ECLI:NL:RBNNE:2023:236

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 januari 2023
Publicatiedatum
25 januari 2023
Zaaknummer
18.102292.21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor overval op supermarkt, harddrugs en verboden wapenbezit

Op 26 januari 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van een gewapende overval op een supermarkt in Nieuw-Dordrecht op 11 maart 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, met een vuurwapen, een kassalade heeft opengebroken en een geldbedrag van € 1.329,40 heeft gestolen. De verdachte is ook veroordeeld voor het bezit van een semi-automatisch gaspistool en het handelen in harddrugs, specifiek cocaïne, gedurende een periode van meer dan een jaar. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van 42 maanden opgelegd, waarbij de vordering tot gevangenneming van de officier van justitie werd afgewezen. De rechtbank heeft de bewijsvoering gebaseerd op getuigenverklaringen, camerabeelden en forensisch bewijs, waaronder een rapport over het looppatroon van de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard, ondanks de verdediging die pleitte voor vrijspraak op basis van alibi en gebrek aan bewijs. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij schadevergoeding is opgelegd voor immateriële en materiële schade.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18.102292.21

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

26 januari 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 12 januari 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.B. Pieters, advocaat te Hoogeveen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H.J. Mous.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 11 maart 2021 te Nieuw-Dordrecht, gemeente Emmen, een geldbedrag van 1329,40 euro, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] , gevestigd aan de [straatnaam] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 3] en/of [benadeelde partij 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die
[benadeelde partij 3] en/of die [benadeelde partij 4] af te rennen/lopen en/of (vervolgens) dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [benadeelde partij 3] en/of die [benadeelde partij 4] te richten en/of (daarbij) te roepen: “ik wil geld!” en/of "doe de lade open" en/of
"geld, geld, maak de kassa los" en/of "geef nu het geld, geef het geld", althans woorden van gelijke (dreigende) strekking en (met kracht) een kassalade open te breken dan wel los te trekken;
2. hij op of omstreeks 7 juli 2021 te Emmen, althans in Nederland, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een semi automatisch gaspistool, van het merk Umarex, type GPDA9, kaliber 9 m.m. P.A.K., zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 8 centraal vuur knalpatronen van het merk Pobjeda, kaliber 9 m.m. P.A.K. en/of
74 centraal vuur knalpatronen van het merk Pobjeda kaliber 9 m.m. P.A.K. en/of 18 pyrotechnische patronen met fluit- en siereffect van het merk Umarex en/of munitie van categorie II van de Wet wapens en munitie, te weten
17 Pyrotechnische patronen met knaleffect van het merk Zink voorhanden heeft gehad;
3.
hij in of omstreeks de periode 5 juni 2020 tot en met 7 juli 2021 te Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feit 1, 2 en 3.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1. Zij heeft daartoe aangevoerd dat uit telefoongegevens is gebleken dat verdachte op 11 maart 2021 om 20:11.34 uur thuis was, terwijl de overval is gepleegd om 19:57 uur die dag. Verder is gebleken dat de telefoon van verdachte op 11 maart 2021 niet in de buurt van Nieuw-Dordrecht is geweest. Daarnaast is er een goudkleurig wapen in de woning van verdachte aangetroffen. Dit is echter niet het wapen waarmee de overval is gepleegd, nu alle getuigen eenduidig hebben verklaard dat het ging om een zilverkleurig wapen. Dat de politie heeft geverbaliseerd dat het wapen waarmee de overval is gepleegd goudkleurig is, maar onder bepaalde hoeken op de camera van de supermarkt zilverkleurig oplicht, doet daar niet aan af. Voorts heeft één van de aangevers verklaard dat de overvaller een tatoeage in zijn hals had. Verdachte heeft geen tatoeage in zijn hals. De bewijswaarde van het rapport van de bewegingswetenschapper is niet heel groot.
Het enige bewijs dat er in deze zaak is, is het feit dat verdachte een Saab heeft, eenzelfde auto waarin de overvaller reed.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het wapen niet een wapen van categorie III onder 1 is. Echte wapens zijn nooit goudkleurig. Feit 3 kan worden bewezen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Feit 1
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland
d.d. 11 maart 2021 opgenomen op pagina 29 e.v. van het dossier met nummer 2021064704 d.d. 29 september 2021, inhoudende als verklaring van [benadeelde partij 3] :
Ik zag dat er nog een klant, een man, de winkel binnen liep. Ik zag dat die man binnen kwam lopen en ik zag dat die man gelijk op mij af kwam rennen. Ik zag dat die man een zilverkleurig pistool in zijn rechterhand vasthield. Ik zag dat die man een soort panty over zijn hoofd had. Ik kon zijn gezicht en ogen en haar wel zien, maar er zat iets voor zijn gelaat. Ook droeg die man een mondkapje. Ik hoorde dat die man om geld riep. Aan de stem te horen geen jong iemand, maar rond de 30 jaar. Even later kwam die man met dat pistool naar buiten. Ik zag dat hij dat pistool nog vast had. Ik zag dat die man een hoeveelheid briefjes van 10 euro in zijn andere hand had.
Ik kan die man als volgt omschrijven: man, blank, 180-190 cm, normaal postuur, kort haar donker van kleur, panty [naam 4] over zijn hoofd, mondkapje blauw wegwerp model, soort zwarte regenjas, spijkerbroek donker blauw, witte gympen (geen Nike) niet nieuw, maar gebruikt.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland
d.d. 6 april 2021 opgenomen op pagina 33 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [benadeelde partij 1] :
Ik ben eigenaar van de [benadeelde partij 2] gevestigd aan de [straatnaam] te Nieuw-Dordrecht. Op donderdag 11 maart 2021 omstreeks 19:50 is er een persoon de winkel in gekomen met gezichtsbedekking. Deze persoon heeft een van de kassières die die avond in dienst was, genaamd [benadeelde partij 3] , bedreigd met een vuurwapen. Ik geef u de kasopmaak van die avond. Hieruit blijkt dat ik een financiële schadepost heb van 1329,40 euro.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangeefster van PolitieNoord-Nederland d.d. 7 april 2021 opgenomen op pagina 37 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [benadeelde partij 1] :
In aanvulling op mijn aangifte van diefstal van geld, welke tijdens de overval op 11 maart 2021 is buitgemaakt in mijn supermarkt, wil ik ook aangifte doen van vernieling van de kassalade. De dader van de overval heeft met kracht de afgesloten lade geopend.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie NoordNederland d.d. 11 maart 2021, opgenomen op pagina 43 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [benadeelde partij 4] :
Ik zag een man met een pistool binnenkomen.
Ik omschrijf de man als volgt:
  • ik schat hem ruim dertig jaar oud;
  • blank;
  • ik schat hem ongeveer 185 cm lang;
  • slank postuur;
  • zwarte, grijs, blauwige regenjas. Het was een donkere jas in ieder geval;
  • donkere broek, maar lichter dan de jas, gelijkend op een joggingbroek;
  • schoenen heb ik niet gezien;
  • de man droeg een mondkapje;
  • ik heb geen bijzonderheden gezien in de zin van sieraden, tatoeages en dergelijke;
Ik zag dat hij met een pistool in de rondte wees. Ik zag dat hij het pistool op [benadeelde partij 3] richtte en daarna op mij. De afstand tussen ons was toen ongeveer een meter.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie NoordNederland d.d. 12 maart 2021, opgenomen op pagina 47 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam 1] :
Ik was gisteren donderdag 11 maart 2021, omstreeks 19:30 uur in de [benadeelde partij 2] aan de [straatnaam] te Nieuw-Dordrecht. Toen ik bij het theevak stond hoorde ik iemand met een wat luidere stem zeggen: "geef nu het geld, geef het geld"!
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie NoordNederland d.d. 23 juli 2021, opgenomen op pagina 50 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam 1] :
Ik was op 1,5 meter a 2 meter afstand. Dat hij schrok was voor mij het laatste puzzelstukje.
Eerst zei hij: “geef het geld”. Toen zei zij: “nee” en toen zei ik: “geef het geld”. Toen ik dat zei zag ik dat de overvaller schrok. Hij keek mijn kant op en ik zag dat hij opschrok. Ik heb gelijk gezegd dat die stem ook uit de buurt kwam. Dat heb ik ook gezegd tegen de agenten toen. Toen ik tegen het kassameisje zei dat zij het geld moest geven zag ik dat de overvaller omkeek naar mij toe. Ik hoorde toen een soort stottering in zijn stem toen hij weer om geld vroeg. Ik herkende hem toen nog niet. Toen ik hoorde via [naam 2] van de supermarkt dat er een aanhouding was geweest van de overval hoorde ik dat er een 44-jarige overvaller was opgepakt uit Barger Oosterveld. Toen wist ik meteen dat het om [verdachte] ging.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie NoordNederland d.d. 12 april 2021, opgenomen op pagina 57 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam 3] :
Ik heb gereageerd op het filmpje van de overval op de [benadeelde partij 2] te Nieuw Dordrecht, dat op social media was geplaatst. Ik herkende in dit filmpje direct het type auto, omdat [verdachte] deze auto ook heeft. Hij woont bij mij in Barger Oosterveld, aan de [straatnaam] . Ik ben nogal een autofreak en ben heel goed in het herkennen van auto's. Ik zag gelijk dat dit een soortgelijke auto als die van [verdachte] was. Ik ken [verdachte] via het dorp en mijn werk. Ik ken zijn vriendin en haar ouders ook.
[verdachte] is ongeveer 1.90 meter groot en heeft een normaal postuur. Toen ik in het filmpje zag dat zijn capuchon van zijn hoofd gleed en zijn hoofd zichtbaar werd, dacht ik: "Hé, de combinatie auto en persoon, dat kan hem wel eens zijn." Vooral de neus. [verdachte] heeft een vrij grote opvallende neus.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie NoordNederland d.d. 9 april 2021, opgenomen op pagina 126 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op vrijdag 9 april 2021 was ik, verbalisant, bezig met het uitkijken van de camerabeelden van de overval gepleegd bij de [benadeelde partij 2] aan de [straatnaam] , Nieuw Dordrecht, in dit dossier. Ik zag op de camerabeelden, welke gericht stonden op de ingang van de supermarkt, de verdachte aan komen lopen vanuit de Oranjedorpstraat omstreeks 11 maart 2021 om 20:17:30 uur. Het loopgedrag van de verdachte viel op omdat de verdachte iets met zijn linkerbeen trok waardoor het lijkt alsof hij kleinere stapjes nam en mank loopt. De tijd op de camerabeelden loopt 20 minuten voor. De werkelijke tijd betrof op deze camerabeelden 19:57:30 uur.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie NoordNederland d.d. 9 april 2021, opgenomen op pagina 122 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant(en):
Naar aanleiding van de gewapende overval op de [benadeelde partij 2] te Nieuw Dordrecht op 11 maart 2021, is een onderzoek ingesteld naar eventuele camerabeelden. Op [straatnaam] te Nieuw Dordrecht was een camera geplaatst, die zicht had op de tuin en gedeelte van de openbare weg en parkeerplaats ter hoogte van dit perceel. Op deze beelden is het volgende te zien.
19.53.18 uur: verdachte sluit linkerportier en loopt in de richting van de rijbaan. Te zien is, dat hij een donkere jas draagt, iets lichtere broek en lichtgekleurde schoenen. Tevens is te zien dat hij hoogstwaarschijnlijk een capuchon over zijn hoofd heeft.
19.53.20 uur: verdachte loopt rustig in de richting van de Oranjedorpstraat, waar hij om 19.53.36 uur rechtsaf slaat en uit beeld verdwijnt. Te zien is, dat hij iets "trekt" met zijn linkerbeen.
19.56.12 uur: verdachte komt hardlopend terug vanuit de richting Oranjedorpstraat. Hij komt van rechts.
19.56.15 uur: vóór verdachte aan achterzijde van de auto is, ontgrendelt hij de portieren.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie NoordNederland d.d. 17 maart 2021, opgenomen op pagina 138 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Mijn werkzaamheden bestaan voornamelijk uit het leveren van ondersteuning aan opsporingsonderzoeken op het gebied van voertuigcriminaliteit en daaraan gerelateerde zaken. Met enige regelmaat krijg ik, vanuit mijn functie, vragen met betrekking tot herkenning van voertuigen. Er zijn dan meestal camerabeelden verkregen door een onderzoeksteam van politie, waarbij het vermoeden bestaat dat het hierop vastgelegde voertuig betrokken is bij een misdrijf. Ik heb de expertise voertuigherkenning in de afgelopen veertig dienstjaren, deels hobbymatig en deels beroepsmatig, opgebouwd.
Ik kreeg beelden van mijn collega’s en zij gaven aan dat deze schermafbeeldingen afkomstig waren uit de bewuste filmbeelden, opgenomen op 11 maart 2021 te Nieuw-Dordrecht.
Het voertuig dat op de desbetreffende camerabeelden te zien is, betreft volgens mij zeer vermoedelijk een personenauto, merk Saab, type 9-3 sedan. Dit model, in deze versie, is geproduceerd van 2002 tot medio 2007.
Mijn bovenvermelde constatering is gebaseerd op de volgende waarnemingen:
Vorm, grootte en silhouet van het voertuig.
Vierdeurs sedan model met afzonderlijke kofferbak en schuin geplaatste achterruit.
Licht oplopende lijn onderzijde zijruit van achterportier en aanwezigheid van een verticaal spijltje indeze ruit.
Kenmerkende horizontaal geplaatste strip over de flank van het voertuig, in lijn doorlopend in devoor- en achterbumper.
Hellingshoek van de voor- en achterruit en de grootte ervan.
Kenmerkende vorm en locatie van de horizontaal geplaatste achterlichtunits en de ertussengeplaatste kentekenplaat.
Vorm en locatie buitenspiegel.
Kenmerkende horizontale kunststof strip over de volle breedte onder de achterbumper.
Derde remlicht midden bovenin de achterruit.
Redelijk forse achterste dakstijl.
Zijclignoteur in het voorspatbord, net voor de voorportier.
Verder wil ik, verbalisant, nog opmerken dat het bewuste voertuig voorzien is van vijf-spaaks sportvelgen en een trekhaak. Ook valt mij op dat het voertuig voorzien lijkt te zijn van lichtkleurige interieurbekleding.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie NoordNederland d.d. 11 juli 2021, opgenomen op pagina 218 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant(en):
Op zondag 11 juli 2021 heb ik, verbalisant, gekeken naar de auto, welke gebruikt is bij de overval en de auto die in gebruik is bij verdachte [verdachte] . Naar aanleiding van de bevindingen van collega [verbalisant 1] is er een document gekomen van alle Saab 9-3 personenauto’s, met een donkere kleur in de provincie Drenthe, het noorden van de
provincie Gelderland en zuidkant van de provincie Groningen. Hieruit kwam naar voren de Saab 9- 3 Sedan, in de kleur donkerblauw voorzien van kenteken [kenteken] . Deze auto stond op naam van [naam 4] , die samenwoonde met verdachte [verdachte] .
Ik heb hierop de opname van de overval vergeleken met de opnamen van het voertuig die gemaakt zijn door de camera bij het tankstation te Emmen en de foto’s die gemaakt zijn door het observatieteam van de politie. Daarbij is het volgende naar voren gekomen:
Ik zie dat de auto welke gebruikt is bij de overval de volgende kenmerken heeft:
Donker van kleur;
-Vijfdeurs;
-Trekhaak;
-Vijfspaaks velgen;
-Licht interieur bij de bestuurdersdeur;
-Van het merk Saab, type 9-3;
Vervolgens heb ik deze auto vergeleken met de opname bij het tankstation en de foto’s gemaakt door het observatieteam van de auto van de verdachte [verdachte] . Hierbij zie ik dat deze auto de volgende kenmerken heeft:
  • Van het merk Saab, type 9-3;
  • Donker van kleur;
  • Vijfdeurs;
  • Trekhaak;
  • Vijfspaaksvelgen;
  • Licht interieur bij de bestuurdersdeur.
Na onderzoek in het RDW systeem komt naar voren dat het genoemde kenteken, [kenteken] , het bouwjaar 2004 heeft.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie NoordNederland d.d. 24 augustus 2021, opgenomen op pagina 223 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op 11 juli 2021 heb ik, verbalisant, een proces-verbaal van bevindingen gemaakt met betrekking tot het voertuig van [verdachte] . Daarin heb ik abusievelijk gesproken over een vijfdeurs auto. Dit is verkeerd en moet een vierdeurs auto zijn.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie NoordNederland d.d. 9 april 2021, opgenomen op pagina 120 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant(en):
Wij, verbalisanten, zagen een donkerkleurige Saab 9-3 voorzien van kenteken [kenteken] op de oprit van de woning aan de [straatnaam] te Emmen staan. Wij zagen dat dit een Saab 9-3 betrof die voldeed aan dezelfde kenmerken als waarin de overvaller is weggereden.
Waaronder de donkere kleur van de auto, met dezelfde velgen, het lichtkleurige interieur en de trekhaak.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie NoordNederland d.d. 14 april 2021, opgenomen op pagina 128 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant(en):
In verband met verdenkingen naar de bewoner van [straatnaam] te Emmen heb ik een camera geplaatst in de [straatnaam] welke onder andere de oprit van [nummer] in beeld bracht.
14:47 uur: Er komt een donkerkleurige Saab de oprit oprijden en deze parkeert op de oprit met de neus in de richting van de schutting. Er stapt vervolgens een man uit. Deze man draagt een donkerkleurige jas, blauwe spijkerbroek en witte schoenen.
Doordat het portier aan de bestuurderszijde wordt geopend is zichtbaar dat de binnenzijde van het portier lichtkleurige bekleding heeft. Tevens is te zien dat de bestuurder eerst zijn linkervoet op de grond naast de auto zet, dan zijn rechter ernaast en dan omhoog beweegt en uitstapt.
15. Een schriftelijk bescheid, te weten het rapport Forensische Looppatroon Analyse d.d.
13 juni 2021, opgesteld door Prof. Dr. E. Otten en M.M. Wiedemeijer (MSc), opgenomen op pagina 160 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende:
Verbalisant [verbalisant 2] heeft ons in april en mei 2021 videobeelden ter hand gesteld van een dader gefilmd in verband met een overval op de [benadeelde partij 2] winkel in Nieuw Dordrecht op
11 -03-2021. De dader van de overval stapt in deze beelden op een ongebruikelijke wijze uit zijn auto en loopt daarna naar de desbetreffende [benadeelde partij 2] . Het uitstappen uit de auto is interessant omdat eerst beide voeten op de grond gezet worden en daarna stapt de persoon uit met zijn rug naar de auto. Vanwege deze opvallende wijze van uitstappen uit de auto is er naast een analyse van het looppatroon ook gekeken naar hoe vaak deze manier van uitstappen voorkomt. Om hier een uitspraak over te kunnen doen is net als voor de looppatronenanalyse (beschreven in de vakbijlage) een grote groep personen gescoord op hun wijze van uit de auto stappen. Tezamen met de data van deze groep mensen kan er een uitspraak gedaan worden over het voorkomen van deze manier van uitstappen naast het analyseren van het looppatroon.
Conclusies:
Overeenkomsten in looppatroon tussen dader en verdachte konden worden bepaald voor 16 kenmerken, die allen overeenkwamen. Twee van deze kenmerken weken af van de waarde die de meeste mensen hebben.
Overeenkomsten uitstappen uit de auto. Dit is vergeleken met 426 personen. 29 personen staptenop dezelfde manier uit. De waarnemingen zijn waarschijnlijker wanneer dezelfde persoon op de beelden staat dan wanneer er verschillende personen op de beelden staan ( 15x groter).
Kenmerken van het looppatroon zijn waarschijnlijker wanneer dezelfde persoon op de beeldenstaat dan wanneer er verschillende personen op de beelden staan (91x groter).
Combinatie looppatroon en de manier van uitstappen zijn veel waarschijnlijker dezelfde persoon opde beelden staat dan wanneer er verschillende personen op de beelden staan ( 1365x groter).
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie NoordNederland d.d. 24 augustus 2021, opgenomen op pagina 523 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Door het onderzoeksteam werd mij verzocht een eerste vergelijk te maken tussen het beschikbare beeldmateriaal van de overval op de [benadeelde partij 2] in Nieuw-Dordrecht.
Naast het beeldmateriaal is er ook materiaal van een reconstructie, alsmede beeldmateriaal dat beschikbaar is van het in beslaggenomen vuurwapen.
Opvallend aan het vuurwapen is de gouden kleur en de zwarte uitvoer voor eventuele afgevuurde hulzen. Aan de andere zijde van het vuurwapen is wederom de herkenbare gouden kleur te zien, echter is te zien dat wanneer het licht op het wapen valt deze zilver oplicht wanneer vastgelegd op beeld.
Tevens is een kenmerkende zwarte vergrendelingspal te zien die gemonteerd is onder de slede. Op het beeld van de overval is een wapen te zien dat zilver oplicht, maar aan het einde van de loop aan de zijde van de hamer is te zien dat de kleur van het wapen anders is en goudkleurig oplicht. Tevens is ook op dit wapen een kenmerkend zwarte vergrendelingspal te zien.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie NoordNederland d.d. 25 augustus 2021, opgenomen op pagina 527 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant(en):
Binnen het onderzoek van de politie Eenheid Noord-Nederland onder BVH nummer 2021064704 werden beelden veiliggesteld en vastgelegd door beeldspecialisten in
videobestanden met de filenamen NN3R021031 Overval [benadeelde partij 2] Nw Dordrecht.mp4 en
NN3R021031 Overval [benadeelde partij 2] Nw Dordrecht 4K UHD.mp4. Door mij zijn, als materiedeskundige werkzaam bij het team wapens, munitie en explosieven, deze videobestanden bekeken. Op beide videobestanden is te zien dat een persoon een op een pistool gelijkend voorwerp hanteert.
Dit voorwerp vertoont gelijkenissen met het vuurwapen dat binnen het voormelde onderzoek inbeslaggenomen is onder goednummer 2021064704-140064. Dit betreft een goudkleurig gaspistool van het merk Umarex model GPDA9.
Deze gelijkenissen betreffen, naast de vorm en kleur van het voorwerp in het geheel, de vorm en kleur van:
  • de trekkerbeugel,
  • de hamer,
  • de sledevangpal aan de linkerzijde van het voorwerp,
  • de veiligheidspal,
  • de huls-uitwerpopening aan de rechterzijde van het voorwerp.
18. Een schriftelijk bescheid, te weten een foto van het bij verdachte in beslag genomen wapen,opgenomen op pagina 226 van voornoemd dossier.
18. Een schriftelijk bescheid, te weten een foto van de overvaller, opgenomen op pagina 227 vanvoornoemd dossier.
18. Een schriftelijk bescheid, te weten een foto van het bij verdachte in beslag genomen wapen,opgenomen op pagina 232 van voornoemd dossier.
18. De eigen waarneming van de rechtbank, gedaan ter terechtzitting van 12 januari 2023, naaraanleiding van de ter terechtzitting getoonde camerabeelden met bestandsnaam NN3R021031 Overval [benadeelde partij 2] Nw Dordrecht, voor zover van belang inhoudende:
De rechtbank neemt waar dat de overvaller van de [benadeelde partij 2] geen tatoeage in zijn hals heeft.
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van Politie Noord-Nederland
d.d. 7 juli 2021, opgenomen op pagina 633 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verdachte:
Mijn vrouw zegt dat ik soms met mijn rechter been sleep. Alleen mijn vrouw en ik maakten gebruik van de Saab.
23. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van Politie Noord-Nederland
d.d. 8 september 2021, opgenomen op pagina 676 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verdachte:
V: Wij zien in de gesprekken dat er op 17 maart 2020 een foto wordt verstuurd van een goudkleurig vuurwapen. Waar is dit vuurwapen?
A: Dat is mijn vuurwerkpistool.
A: Misschien had ik hem toen net.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
In deze zaak staat voor wat betreft dit feit de vraag centraal of het verdachte is geweest die de overval op de [benadeelde partij 2] heeft gepleegd. Ten aanzien van het daderschap van verdachte overweegt de rechtbank als volgt.
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de [benadeelde partij 2] in NieuwDordrecht op 11 maart 2021 rond 19:57 uur is overvallen. Na deze overval zijn er camerabeelden van een bewoner van de [straatnaam] te Nieuw Dordrecht veiliggesteld. Op deze beelden is te zien dat de dader van de overval zijn auto tegenover deze woning parkeert, uitstapt en wegloopt in de richting van de [benadeelde partij 2] . Vier minuten later komt hij hardlopend terug bij de auto en rijdt weg. Op deze beelden is ook te zien dat de overvaller bij het lopen iets "trekt" met zijn linkerbeen.
De politie heeft deze camerabeelden vervolgens overgelegd aan een collega met de expertise ‘voertuigherkenning’. Volgens deze verbalisant is de auto die op de camerabeelden te zien is zeer vermoedelijk een personenauto, merk Saab, type 9-3 sedan. Hij benoemt 11 specifieke kenmerken van deze auto. Daarbij merkt hij nog op dat de auto voorzien is van vijfspaaks sportvelgen, een trekhaak en lichtkleurige interieurbekleding.
Uit een zoekslag in de systemen blijkt vervolgens dat een dergelijk type Saab op naam staat van een inwoonster van Emmen. Daarnaast blijkt dat op het adres waarop zij staat ingeschreven, ook verdachte staat ingeschreven. Wanneer verbalisanten bij het betreffende adres een kijkje gaan nemen, treffen zij op de oprit een donkerkleurige Saab 9-3 aan. Zij zien dat dit een Saab 9-3 betreft met dezelfde kenmerken als de Saab 9-3 waarin de overvaller is weggereden. Zij benoemen de donkere kleur van de auto, dezelfde velgen, het lichtkleurige interieur en de trekhaak.
De rechtbank stelt dan ook vast dat de auto van verdachte exact dezelfde (opvallende) kenmerken heeft als de auto van de overvaller.
Daarop wordt verdachte op 7 juli 2021 aangehouden. De politie treft in de woning van verdachte in zijn nachtkastje een goudkleurig gaspistool aan. Vervolgens vergelijkt de politie beeldmateriaal van de overval op de [benadeelde partij 2] in Nieuw-Dordrecht, beeldmateriaal van een reconstructie van de overval en beeldmateriaal dat beschikbaar is van het in beslag genomen vuurwapen.
Opvallend aan het vuurwapen is volgens de politie de gouden kleur en de zwarte uitvoer voor eventuele afgevuurde hulzen. Aan de andere zijde van het vuurwapen is wederom de herkenbare gouden kleur te zien, echter is te zien dat wanneer het licht op het wapen valt deze zilver oplicht wanneer het wapen wordt vastgelegd op beeld. Tevens is een kenmerkende zwarte vergrendelingspal te zien die gemonteerd is onder de slede.
Op het beeld van de overval is een wapen te zien dat zilver oplicht, maar aan het einde van de loop aan de zijde van de hamer is te zien dat de kleur van het wapen anders is en goudkleurig oplicht. Ook op dit wapen is een kenmerkend zwarte vergrendelingspal te zien.
Daarnaast zijn er volgens een wapenspecialist van de politie, naast de gelijkenissen in vorm en kleur van het wapen in het geheel, gelijkenissen in de vorm en kleur van:
  • de trekkerbeugel;
  • de hamer;
  • de sledevangpal aan de linkerzijde van het voorwerp;
  • de veiligheidspal en
  • de huls-uitwerpopening aan de rechterzijde van het voorwerp.
De rechtbank stelt op basis van het bovenstaande vast dat de overvaller precies hetzelfde wapen heeft gebruikt als het wapen dat in de woning van verdachte is aangetroffen. Ook stelt de rechtbank vast dat verdachte dit wapen al in bezit had op het moment van de overval.
Bevestiging van het daderschap van verdachte ziet de rechtbank daarnaast in de conclusie van het hierboven opgenomen rapport Forensische Looppatroon Analyse. Twee bewegingswetenschappers van het Universitair Medisch Centrum Groningen hebben beelden van verdachte bij een tankstation vergeleken met beelden van de overvaller in en bij zijn auto. Daaruit konden zij de conclusie trekken dat de combinatie van het looppatroon en de manier van uitstappen veel waarschijnlijker (te weten 1365 keer groter) is wanneer dezelfde persoon op de beelden staat dan wanneer er verschillende personen op de beelden staan.
De raadsvrouw heeft bepleit dat de bewijswaarde van het rapport niet heel groot is. De rechtbank is van oordeel dat de bewijswaarde van het rapport van de bewegingswetenschappers voldoende bewijs oplevert om in combinatie met andere bewijsmiddelen tot een bewezenverklaring te komen. Verdachte had ten tijde van de overval de beschikking over eenzelfde auto en eenzelfde vuurwapen als de overvaller, voldeed ook fysiek aan het signalement en is op de door de politie gedeelde beelden van de overval door bekenden van hem, herkend als zijnde de persoon van de overvaller.
Tot slot stelt de rechtbank vast dat verdachte in de door de getuigen gegeven signalementen past en dat de overvaller van de supermarkt net als verdachte geen tatoeage in zijn hals heeft.
De rechtbank acht op grond van de hierboven genoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en onderlinge samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte is geweest die op 11 maart 2021 de overval op de [benadeelde partij 2] in Nieuw-Dordrecht heeft gepleegd.
De rechtbank acht feit 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
Feit 2
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 januari 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 7
juli 2021, opgenomen op pagina 213 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisant;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces- verbaal van de afdeling Wapens Munitieen. Explosieven van de Forensische Opsporing, Politie Noord-Nederland, d.d. 28 juli 2021, opgenomen op pagina 229 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisant.

Feit 3

de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 januari 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juli 2021,opgenomen op pagina 238 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisant;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van Verdovende middelden d.d. 14 juli2021, opgenomen op pagina 240 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisant;
een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van
Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.07.14.095, van 14 juli 2021, opgemaakt door ing. N. van Doorn, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als NFI-deskundige forensische drugsanalyse, inhoudende zijn/haar verklaring.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 11 maart 2021 te Nieuw-Dordrecht, gemeente Emmen, een geldbedrag van 1329,40 euro, dat [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] , gevestigd aan de [straatnaam] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, door met een vuurwapen op die [benadeelde partij 3] af te rennen en vervolgens dat vuurwapen op die [benadeelde partij 3] en die [benadeelde partij 4] te richten en daarbij te roepen: “ik wil geld!” en "geef nu het geld, geef het geld” en met kracht een kassalade open te breken;
2.
hij op 7 juli 2021 te Emmen, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een semi automatisch gaspistool, van het merk Umarex, type GPDA9, kaliber 9 m.m. P.A.K., zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
8 centraal vuur knalpatronen van het merk Pobjeda, kaliber 9 m.m. P.A.K. en
74 centraal vuur knalpatronen van het merk Pobjeda kaliber 9 m.m. P.A.K. en
18 pyrotechnische patronen met fluit- en siereffect van het merk Umarex en munitie van categorie II van de Wet wapens en munitie, te weten 17 Pyrotechnische patronen met knaleffect van het merk Zink voorhanden heeft gehad;
3. hij in de periode 5 juni 2020 tot en met 7 juli 2021 te Emmen, althans in Nederland, meermalen telkens opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht doormiddel van braak,
voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld, gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalengepleegd

3. de voortgezette handeling van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd

Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1, 2 en 3 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor het opleggen van een geheel voorwaardelijke straf ten aanzien van feit 3. Zij heeft er daarbij op gewezen dat verdachte lang in onzekerheid heeft verkeerd. Daarnaast heeft zij gewezen op de wijze waarop verdachte is aangehouden door de politie en op het feit dat verdachte mede daardoor door buurtgenoten met de nek wordt aangekeken.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een overval op een supermarkt in Nieuw Dordrecht. Hij is rond 20:00 uur ‘s avonds de supermarkt binnengegaan en heeft aan meerdere (minderjarige) medewerkers van de supermarkt een vuurwapen getoond. Verdachte droeg een nylonkous en een mondkapje over zijn gezicht. Hij heeft uiteindelijk met geweld een kassalade opengemaakt en daaruit een bedrag van iets meer dan € 1.300,- weggenomen.
Een feit als dit brengt in de samenleving een gevoel van onveiligheid teweeg. Voor de personen die het overkomt zijn de gevolgen vaak groot en ernstig.
Ter terechtzitting hebben twee slachtoffers, medewerksters van de supermarkt, verklaard over hoe zij nog steeds bezig zijn om te verwerken wat hen die dag is overkomen en de angst die zij als gevolg hiervan nog steeds ervaren. Als gevolg van de handelswijze van verdachte hebben zij allebei een trauma opgelopen. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij zich op geen enkele wijze druk heeft gemaakt over de gevolgen van zijn handelen en enkel gericht is geweest op het zo snel mogelijk verdienen van geld.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan verboden vuurwapenbezit. In de woning van verdachte is een vuurwapen en bijbehorende munitie aangetroffen.
Met vuurwapens worden zeer ernstige delicten gepleegd, zoals in deze zaak de overval op de supermarkt. Tegen het bezit van vuurwapens moet dan ook hard worden opgetreden.
Tot slot heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het verkopen, verstrekken en vervoeren van cocaïne gedurende een periode van ongeveer een jaar. Het gebruik van harddrugs werkt verslavend en is zeer schadelijk voor de gezondheid. Daarnaast is het een feit van algemene bekendheid dat drugsgebruik leidt tot (vermogens)criminaliteit en aanzienlijke maatschappelijke schade. Bovendien zorgt de met drugsgebruik samenhangende criminaliteit voor gevoelens van onrust in de samenleving. Bij de strafoplegging houdt de rechtbank er rekening mee dat uit het dossier blijkt dat verdachte op grotere schaal in cocaïne handelde dan waarvoor hij ter terechtzitting zijn verantwoordelijkheid heeft genomen.
Uit het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 24 november 2022 van verdachte blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor dergelijke feiten.
De rechtbank houdt tot slot rekening met de proceshouding van verdachte, in die zin dat hij geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor de overval op de supermarkt en geen spijt heeft betuigd jegens de slachtoffers.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de aard en ernst van de feiten niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Het zwaartepunt van de straf wordt ingegeven door de overval op de supermarkt. Alles afwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zoals gevorderd door de officier van justitie passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Voorlopige hechtenis

Voor wat betreft de door de officier van justitie gevorderde gevangenneming van verdachte overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank acht, anders dan de officier van justitie, de twaalfjaarsgrond niet aanwezig. De rechtbank wijst de vordering tot gevangenneming daarom af.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[benadeelde partij 3] , tot een bedrag van € 1.500,- ter vergoeding van immateriële schade,vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 4] , tot een bedrag van € 329,71 ter vergoeding van materiële schade en €2.000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 2] , tot een bedrag van € 9.396,28 ter vergoeding van materiële schade en €1.000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Ter terechtzitting heeft de benadeelde partij de post ‘nieuwe geldlade’ aangepast naar een bedrag van € 280,15, nu de benadeelde partij de BTW ten aanzien van deze post kan verrekenen.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] kunnen worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] kan worden toegewezen tot een bedrag van
€ 3.196,28. Dit bedrag bestaat uit € 2.196,28 aan materiële schade en voor € 1.000,- uit immateriële schade. Het overige deel van de vordering, bestaande uit de gevorderde extra werkuren, is onvoldoende onderbouwd. De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht om ten aanzien van deze post een bedrag te schatten dat redelijk is voor de hoeveelheid uren.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen niet kunnen worden toegewezen, nu verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partijen [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] de gestelde schade hebben geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 bewezen verklaarde. De vorderingen, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zullen daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 11 maart 2021.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij [benadeelde partij 2] schade heeft geleden tot een bedrag van € 1609,55 (post gestolen geldbedrag en post nieuwe geldlade) en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 bewezen verklaarde. Dit deel van de vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 11 maart 2021.
Naar het oordeel van de rechtbank is door het bewezen verklaarde geen rechtstreekse schade toegebracht aan het gezin van de gemachtigde van de benadeelde partij. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in het immateriële deel van de vordering niet ontvankelijk verklaren.
De posten slachtofferhulp Emergenz en de post extra ingeroosterde uren zijn niet onderbouwd. De rechtbank zal de vordering ten aanzien van die posten dan ook afwijzen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vordering hebben gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 56, 57 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

Wijst af de vordering tot gevangenneming

Ten aanzien van feit 1
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan [benadeelde partij 3] te betalen:
  • het bedrag van € 1.500,- (zegge: vijftienhonderd euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 maart 2021 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 3] aan de Staat te betalen een bedrag van € 1.500,- (zegge: vijftienhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 maart 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 25 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan [benadeelde partij 4] te betalen:
  • het bedrag van € 2.329,71 (zegge: tweeduizend driehonderd negenentwintig euro eneenenzeventig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 maart 2021 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 4] aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.329,71 (zegge: tweeduizend driehonderd negenentwintig euro en eenenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 maart 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit € 329,71 aan materiële schade en € 2.000,- aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 33 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [benadeelde partij 2] te betalen:
  • het bedrag van € 1609,55 (zegge: zestienhonderd negen euro en vijfenvijftig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 maart 2021 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van [benadeelde partij 2] ten aanzien van de immateriële schade ter hoogte van
€ 1.000,- niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Wijst de vordering van [benadeelde partij 2] ten aanzien van de materiële schade ter hoogte van € 7727,90 (twee maal post ‘slachtofferhulp Emergenz’ en de post ‘extra ingeroosterde uren’) af.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 2] aan de Staat te betalen een bedrag van € 1609,55 (zegge: zestienhonderd negen euro en vijfenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 maart 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 26 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Baluah, voorzitter, mr. J.V. Nolta en mr. R.B. Maring, rechters, bijgestaan door mr. K.E. van Rhijn, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 januari 2023.
Mr. Maring is buiten staat dit vonnis mede te kunnen ondertekenen.