ECLI:NL:RBNNE:2023:235

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 januari 2023
Publicatiedatum
25 januari 2023
Zaaknummer
17/880093-07
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van een veroordeelde met psychiatrische problematiek

Op 24 januari 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Leeuwarden uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die onder terbeschikkingstelling (tbs) staat. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, op verzoek van de officier van justitie. De behandeling vond plaats op 10 januari 2023, waarbij de veroordeelde, zijn raadsman mr. G.A. Pots, de officier van justitie mr. B. Rademacher en deskundigen aanwezig waren. De rechtbank heeft de relevante stukken, waaronder rapporten van de behandelinstelling en reclassering, in overweging genomen.

De veroordeelde, geboren in 1971, is gediagnosticeerd met schizofrenie, middelenafhankelijkheid, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een verstandelijke beperking. Ondanks positieve ontwikkelingen in zijn behandeling, zoals een verzoek tot proefverlof en een verhuizing naar een beschermd wonen locatie, blijft de rechtbank van mening dat de tbs-maatregel noodzakelijk is. De deskundigen hebben bevestigd dat de veroordeelde nog steeds intensieve ondersteuning en toezicht nodig heeft om te voorkomen dat hij terugvalt in gewelddadig gedrag.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen vereisen dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er aan het eind van het jaar een rapport van de reclassering moet komen om de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te onderzoeken, afhankelijk van de verdere ontwikkeling van de situatie van de veroordeelde.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/880093-07
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 24 januari 2023 op een vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling
in de zaak tegen

[veroordeelde] ,

geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] , thans verblijvende bij de [instelling] , [adres] .

Procesverloop

De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde zal verlengen met één jaar.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 10 januari 2023, waarbij aanwezig waren de veroordeelde, zijn raadsman mr. G.A. Pots, de officier van justitie mr. B. Rademacher en de deskundigen M. Bruggemann-Kluvers, GZ-psycholoog, en [naam 2], reclasseringswerker.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het mede door het plaatsvervangend hoofd van de inrichting ondertekende rapport met advies van 17 november 2022 van het behandelteam van de instelling waar de veroordeelde van overheidswege wordt verpleegd, de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde en het reclasseringsrapport van het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering van 28 november 2022.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij vonnis van 13 november 2007 heeft de Rechtbank Leeuwarden veroordeelde wegens onder meer poging tot doodslag ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. De terbeschikkingstelling is aangevangen op 27 januari 2008 en laatstelijk op 28 januari 2022 verlengd met één jaar.
Het advies van de instelling
In het verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar. In dit verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
Veroordeelde is gediagnosticeerd met schizofrenie, afhankelijkheid van verschillende middelen, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een verstandelijke beperking.
Wegens het overwegend stabiele psychiatrisch beeld, de positieve ontwikkeling van de behandeling en het feit dat veroordeelde voldoende zelfcontrole heeft ontwikkeld om niet naar zijn waansysteem te handelen, wordt begin november 2021 departementale toestemming verkregen voor proefverlof. Het huidige kader biedt toezicht op de externe beschermende factoren, te weten onthouding van middelen en het toetsen en begeleiden van zijn gemoedstoestand. De medicatie, ontwikkelde zelfcontrole, coping en dagstructuur dragen daar eveneens aan bij. Binnen het huidige kader kan veroordeelde sociaal onhandig en verbaal impulsief zijn, hetgeen af en toe leidt tot antisociale uitspraken. Hij kan daar wel op terugkomen als hij extern wordt gestuurd, maar is weinig leerbaar.
Desondanks laat hij steeds meer prosociaal gedrag zien en wordt hij ervaren als een prettige, behulpzame huisgenoot. Derhalve wordt in september 2022 een verzoek tot een wijziging van het verlofplan ingediend, ten behoeve van een overgang naar een beschermd wonen voorziening in het noorden van Nederland, vanwege de wens van veroordeelde om terug te keren naar de regio van herkomst. Veroordeelde wordt aangemeld – en aangenomen – bij [instelling] : een beschermd wonen locatie met 24-uurs intensieve begeleiding te Hoogeveen. De begeleiding is in handen van zowel
[instelling] als de reclassering. Op 14 november 2022 verhuist veroordeelde naar de vervolgvoorziening. Gelet op de chronische psychiatrische problematiek, therapieresistente waan, beperkte leerbaarheid, gebrek aan ziekte-inzicht en hoge mate van psychopathie, is veroordeelde voor lange tijd – zo niet voor altijd – aangewezen op intensieve ondersteuning en toezicht. Gezien het risico op gewelddadig gedrag zonder de tbs-maatregel moet worden ingeschat als hoog en de overgang naar de vervolgvoorziening pas zeer recent heeft plaatsgevonden en derhalve het beloop alhier nog niet is getoetst, wordt het huidige kader nog altijd noodzakelijk geacht. De verwachting is dat veroordeelde zonder tbs-maatregel stopt met zijn medicatie, middelen gaat gebruiken, verkeerde contacten op zal doen en overgeleverd zal zijn aan zijn complexe waansysteem, wat weer kan leiden tot agressie. Komende periode zal worden getoetst in hoeverre veroordeelde zich staande houdt in de nieuwe omgeving en of een minder stringent kader passend en verantwoord is.
De deskundige heeft tijdens de terechtzitting van 10 januari 2023 het advies bevestigd en nader toegelicht. De toelichting houdt - zakelijk weergegeven - in:
Veroordeelde geeft vandaag aan dat hij het liefst ziet dat de tbs volgende week voorwaardelijk wordt beëindigd. Dat is begrijpelijk maar hij heeft het vangnet dat hij momenteel heeft nog wel nodig. Veroordeelde kan niet zelfstandig structuur geven aan zijn leven en deze structuur onderhouden. Daarbij heeft hij hulp nodig en van deze hulp kan hij nu nog profiteren. Binnen de huidige kaders kan hij meer vrijheid gaan leren nemen en binnen deze grenzen zijn leven gaan inrichten. Veroordeelde heeft mensen in zijn nabijheid nodig die hem af en toe toespreken. Indien iemand tegen hem zegt dat hij iets niet moet doen, dan doet hij het ook niet. Als er niemand is die dat tegen hem zegt dan verflauwt het besef na een bepaalde tijd en weet hij niet meer waarom hij bijvoorbeeld geen alcohol moet drinken. Het echte waarom is lastig voor veroordeelde vanwege zijn verstandelijke beperking. De schizofrenie en de wanen zullen altijd blijven. Veroordeelde heeft medicatie en is medicatietrouw, maar hij blijft bijvoorbeeld in de waan dat ieder mens een chip in zijn hoofd heeft. Hij handelt er niet naar, maar dat komt door zijn vangnet. We willen het proefverlof met één jaar verlengen en de tbs nog niet voorwaardelijk beëindigen. Indien de tbs nu voorwaardelijk wordt beëindigd dan kan de kliniek niet bij veroordeelde betrokken blijven. De feitelijke begeleiding is nu vanuit [instelling] en GGZ Drenthe. Het klopt dat [instelling] een tijdelijke plek is voor veroordeelde. Ik denk dat vanuit deze plek een geleidelijke overgang plaats moet vinden naar een beschermde woonvorm. Dat kan ook een eigen woning zijn in Hoogeveen of hier in Leeuwarden, maar wel met intensieve ambulante zorg. Het toezicht moet gewaarborgd blijven. Op welke termijn dit precies zal zijn, is moeilijk te zeggen. Het zal eerder gaan om jaren dan maanden. Indien het risicomanagement goed geborgd kan worden, komt de voorwaardelijke beëindiging van de tbs in beeld. Als het komende jaar goed gaat, dan is het mogelijk dat volgend jaar de voorwaardelijke beëindiging in beeld komt.
Het advies van de reclassering
Uit het reclasseringsadvies van 28 november 2022, opgesteld door [naam 1] reclasseringswerker van het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering te Utrecht, blijkt – zakelijk weergegeven – het navolgende.
Veroordeelde heeft ten tijde van het proefverlof op meerdere gebieden nog meer progressie geboekt (bijvoorbeeld meer werkuren, minder medicatie) die een stap richting een voorwaardelijke beëindiging van de tbs zouden kunnen ondersteunen. Anderzijds gaat hij nu veel veranderingen tegelijkertijd tegemoet. Het leren wennen aan zijn nieuwe woonplek, zijn begeleiders, een onbekende werkplek, een ander gezicht vanuit de reclassering, een overdracht van het medicatiebeleid, vragen wat ons betreft dan ook om een langere transitieperiode. Veroordeelde moet hierbij de kans krijgen om te settelen en zichzelf te bewijzen, terwijl de nieuwe zorgpartijen de kans moeten krijgen om veroordeelde te leren kennen en om scherp te kunnen zijn op eventuele signalen van ontregeling (op psychiatrisch vlak dan wel op het gebied van middelen). De verhuizing is zodanig pril dat we van geen van de betrokkenen nu al kunnen verwachten dat ze volledig kunnen 'varen' op een vertrouwensrelatie. Ter ondersteuning wordt het raadzaam geacht om de kliniek nog iets langer betrokken te houden voor advies en gepast ingrijpen, als nodig blijkt. Alle hulp is nu nog welkom om zoveel als mogelijk een eventuele ‘faal-ervaring’ te voorkomen en de uitstroom verantwoord te bestendigen. Als veroordeelde zijn nieuwe leven vorm heeft gekregen zonder noemenswaardig effect op zijn nu psychiatrisch stabiele toestandsbeeld, hoopt de reclassering gedurende het komende jaar met veroordeelde toe te kunnen werken naar een voorwaardelijke beëindiging. Maar deze stap is wat ons betreft nu te voorbarig.
De deskundige [naam 2] heeft tijdens de zitting van 10 januari 2023 het advies bevestigd.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met één jaar.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
De raadsman heeft zich niet verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de overwegingen in de verlengingsbeslissing van 28 januari 2022 vast dat de terbeschikkingstelling niet in duur beperkt is en dus verlengd kan worden.
Op grond van de inhoud van voormelde adviezen, de door de deskundigen gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. Vanwege de problematiek bij veroordeelde en de grote veranderingen van de afgelopen tijd, acht de rechtbank het wenselijk dat de kliniek voorlopig bij veroordeelde betrokken blijft. Veroordeelde is recentelijk verhuist naar [instelling] in Hoogeveen. Vanuit deze plek dient een geleidelijke overgang plaats te vinden naar een beschermde woonvorm. De rechtbank zal daarom de terbeschikkingstelling, overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies, met één jaar verlengen.
De rechtbank merkt op dat zij het wenselijk acht dat er aan het eind van het jaar – wanneer de positieve ontwikkeling zich doorzet – een rapport wordt opgemaakt door de reclassering waarin de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging wordt onderzocht, inclusief de daaraan te verbinden voorwaarden.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van de veroordeelde met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Brinksma, voorzitter en mr. M.M. Spooren en F. van der Meulen, rechters, bijgestaan door mr. S.D. Rodenboog, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 januari 2023.