ECLI:NL:RBNNE:2023:2351
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.Th.M. Zwart-Sneek
- Rechtspraak.nl
Voortzetting huurovereenkomst standplaats op basis van duurzame gemeenschappelijke huishouding
In deze zaak heeft de kantonrechter te Leeuwarden op 13 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] en de Gemeente Leeuwarden over de voortzetting van een huurovereenkomst voor een standplaats. [X] vorderde op grond van artikel 7:268 lid 2 BW dat zij de huurovereenkomst op eigen naam mocht voortzetten, omdat zij met haar grootouders een duurzame gemeenschappelijke huishouding had gevoerd. De Gemeente voerde verweer en stelde dat [X] niet voldeed aan de voorwaarden voor voortzetting van de huur.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [X] sinds 2012 op de standplaats woont en dat zij na het overlijden van haar oma in 2021 bij haar opa in de woonwagen is ingetrokken. De rechter oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de duurzame gemeenschappelijke huishouding, mede gezien de sociale cohesie binnen de woonwagencultuur. De kantonrechter concludeerde dat [X] aan de voorwaarden van artikel 7:268 lid 2 BW voldeed en dat haar vordering tot voortzetting van de huurovereenkomst moest worden toegewezen.
De Gemeente werd in de proceskosten veroordeeld, zowel in conventie als in reconventie. De kantonrechter wees de vorderingen van de Gemeente af, wat betekende dat [X] de huurovereenkomst kon voortzetten onder dezelfde voorwaarden als met de overleden huurder was overeengekomen.