ECLI:NL:RBNNE:2023:1638

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 januari 2023
Publicatiedatum
21 april 2023
Zaaknummer
96.245022.20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Snelheidsovertreding met meting door voorliggend voertuig

Op 13 januari 2023 vond de terechtzitting plaats in de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, waar de kantonrechter M. van den Steenhoven de zaak behandelde tegen een verdachte die beschuldigd werd van een snelheidsovertreding. De verdachte had op 21 september 2020 te Anderen, gemeente Aa en Hunze, met een motorvoertuig een snelheid van ongeveer 132 kilometer per uur gereden, terwijl de toegestane maximumsnelheid 100 kilometer per uur was. De meting was uitgevoerd door een verbalisant die voor de verdachte reed, wat ongebruikelijk is, maar de kantonrechter oordeelde dat er voldoende maatregelen waren genomen om de meting correct uit te voeren. De kantonrechter baseerde zijn oordeel op de bekennende verklaring van de verdachte en het proces-verbaal van de overtreding.

De officier van justitie stelde dat de meting geldig was, ondanks dat de verbalisant voor de verdachte reed, omdat hij gebruik had gemaakt van cruise control en een specialist was van het team verkeer. De verdachte erkende dat hij te hard reed, maar gaf aan dat hij nu een andere baan had en niet meer te hard reed. De kantonrechter oordeelde dat de meting correct was uitgevoerd en dat de verdachte strafbaar was voor de overtreding.

De kantonrechter legde een geldboete op van 300 euro, subsidiair zes dagen hechtenis onvoorwaardelijk, en een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Dit vonnis werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 13 januari 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 96.245022.20
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de kantonrechter in bovengenoemde rechtbank op 13 januari 2023.
Tegenwoordig:
mr. M. van den Steenhoven, kantonrechter, en
S. Obbes, griffier.
De kantonrechter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de kantonrechter te zijn genaamd:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 januari 2023.
Verdachte is verschenen en het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H.D. Roskam.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 21 september 2020 te Anderen, gemeente Aa en Hunze, buiten
de bebouwde kom, als bestuurder van een motorvoertuig (bedrijfsauto) op de voor
het openbaar verkeer openstaande weg, de Rijksweg N33, welke weg als autoweg
was aangeduid, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 132 kilometer per uur,
in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid van 100 kilometer per uur met
meer dan 30 kilometer per uur heeft overschreden.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie geeft aan dat verbalisant voor verdachte reed toen hij de meting verrichtte. Ingevolge recente arresten van het Gerechtshof dienen metingen verricht te worden als iemand achter een verdachte rijdt, omdat het volgens het Gerechtshof anders lastig is om en op de tussenafstand en op de (eigen) snelheid te letten.
In onderhavige casus heeft verbalisant echter gebruik gemaakt van de cruise control en is hij tevens een specialist van het team verkeer waardoor er tot een bewezenverklaring kan worden gekomen.
Zij acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Standpunt van verdachte
Ik weet niet meer waarom ik toen te hard reed. Ik heb nu een andere baan en rijd niet meer te hard. Ik woon in Den Haag en werk in Assen. Als ik nu in Assen moet zijn betaalt mijn baas een hotelovernachting.
Oordeel van de kantonrechter
Feiten en omstandigheden
De kantonrechter is van oordeel dat uitgangspunt bij het meten van een snelheidsovertreding is dat het voertuig van de ambtenaar het voertuig waarvan de snelheid moet worden vastgesteld volgt. Hierbij wordt gezorgd voor een vrijwel gelijkblijvende tussenafstand. De tussensnelheid kan door de ambtenaar worden beïnvloed door zijn snelheid te verhogen of verlagen. Dit is minder goed mogelijk wanneer, zoals bij onderhavige overtreding, het te meten voertuig achter het dienstvoertuig rijdt. Echter, in onderhavig geval was de betreffende ambtenaar een specialist van het team verkeer. Toen deze ambtenaar zag dat de afstand tussen hem en verdachte kleiner werd, startte hij de snelheidsmeting en stelde hij de cruise control in op 145 kilometer per uur. Vervolgens constateerde deze ambtenaar gedurende duizend meter dat de tussenafstand van het begin van de meting beduidend groter was dan aan het einde van de snelheidsmeting. Hieruit concludeerde de ambtenaar dat verdachte met dezelfde snelheid heeft moeten rijden. De boordsnelheidsmeter was 145 kilometer per uur, de snelheid volgens de kalibratietabel 137 kilometer per uur en de werkelijke (gecorrigeerde) snelheid is dan 132 kilometer per uur geweest.
De kantonrechter past ten aanzien van het ten laste gelegde de volgende bewijsrniddelen toe
die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals
hieronder zakelijk weergegeven.
- bekennende verklaring van verdachte op de zitting d.d. 13 januari 2023;
- een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van overtreding
d.d. 7 oktober 2020, opgenomen op pagina 1 e.v. in het dossier van Politie Groningen,
Dienst Regionale Operationele Samenwerking (NN) Team Verkeer (nn) met zaaknummer
002398527, inhoudende de verklaring van verbalisant.

Bewezenverklaring

De kantonrechter verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan met dien verstande dat
hij op 21 september 2020 te Anderen, gemeente Aa en Hunze, buiten
de bebouwde kom, als bestuurder van een motorvoertuig (bedrijfsauto) op de voor
het openbaar verkeer openstaande weg, de Rijksweg N33, welke weg als autoweg
was aangeduid, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 132 kilometer per uur,
in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid van 100 kilometer per uur met
meer dan 30 kilometer per uur heeft overschreden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Overtreding van het bepaalde in artikel 21 sub a Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
Het feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De kantonrechter acht verdachte strafbaar nu niet van enige rechtvaardigingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
een geldboete van 300 euro, subsidiair zes dagen hechtenis onvoorwaardelijk en de ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Standpunt van de verdachte
Ik kan een boete betalen.
Oordeel van de kantonrechter
Bij de strafoplegging neemt de kantonrechter in aanmerking de aard en de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, alsmede de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De kantonrechter acht het door de officier van justitie gevorderde passend en geboden.

Uitspraak

De kantonrechter

Verklaart zoals bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
een geldboete van 300 euro, subsidiair zes dagen hechtenis onvoorwaardelijk en de ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van den Steenhoven, kantonrechter, bijgestaan door
S. Obbes, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 januari 2023.