de bestuurlijke rapportage over meldingen van handel in verdovende middelen door [gedaagde], maakt dat de voorzieningenrechter het voldoende aannemelijk acht dat [gedaagde] op enig moment een handelshoeveelheid drugs in het gehuurde aanwezig heeft gehad. Hierdoor heeft hij niet alleen in strijd met de algemene huurvoorwaarden en de wet gehandeld maar ook risicoverhogend gehandeld met betrekking tot het gehuurde en de omgeving.
3.5.
Het in het gehuurde aanwezig hebben van een ongeveer 60 kilo illegaal vuurwerk is naar het oordeel van de voorzieningenrechter op zichzelf al een voldoende ernstige tekortkoming en reden om de ontruiming in kort geding toe te wijzen. Ook het beschikken over een handelshoeveelheid drugs in en rond het gehuurde levert op zichzelf een voldoende ernstige tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] op en is naar het oordeel van de voorzieningenrechter aldus eveneens reden om de ontruiming in kort geding toe te wijzen. Beide ernstige tekortkomingen tezamen rechtvaardigen zonder meer een ontruiming in kort geding. De voorzieningenrechter acht het ook voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat dit tekortschieten de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning rechtvaardigt, ook als rekening wordt gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [gedaagde] en de grote gevolgen voor hem van het verlies van de woning. De slechte gezondheid van [gedaagde] en de moeilijkheid om een andere woning te vinden, wegen - anders dan [gedaagde] betoogt - niet op tegen de ernst van de tekortkomingen en het belang van Domesta en de andere huurders in de ([adres]) bij een veilige woonomgeving.
3.6.
De gevorderde ontruiming zal gezien het voorgaande worden toegewezen. Gelet op de medische situatie van [gedaagde] zal de voorzieningenrechter de ontruimingstermijn stellen op vier weken na betekening van het vonnis.
3.7.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] in de kosten van de procedure worden veroordeeld. De nakosten zullen worden toegewezen zoals in de beslissing is vermeld.
De kosten aan de zijde van Domesta worden begroot op:
- dagvaarding € 127,43
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde
€ 498,00
Totaal € 753,43

4.De beslissing

De kantonrechter recht doende als voorzieningenrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen vier weken na betekening van het vonnis, het gehuurde, staande en gelegen aan de ([adres]) te [woonplaats], met alle daarin, daarop en daarnaast aanwezige personen en goederen, voor zover deze goederen niet aan Domesta toebehoren, te verlaten en te ontruimen, onder afgifte van de sleutels aan Domesta, leeg bezemschoon en schadevrij ter vrije en algehele beschikking van Domesta te stellen;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit kort geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Domesta vastgesteld op € 753,43 en € 124,00 aan nakosten.
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J.R. de Locht en in het openbaar uitgesproken op
23 januari 2023.