ECLI:NL:RBNNE:2023:174

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 januari 2023
Publicatiedatum
19 januari 2023
Zaaknummer
18/950028-18 ontneming
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak

Op 19 januari 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 18/950028-18, waarin de officier van justitie een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel heeft ingediend. De vordering betreft een bedrag van € 3.682.504,00, dat door de veroordeelde zou zijn verkregen uit strafbare feiten, waaronder de handel in illegale geneesmiddelen. De behandeling van de zaak vond plaats op 24 november 2022, waarbij de veroordeelde werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. L. Klewer, en het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. D. Homans - de Boer.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde gedurende de bewezen verklaarde periode een leidende rol heeft gehad in de handel in het illegale erectiemiddel Kamagra. De rechtbank baseert haar oordeel op verschillende bewijsmiddelen, waaronder een rapport over de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft de totale opbrengsten van de betrokken ondernemingen berekend op € 7.361.479,70, met totale kosten van € 2.002.514,75. Na aftrek van de kosten en de bedragen die aan medeveroordeelden zijn toebedeeld, is het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde vastgesteld op € 3.682.504,00.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de veroordeelde verplicht tot betaling van het vastgestelde bedrag aan de staat. Tevens is de duur van de gijzeling vastgesteld op maximaal 1080 dagen. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en de andere rechters buiten staat waren om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/950028-18
beslissing van de meervoudige economische kamer d.d. 19 januari 2023 op een vordering van de officier van justitie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
in de zaak tegen

[veroordeelde],

geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats], wonende te [straatnaam],
[woonplaats],
hierna te noemen: veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft op 9 september 2022 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank het bedrag vast zal stellen waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht, wordt geschat en dat de rechtbank aan voornoemde veroordeelde de verplichting zal opleggen tot betaling aan de staat van een bedrag van € 3.682.504,00 ter ontneming van het uit het in de zaak met parketnummer 18/950028-18 voortvloeiende, wederrechtelijk verkregen voordeel.
De behandeling heeft plaatsgevonden ter terechtzitting van 24 november 2022. Het onderzoek ter terechtzitting is gesloten op 19 januari 2023.
Veroordeelde is ter terechtzitting van 24 november 2022 verschenen, bijgestaan door mr. L. Klewer, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. D. Homans - de Boer.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gepersisteerd in haar vordering.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft de berekening van het wederrechtelijk voordeel betwist. Hij heeft onder meer aangevoerd dat bij de berekening moet worden uitgegaan van de verklaringen die veroordeelde tijdens zijn verhoren bij de politie en ter terechtzitting heeft afgelegd. Dit leidt ertoe dat het wederrechtelijk verkregen voordeel dat aan veroordeelde kan worden toegerekend € 898.253,142 bedraagt. Ten aanzien van de periode voor mei 2016 heeft veroordeelde verklaard dat zeventig procent van de inkomsten een illegale herkomst had, en dat dertig procent een legale herkomst had. Bij het bepalen van het wederrechtelijk verkregen voordeel moeten daarom de opbrengsten uit de ondernemingen met dertig procent worden verminderd. Daarnaast heeft veroordeelde kosten gemaakt in de onderneming en kosten gemaakt om veroordeelde [medeveroordeelde 3] te betalen. Vanaf mei 2016 is veroordeelde teruggetreden als bedrijfsleider, heeft hij de bedrijfsleiding overgedragen aan veroordeelden [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2] en heeft hij niet meer gedeeld in de grote winsten, maar alleen een maandelijks loon en huur voor het bedrijfspand ontvangen. Dit betekent dat het daadwerkelijk genoten wederrechtelijk verkregen voordeel € 898.253,142 bedraagt. De raadsman heef ten slotte verzocht de kosten van het gelegde beslag in mindering te brengen op het wederrechtelijk verkregen voordeel.

Bewijsmiddelen 1

De rechtbank baseert de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel op de volgende bewijsmiddelen:
het vonnis van de meervoudige strafkamer van deze rechtbank van 19 januari 2023 in deonderliggende strafzaak;
het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel met rapportnummer JM342.
2

Beoordeling

De rechtbank heeft veroordeelde bij vonnis van 19 januari 2023 in de zaak met parketnummer
18/930008-21 veroordeeld ter zake van (eendaadse samenloop van)
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 18 van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd, en medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 40, tweede lid, van de geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
Op grond van de inhoud van wettige bewijsmiddelen is komen vast te staan dat de veroordeelde voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van die door hem gepleegde strafbare
feiten.
De rechtbank neemt als uitgangspunt voor de berekening van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel door middel van voormelde strafbare feiten wordt geschat, het voormeld rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft veroordeelde gedurende de gehele bewezen verklaarde periode een leidende rol gehad in de handel in het illegale erectiemiddel Kamagra en heeft hij gedurende deze periode de beschikking gehad over de bankrekeningen. In het voormeld rapport is het totale wederrechtelijk verkregen voordeel aan veroordeelde [veroordeelde] toebedeeld, onder aftrek van de bedragen die veroordeelden [medeveroordeelde 3], [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2] hebben ontvangen. De rechtbank neemt deze wijze van berekenen eveneens als uitgangspunt.
Dit levert de volgende berekening op:
Totale opbrengsten in de betrokken ondernemingen
Uit de verklaringen van veroordeelde blijkt onder meer dat de illegale handel startte via het bedrijf [bedrijf 1] in de periode dat ook zijn bedrijf [bedrijf 2] actief was. In 2013 had hij de legale seksartikelen afgestoten en is hij overgestapt op de verboden erectiemiddelen. Dit ging rond 2014 over naar [bedrijf 3] en vanaf begin 2016 over op [bedrijf 4] en [bedrijf 5] Later kwamen daar [bedrijf 6] en [bedrijf 7] bij. In 2013 zouden de inkomsten volgens hem 60% illegaal zijn.
In 2014 en 2015 werd het 75% en 2016, 2017 en 2018 was 100% illegaal. Veroordeelde heeft echter ook aangegeven dat dit schattingen waren.
3Ook ter terechtzitting van 24 november 2022 is deze stelling van veroordeelde niet nader onderbouwd. Naar het oordeel van de rechtbank is in het voormeld rapport dan ook terecht geen rekening gehouden met deze verklaring van veroordeelde.
Om de illegale opbrengsten in beeld te brengen, hebben verbalisanten een analyse gemaakt van de transacties op de bankrekeningen van [veroordeelde] en de ondernemingen [bedrijf 1], [bedrijf 2], [bedrijf 3], [bedrijf 8],
[bedrijf 4], [bedrijf 5], [bedrijf 6], [bedrijf 7], [stichting 1] en [stichting 2]. De totale opbrengst is berekend op € 7.361.479,70, zoals weergegeven in onderstaande tabel.
4
Totale opbrengsten
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Eindtotaal
Inkomsten
[bedrijf 1]
€ 99.095,11
€ 99.778,89
€ 6.725,46
€ 750.264,5
544.655,05
[bedrijf 2]
352.032,67
€ 67.309,41
€ 23.073,52
€ 23,95
€ 442.439,5
[bedrijf 3]
€ 31,30
578.645,74
334.633,53
€ 1.652,79
€ 908,48
€ 915.871,8
[bedrijf 4]
317.620,86
3.223.382,46
€ 51.774,56
3.592.777,8
[bedrijf 5]
€ 88.205,08
€ 995.443,54
€ 51.761,01
1.135.409,6
[bedrijf 6]
€ 130.788,39
€ 44.261,31
€ 175.049,7
[bedrijf 7]
€ 75.694,09
273.972,50
€ 349.666,5
Eindtotaal
451.127,78
611.995,76
701.508,15
747.208,88
4.426.961,27
442.677,86
7.361.479
,
Totale kosten in de betrokken ondernemingen
De totale kosten die zijn gemaakt in de betrokken ondernemingen zijn berekend op
€ 2.002.514,75.
5De kosten in de onderneming van veroordeelde [medeveroordeelde 3] zijn berekend op € 31.165,00,
6op basis van het proces-verbaal van bevindingen ten aanzien van de kosten betaald door [medeveroordeelde 3].
7Ten slotte zijn er kosten in mindering gebracht die verband houden met de betaalde belastingen. Deze kosten bedragen in totaal € 597.839,00.
8
Wederrechtelijk verkregen voordeel van veroordeelde [medeveroordeelde 3]
Het deel van het totale wederrechtelijk verkregen voordeel dat aan veroordeelde [medeveroordeelde 3] is toebedeeld is bepaald aan de hand van de overboekingen die hebben plaatsgevonden naar de bankrekeningen van veroordeelde.
9De kosten die in zijn onderneming zijn gemaakt zijn reeds in mindering gebracht op het totale wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokken ondernemingen. Het totale door veroordeelde [medeveroordeelde 3] genoten voordeel bedraagt € 909.802,19.
10
Wederrechtelijk verkregen voordeel van veroordeelden [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2]
In het rapport is het wederrechtelijk verkregen voordeel dat toekomt aan veroordeelde
[medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2] berekend op basis van alle overboekingen die aan [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2] hebben plaatsgevonden. Dit betreffen overboekingen vanaf de bedrijven die zijn gelieerd aan veroordeelde [veroordeelde] en andere bedrijven die zijn betrokken bij de handel in illegale geneesmiddelen aan veroordeelden [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2]. Bij het bepalen van het voordeel van veroordeelden [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2] is uitgegaan van de opbrengsten exclusief omzetbelasting.
11Het totale voordeel dat aan [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2] is toegekomen bedraagt daarmee € 137.654,25.
12
Wederrechtelijk verkregen voordeel veroordeelde [veroordeelde]
Het hieraan voorafgaande leidt tot de volgende berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van veroordeelde [veroordeelde]:
Totaal wederrechtelijk verkregen voordeel: € 4.729.960,95
Af: Aandeel [medeveroordeelde 3]: € 909.802,19
Af: Aandeel [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2]: € 137.654,25 -

Aandeel [veroordeelde] € 3.682.504,5113

De rechtbank zal de kosten van de gelegde beslagen niet in mindering brengen op het wederrechtelijk verkregen voordeel, aangezien daarvan geen verbeurdverklaring is gevolgd bij vonnis van 19 januari 2023. De rechtbank gaat ervan uit dat er een verrekening zal plaatsvinden in de executiefase.
De rechtbank komt aldus tot het oordeel dat de veroordeelde € 3.682.504,00 voordeel heeft genoten.

Toepassing van de wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

Stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op € 3.682.504,00.
Legt veroordeelde voornoemd de verplichting op tot betaling van een geldbedrag van € 3.682.504,00. (zegge: drie miljoen zeshonderdtweeëntachtigduizend vijfhonderdenvier euro) aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Bepaalt de duur van de gijzeling die ten hoogste kan worden gevorderd op 1080 dagen.
Deze uitspraak is gegeven door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. K. Bunk en mr. M.A.A. van Capelle, rechters, bijgestaan door mr. D.H. Röben, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 januari 2022. mr. O.J. Bosker en mr. M.A.A. van Capelle zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRBB18002-Maanvis d.d. 1 april 2022, doorgenummerd 1 tot en met 4798.
Pagina 4311.
Pagina 4322.
Pagina 4323.
Pagina 4334.
Pagina 4342.
Pagina 4681.
Pagina 4342.
Pagina 4664.
Pagina 4345.
Pagina 4345.
Pagina 4346.
Pagina 4347.