ECLI:NL:RBNNE:2023:244

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 januari 2023
Publicatiedatum
26 januari 2023
Zaaknummer
18/256692-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens meerdere diefstallen en vernielingen in Groningen

Op 26 januari 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1983 en thans gedetineerd. De zaak betreft meerdere ten laste gelegde feiten, waaronder diefstal en vernieling, die zich hebben voorgedaan in de periode van juni tot oktober 2022. De verdachte is bijgestaan door zijn advocaat, mr. N.J.H. Lina, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. L. de Graaf. De rechtbank heeft de verdachte beschuldigd van diefstal van goederen, waaronder een telefoon en levensmiddelen, en van vernieling van onder andere sokken en een slot van een fietsenstalling. Tijdens de zitting op 12 januari 2023 heeft de verdachte bekend, wat de rechtbank heeft meegenomen in haar oordeel.

De rechtbank heeft de feiten onder verschillende parketnummers beoordeeld en achtte de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van enkele onderdelen waar de verdachte van werd vrijgesproken. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht bij de reclassering. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van een slijpmachine bevolen, die als middel voor het plegen van een strafbaar feit werd aangemerkt. De vordering van een benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan bewijs van vertegenwoordiging.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Groningen
parketnummer 18/256692-22
ter terechtzitting gevoegde parketnummers 18/163034-22, 18/175751-22, 18/240202-22 en 18/253997-22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 26 januari 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] , ZVWOVHTL,
thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 12 januari 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. N.J.H. Lina, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
in de zaak met parketnummer 18/163034-22:
hij op of omstreeks 30 juni 2022 te Groningen, een telefoon (merk: Samsung) en/of een iPad, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
in de zaak met parketnummer 18/175751-22:
hij, op of omstreeks 12 juli 2022, te Groningen, opzettelijk en wederrechtelijk (een paar) sokken, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
in de zaak met parketnummer 18/240202-22:
hij op of omstreeks 21 september 2022 te Groningen levensmiddelen, waaronder zalm en/of koffie en/of port en/of chocolade, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
in de zaak met parketnummer 18/253997-22:
hij op of omstreeks 5 oktober 2022 te Groningen 3 biefstukken (entrecote), 1 x port en/of nutrilon , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [benadeelde partij 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
in de zaak met parketnummer 18/256692-22:
1.
hij op of omstreeks 7 oktober 2022 te Groningen, opzettelijk en wederrechtelijk een slot van een fietsenstalling (gelegen aan het [straatnaam] aldaar), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan het [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
2.
hij in of omstreeks de periode van 6 oktober 2022 tot en met 7 oktober 2022 te Groningen, in/uit een pand (gelegen aan de [straatnaam] aldaar), een hoeveelheid etenswaren en/of drank en/of bestek en/of een vacuummachine (merk Henkelman), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 7] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
3. hij in of omstreeks de periode van 3 oktober 2022 tot en met 4 oktober 2022, te Groningen, in/uit een pand en/of vanaf een terras (gelegen aan de [straatnaam] aldaar), een hoeveelheid Ipads en/of telefoons en/of een geldkistje (met inhoud) en/of een rugzak, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 8] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
4.
hij in of omstreeks de periode van 18 september 2022 tot en met 20 september 2022 te Groningen, in/uit een pand (gelegen aan de [straatnaam] aldaar), een (aantal) microfoons en/of boxen en/of speakers en/of kabels en/of kleingeld, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 7] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de ten laste gelegde feiten onder parketnummer 18/163034-22, 18/175751-22, 18/240202-22, 18/253997-22 en de feiten 1, 2, 3 en 4 onder parketnummer 18/256692-22 met dien verstande dat verdachte onder feit 3 moet worden vrijgesproken van braak.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de ten laste gelegde vernieling van de sokken onder parketnummer 18/175751-22 omdat enkel de verpakking van de sokken is vernield. De raadsvrouw heeft voorts betoogd dat verdachte onder parketnummer 18/256692-22 moet worden vrijgesproken van het onderdeel braak onder de feiten 2 en 3. De raadsvrouw heeft tot slot vrijspraak bepleit van feit 4 onder parketnummer 18/256692-22 omdat verdachte heeft verklaard dat hij de microfoons heeft meegenomen in de periode van 6 tot 7 oktober 2022.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het ten laste gelegde onder parketnummer 18/163034-22, 18/240202-22, 18/253997-22 en de feiten 1, 2 en 3 onder parketnummer 18/256692-22 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 januari 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 30 juni 2022,opgenomen op pagina 3 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022167204 d.d. 4 juli 2022, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 1] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 september 2022,opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022249707 d.d. 27 september 2022, inhoudend de verklaring van [naam 1] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 5 oktober 2022,opgenomen op pagina 3 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022262504 d.d. 26 oktober 2022, inhoudend de verklaring van [naam 2] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 oktober 2022,opgenomen op pagina 10 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022264395 d.d. 14 november 2022, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 6] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 oktober 2022,opgenomen op pagina 12 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam 3] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 10 oktober 2022,opgenomen op pagina 59 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam 4] .
in de zaak met parketnummer 18/175751-22
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring van het ten laste gelegde redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 12 januari 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat ik op 12 juli 2022 in de [benadeelde partij 2] te Groningen de verpakking van een paar sokken heb vernield door het label eraf te trekken.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte, inclusief bijlage, d.d. 12 juli2022, opgenomen op pagina 3 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022179752 d.d. 13 juli 2022, inhoudend als verklaring van [naam 5] :
Op 12 juli 2022 zag ik dat verdachte in de [benadeelde partij 2] te Groningen onder meer sokken mee had genomen naar een paskamer. Nadat hij de paskamer uitkwam bleek dat hij de labels van de sokken had vernield waarna deze niet meer verkoopbaar bleken.
in de zaak met parketnummer 18/256692-22
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring van feit 4 redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 20 september 2022, opgenomen op pagina 69 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022264395 d.d. 14 november 2022, inhoudende als verklaring van [naam 3] :
Als voorzitter van de stichting doe ik namens de stichting ' [benadeelde partij 7] ' aangifte van inbraak in de buurthuiskamer aan de [straatnaam] te Groningen. Op zondag 18 september omstreeks 17.30 uur is het pand afgesloten middels het sluiten van de schuifdeuren. Dit kan middels een sleutel waarbij de deuren elektrisch worden afgesloten. Toen mijn collega vanochtend bij de schuifdeur kwam merkte hij dat bij het ontgrendelen van de schuifdeur, deze niet open ging. Hij zag direct dat er een snoer bij het plafond loshing. Hij heeft vervolgens geprobeerd de deur handmatig te openen wat lukte. Vervolgens zag hij dat de twee boxen er niet meer stonden en kwam tot de ontdekking dat er meer was weggenomen. Dit moet dus tussen zondag 18 september om 17.30 uur en dinsdag 09.30 uur geweest zijn. Op zondag 18 september 2022 was er nog een kerkdienst in de buurthuiskamer. De afspraak is dat zij, na de dienst, de buurthuiskamer afsluiten en de sleutel bij de secretaris in de brievenbus doen. Deze lag vanochtend ook in zijn brievenbus. Hij is naar de buurthuiskamer gegaan om deze weer te openen voor koffie en bingo vanmiddag toen hij dus ontdekte dat er was ingebroken. Vervolgens ben ik gebeld. Toen ik aan kwam zag ik inderdaad dat er een draad loshing bij de schuifdeuren en dat deze daardoor niet meer afgesloten was. Deze was dus ook elektronisch niet meer te openen maar alleen handmatig te openen. Binnen bleek dat het volgende was weggenomen: - twee staande boxen - PSA15 Actieve luidspreker (300 W 17 kg)
  • twee speaker standard's
  • twee haspels
  • drie microfoons
  • kabels van de boxen en de microfoons
  • de koffiemachine (Nescafé) is ook vernield, hier zaten koffiemuntjes en muntgeld in.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 oktober 2022, opgenomen op pagina 85 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam 6] :
Bij verdachte [verdachte] , zijn diverse goederen aangetroffen, waaronder twee microfoons en kabels. Van deze goederen zijn foto's gemaakt. Ik heb aangeefster een viertal foto's getoond. Ik hoorde haar zeggen dat ze de microfoons herkende, dat dit de microfoons zijn die zijn weggenomen. Echter zag ze dat de draadloze ontvangers behorende bij de microfoons niet aanwezig waren. Aangeefster vertelde dat deze microfoons en de draadloze ontvangers, in een plastic tas zaten met daarin kabels. Ze herkende de kabels voorzien met een rood plakkertje. Deze lagen naast de computer. De overige kabels op de getoonde foto herkende aangeefster niet. Wel gaf ze aan dat er heel veel kabels waren weggenomen en dat het maar zo kan zijn dat deze ten tijde van de diefstal ook zijn weggenomen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht de ten laste gelegde feiten onder parketnummer 18/163034-22, 18/175751-22, 18/240202-22 en 18/253997-22 wettig en overtuigend bewezen en de feiten 1, 2, 3 en 4 onder parketnummer 18/256692-22, met dien verstande dat:
in de zaak met parketnummer 18/163034-22:
hij op 30 juni 2022 te Groningen, een telefoon (merk: Samsung) en een iPad, toebehorende aan [benadeelde partij 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
in de zaak met parketnummer 18/175751-22:
hij op 12 juli 2022 te Groningen, opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, toebehorende aan de
[benadeelde partij 2] , heeft vernield;
in de zaak met parketnummer 18/240202-22:
hij op 21 september 2022 te Groningen levensmiddelen, waaronder zalm en koffie en port en chocolade, toebehorende aan [benadeelde partij 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
in de zaak met parketnummer 18/253997-22:
hij op 5 oktober 2022 te Groningen 3 biefstukken (entrecote), 1 x port en Nutrilon, toebehorende aan de [benadeelde partij 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
in de zaak met parketnummer 18/256692-22:
1.
hij op 7 oktober 2022 te Groningen, opzettelijk en wederrechtelijk een slot van een fietsenstalling (gelegen aan het [straatnaam] ), toebehorende aan het [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] , heeft vernield;
2.
hij in de periode van 6 oktober 2022 tot en met 7 oktober 2022 te Groningen, in/uit een pand (gelegen aan de [straatnaam] aldaar), een hoeveelheid etenswaren en drank en bestek en een vacuümmachine (merk Henkelman), toebehorende aan [benadeelde partij 7] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3. hij in de periode van 3 oktober 2022 tot en met 4 oktober 2022, te Groningen, vanaf een terras (gelegen aan de [straatnaam] aldaar), twee iPad’s, toebehorende aan [benadeelde partij 8] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4.
hij in de periode van 18 september 2022 tot en met 20 september 2022 te Groningen, in/uit een pand (gelegen aan de [straatnaam] aldaar), een (aantal) microfoons en boxen en speakers en kabels en kleingeld, toebehorende aan [benadeelde partij 7] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

t.a.v. parketnummer 18/163034-22:diefstal
t.a.v. parketnummer 18/175751-22:
vernieling
t.a.v. parketnummer 18/240202-22:diefstal
t.a.v. parketnummer 18/253997-22:diefstal
t.a.v. parketnummer 18/256692-22:
vernieling;
diefstal;
diefstal;
diefstal met braak, toegang verschaffen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde onder de parketnummers 18/163034-22, 18/175751-22, 18/240202-22 en 18/253997-22 bewezen, en het de ten laste gelegde feiten 1, 2, 3 en 4 onder parketnummer 18/256692-22 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en oplegging van bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht en het houden aan aanwijzingen van de reclassering.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest in combinatie met een deels voorwaardelijke gevangenisstraf en een onvoorwaardelijke taakstraf. Een taakstraf zal verdachte bovendien helpen te re-integreren en nieuwe contacten te leggen. Verdachte heeft de methadon inmiddels bijna afgebouwd en hij is ervan overtuigd dat hij na zijn vrijlating vrijwel direct werk en onderdak zal vinden. Als hij zich weer heeft ingeschreven is begeleiding door de reclassering mogelijk.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van Reclasseringsinstantie Verslavingszorg Noord-Nederland d.d. 21 november 2022, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in een zeer krap tijdsbestek schuldig gemaakt aan in totaal zes diefstallen, waarvan één door middel van braak en twee vernielingen. Door zich schuldig te maken aan de bewezen verklaarde feiten heeft verdachte laten zien dat hij geen enkel respect heeft voor andermans eigendommen. Hij was puur uit op eigen gewin.
De rechtbank heeft bij de oplegging van de straf in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, eerder een strafbeschikking opgelegd heeft gekregen voor een winkeldiefstal.
In het reclasseringsrapport van 21 november 2022 is opgenomen dat het verdachte ontbreekt aan huisvesting, zinvolle dagbesteding, inkomen en een steunend netwerk. Dit ziet de reclassering als risicoverhogend en in sommige gevallen als delictgerelateerd. Verdachte is verslaafd aan diverse harddrugs en tijdens zijn detentie ontvangt verdachte methadon en is hij aan het toewerken naar een afbouw hiervan. Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog, daar verdachte geen stabiele leefsituatie heeft en hij het plegen van delicten ziet als een noodzaak om te overleven. De reclassering ziet bij verdachte een gemotiveerde houding om na detentie stabiliteit te creëren in zijn leefsituatie. Gezien de gemotiveerde houding van verdachte kan de hulpverlening in een vrijwillig kader opgestart worden en acht de reclassering bijzondere voorwaarden zoals interventies of toezicht niet nodig.
Gezien de ernst en de hoeveelheid van de feiten, de justitiële documentatie van verdachte en de oriëntatiepunten die het LOVS heeft geformuleerd voor dit soort delicten is de rechtbank van oordeel dat daarop niet anders gereageerd kan worden dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Ter voorkoming van recidive zal de rechtbank een deel van deze gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm opleggen met oplegging van bijzondere voorwaarden. Anders dat de reclassering is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de hoge recidivekans en de instabiele leefsituatie van verdachte, deze bijzondere voorwaarden noodzakelijk zijn om het recidivegevaar in te perken.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, passend en geboden is. Aan het voorwaardelijke strafdeel zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden verbinden zoals gevorderd door de officier van justitie. De tijd die verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht komt in mindering op de gevangenisstraf.

In beslag genomen goederen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verbeurdverklaring gevorderd van nummer 8 op de beslaglijst, te weten de slijpmachine. De officier van justitie heeft teruggave aan verdachte gevorderd van de onder nummers 1, 2 en 14 op de beslaglijst genoemde goederen, te weten een geldbedrag van € 80,-, twee
tassen en een telefoon van het merk Alcatel. De officier van justitie heeft teruggave aan de rechthebbenden gevorderd van de nummers 3 t/m 7, 9, 11, 13 en 15 op de beslaglijst.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft eveneens teruggave aan verdachte gevorderd van de onder nummers 1, 2 en 14 op de beslaglijst. Voor het overige heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de in beslag genomen slijpmachine (nummer 8 op de beslaglijst) vatbaar voor verbeurdverklaring omdat dit een voorwerp betreft met behulp waarvan een strafbaar feit is begaan.
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomen geldbedrag (nummer 1 op de beslaglijst), de tassen (nummer 2 op de beslaglijst) en de telefoon van het merk Alcatel (nummer 14 op de beslaglijst) moeten worden teruggegeven aan verdachte omdat het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten de nummers 3 t/m 7, 9, 11, 13 en 15 op de beslaglijst moeten worden bewaard ten behoeve van de tot nu toe onbekend gebleven rechthebbende(n).

Benadeelde partij

Zinn heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 9.674,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting de rechtbank verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren bij gebrek aan een uittreksel van de Kamer van Koophandel waaruit blijkt dat [naam 7] gerechtigd is namens [benadeelde partij 8] op te treden.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich bij het standpunt van de officier van justitie aangesloten.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat het voegingsformulier door [naam 7] is ingediend en ondertekend. De rechtbank stelt verder vast dat zich in het dossier geen uittreksel van de Kamer van Koophandel van [benadeelde partij 8] bevindt. Daarmee is voor de rechtbank niet vast te stellen of [naam 7] gerechtigd is namens [benadeelde partij 8] op te treden.
Gelet op het voorgaande kan de benadeelde partij [benadeelde partij 8] thans niet in haar vordering worden ontvangen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 57, 310, 311 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde onder de parketnummers 18/163034-22, 18/175751-22, 18/240202-22 en 18/253997-22 bewezen, en het de ten laste gelegde feiten 1, 2, 3 en 4 onder parketnummer 18/256692-22 te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf (
een gedeelte, groot 60 dagen) niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich binnen 5 dagen volgend op zijn ontslagdatum uit detentie meldt bijReclassering Nederland, [straatnaam] te Groningen;
dat de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die Reclassering Nederland hem geeft.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis gelijk wordt aan de duur van de aan verdachte onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen slijpmachine (nummer 8 op de beslaglijst)
Gelast de bewaringvan de goederen vermeld onder de nummers 3, 4, 5, 6, 7, 9, 11, 13 en 15 op de beslaglijst, ten behoeve van de (diverse) rechthebbende(n).
Gelast de teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven tassen, een telefoon en een geldbedrag van € 80,- (nummers 1, 2 en 14 op de beslaglijst).

Benadeelde partij

Ten aanzien van 18/256692-22, feit 3:
Verklaart de vordering van
[benadeelde partij 8]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M.L. Veen, voorzitter, mr. H.J. Schuth en mr. E.P. van Sloten, rechters, bijgestaan door mr. A. Bolding, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 januari 2023. mrs. Schuth en Van Sloten is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.