ECLI:NL:RBNNE:2023:256
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de handhaving van een last onder dwangsom voor recreatieve bewoning in strijd met bestemmingsplan
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 25 januari 2023, wordt het beroep van eisers tegen de oplegging van een last onder dwangsom beoordeeld. De eisers, eigenaren van een woning op Terschelling, hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling, dat hen verplichtte het recreatieve gebruik van hun woning te beëindigen. De rechtbank oordeelt dat het in stand laten van de last onder dwangsom, terwijl de woning al meer dan 60 jaar recreatief wordt gebruikt, onevenredig is. De rechtbank stelt vast dat de woning sinds 15 mei 2020 permanent bewoond wordt door een andere bewoner, waardoor het strijdige gebruik is beëindigd. Het college had de last onder dwangsom eerder moeten intrekken, maar deed dit pas op 1 maart 2022, na het indienen van het beroep door eisers.
De rechtbank concludeert dat het college ten onrechte de last onder dwangsom in stand heeft gelaten en dat eisers procesbelang hebben bij de beoordeling van het beroep, omdat zij een vergoeding van proceskosten hebben verzocht. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en kent eisers een proceskostenvergoeding toe van € 2.868,-. Daarnaast moet het college het griffierecht van € 184,- aan eisers vergoeden. De rechtbank benadrukt dat handhaving in dit geval niet in verhouding staat tot het belang van het bestrijden van woningnood op Terschelling, gezien de lange periode waarin de woning recreatief is gebruikt.