Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken
d.d. 11 april 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
- hem hard naar boven te duwen en
- hem uit te lachen, belachelijk te maken en te kleineren vanwege zijn manier van bewegen, enneerbuigend te doen over dingen waar hij niet goed in was en - door telkens partij te kiezen voor haar biologische zoon [naam 3] en
- door tegen hem te zeggen dat hij niets mocht zeggen en dat ze zichzelf iets aan zou doen of hetgezin zou verlaten en dat papa en mama uit elkaar zouden gaan en
- hem te schoppen op zijn buik, benen en onder zijn bips en
- door hem te slaan op zijn kont of schouderblad en
- hem stevig bij zijn arm te pakken en op een stoeltje te zetten en
- hem op zijn kamer te zetten en daarbij te zeggen dat hij er voor moest zorgen dat zijn piemel stijfwerd en hij met zichzelf aan de gang ging en vervolgens haar man erbij te roepen en te zeggen : "Zie je, hij is weer met zichzelf in de weer, moet je nou eens kijken" en
- door zijn mond te lang dicht te duwen zodat hij zijn kaken op elkaar zou houden en hij dan door zijnneus moest ademen en dan een harde tik op zijn kin te geven en
- door bij fysio-oefeningen te hard aan zijn benen te trekken en
- door hem ruw en hard in te zepen of af te rossen onder de douche en
- door te benoemen dat bij hem alles er op en er aan zat en hij groot geschapen was en of hij dat nietlastig vond en
- door hem onder de douche opdracht te geven zichzelf af te trekken en
- door aldus een stuk eenzaamheid bij hem te veroorzaken en
- door haar wraak op haar man op hem te projecteren en
- door te eisen dat hij ook van haar hield,
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden.
een gedeelte, groot negen maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
- het bedrag van € 14.500,94 (zegge: veertienduizend vijfhonderd euro en vierennegentig eurocent);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 augustus 2020 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.