De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met een proeftijd van twee jaren, en een taakstraf voor de duur van 240 uren. De officier van justitie heeft aangevoerd dat zij bij het bepalen van haar strafeis rekening houdt met de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en burgerlijke vrijheden (hierna: EVRM).
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor schuldigverklaring zonder oplegging van een straf. Hiertoe heeft zij aangevoerd dat rekening moet worden gehouden met de ernstige overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM. De strafzaak en de daaraan gerelateerde beslagleggingen hebben, gelet daarop, reeds grote gevolgen gehad voor verdachte en zijn gezin.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de rapportage van de reclassering van 9 november 2022 en het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende lange tijd schuldig gemaakt aan het tezamen en in vereniging handelen in het illegale erectiemiddel Kamagra. De verdachten maakten gebruik van professioneel uitziende internetsites om de illegale goederen te promoten en te verkopen. De verdachten hebben dit jarenlang en op grote schaal gedaan. Hun clientèle bestond dikwijls uit afnemers die onwetend waren over de illegaliteit en de gevaren van de aangeboden medicatie. Betalingen vonden plaats via de infrastructuur van het reguliere Nederlandse betalingsverkeer. Hierbij waren de grote Nederlandse banken betrokken alsmede de door hen ondersteunde online betaalmethoden zoals iDEAL. De verdere distributie van de medicijnen werden (deels) uitgevoerd door bonafide en onwetende bezorgdiensten zoals PostNL. De verdachten hebben gebruik gemaakt van andere personen die voor verdachten vennootschappen hebben opgericht, met als doel de afscherming van hun identiteiten, het betalingsverkeer, het logistieke proces en de marketing. Daarnaast werd een bedrijfspand gebruikt voor de levering, distributie en opslag van de medicatie, zodat al met al gesproken kan worden van een professionele handel.
De illegale opbrengsten werden geherinvesteerd in criminele activiteiten, waaronder door het aanschaffen van nieuwe illegale medicatie uit het buitenland en het betalen van mensen die voor de verdachten vennootschappen hebben opgericht. De opbrengsten werden daarnaast, na meerdere girale overschrijvingen, ingezet voor de aanschaf van onder meer dure auto’s, een chalet en cryptocurrency.
Het illegaal, zonder toezicht van een arts of apotheek, op grote schaal verkopen van geneesmiddelen die, voor zover die al zullen worden voorgeschreven door een arts, uitsluitend op recept verkrijgbaar zijn vormt, gelet op de mogelijk schadelijke bijwerkingen, een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid met in het ergste geval fatale gevolgen, door onoordeelkundige toepassing en verslavende effecten. De verdachte heeft uitsluitend oog gehad voor zijn eigen financieel gewin en de risico's van die middelen voor de gezondheid van de gebruikers op de koop toegenomen.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte blijkens het Uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 27 oktober 2022 niet eerder onherroepelijk is veroordeeld. Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het over verdachte uitgebrachte reclasseringsrapport d.d. 9 november 2022 waaruit blijkt dat er voorafgaand en ten tijde van het bewezen verklaarde bij verdachte geen sprake was van problemen op de diverse leefgebieden. Desondanks heeft verdachte welbewust de keuze gemaakt om zich in te laten met de handel in illegale erectiemiddelen. Dit baart de rechtbank zorgen. Om verdachte ervan te weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen, maar ook om de ernst van de feiten te benadrukken, zal de rechtbank een deels voorwaardelijke straf opleggen.
In artikel 6, eerste lid, van het EVRM is het recht van iedere verdachte gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Een strafzaak moet in beginsel twee jaar nadat verdachte mag verwachten dat hij vervolgd zal gaan worden met een einduitspraak worden afgedaan. In dit geval is die redelijke termijn fors overschreden: verdachte is op 31 januari 2018 in verzekering gesteld. Op dat moment is de termijn aangevangen. De einduitspraak is op 19 januari 2023. Naar vaste rechtspraak moet overschrijding van de redelijke termijn in beginsel tot strafvermindering leiden. De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat uitdrukkelijk rekening met dit tijdsverloop door geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf meer op te leggen. De rechtbank acht, alles afwegende, een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met een proeftijd van twee jaren, passend en geboden. Daarnaast acht de rechtbank een taakstraf voor de duur van 240 uren passend.