De rechtbank heeft veroordeelde bij vonnis van 19 januari 2023 in de zaak met parketnummer
18/930008-21 veroordeeld ter zake van (eendaadse samenloop van)
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 18 van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd, en medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 40, tweede lid, van de geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
Op grond van de inhoud van wettige bewijsmiddelen is komen vast te staan dat de veroordeelde voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van die door hem gepleegde strafbare
feiten.
De rechtbank neemt als uitgangspunt voor de berekening van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel door middel van voormelde strafbare feiten wordt geschat, het voormeld rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft veroordeelde gedurende de gehele bewezen verklaarde periode een leidende rol gehad in de handel in het illegale erectiemiddel Kamagra en heeft hij gedurende deze periode de beschikking gehad over de bankrekeningen. In het voormeld rapport is het totale wederrechtelijk verkregen voordeel aan veroordeelde [veroordeelde] toebedeeld, onder aftrek van de bedragen die veroordeelden [medeveroordeelde 3], [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2] hebben ontvangen. De rechtbank neemt deze wijze van berekenen eveneens als uitgangspunt.
Dit levert de volgende berekening op:
Totale opbrengsten in de betrokken ondernemingen
Uit de verklaringen van veroordeelde blijkt onder meer dat de illegale handel startte via het bedrijf [bedrijf 1] in de periode dat ook zijn bedrijf [bedrijf 2] actief was. In 2013 had hij de legale seksartikelen afgestoten en is hij overgestapt op de verboden erectiemiddelen. Dit ging rond 2014 over naar [bedrijf 3] en vanaf begin 2016 over op [bedrijf 4] en [bedrijf 5] Later kwamen daar [bedrijf 6] en [bedrijf 7] bij. In 2013 zouden de inkomsten volgens hem 60% illegaal zijn.
In 2014 en 2015 werd het 75% en 2016, 2017 en 2018 was 100% illegaal. Veroordeelde heeft echter ook aangegeven dat dit schattingen waren.
3Ook ter terechtzitting van 24 november 2022 is deze stelling van veroordeelde niet nader onderbouwd. Naar het oordeel van de rechtbank is in het voormeld rapport dan ook terecht geen rekening gehouden met deze verklaring van veroordeelde.
Om de illegale opbrengsten in beeld te brengen, hebben verbalisanten een analyse gemaakt van de transacties op de bankrekeningen van [veroordeelde] en de ondernemingen [bedrijf 1], [bedrijf 2], [bedrijf 3], [bedrijf 8],
[bedrijf 4], [bedrijf 5], [bedrijf 6], [bedrijf 7], [stichting 1] en [stichting 2]. De totale opbrengst is berekend op € 7.361.479,70, zoals weergegeven in onderstaande tabel.
4