ECLI:NL:RBNNE:2023:2878

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 juli 2023
Publicatiedatum
14 juli 2023
Zaaknummer
18-116752-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak wegens onvoldoende wettig bewijs

Op 14 juli 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 56-jarige man, die werd beschuldigd van ontuchtige handelingen met een patiënt die zijn zorg had toevertrouwd. De verdachte was aanwezig bij de zitting, bijgestaan door zijn advocaat, mr. P. Bonthuis, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. L.J. van der Heide. De tenlastelegging omvatte ontuchtige handelingen die zouden hebben plaatsgevonden tussen 13 en 17 september 2022 in een vakantiehuis. De officier van justitie eiste integrale vrijspraak, stellende dat er onvoldoende wettig bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verdediging steunde dit standpunt en betoogde dat er geen wettig bewijs was voor de beschuldigingen.

De rechtbank heeft het dossier zorgvuldig bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende wettig bewijs is om de verdachte te veroordelen voor zowel de primair als subsidiair ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van de verdachte en het slachtoffer niet door steunbewijs konden worden onderbouwd. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten om de verdachte vrij te spreken van alle beschuldigingen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, onder leiding van voorzitter mr. T.M.L. Wolters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden
parketnummer 18.116752.22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 14 juli 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 14 juli 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. P. Bonthuis advocaat te Haskerdijken. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L.J. van der Heide.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in de periode van 13 september tot en 17 september 2022 te [adres] , [adres] in een vakantiehuis daar, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal terwijl hij werkzaam was in de gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] , die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachtes hulp en/of zorg had toevertrouwd
,althans in die hoedanigheid als patiënt en/of cliënt is meegevraagd door verdachte voor een gezamenlijke vakantie door onverhoeds en/of tijdens de nachtelijke uren
  • de piemel van die [slachtoffer] vast te pakken en/of
  • gedurende langere tijd, althans enige tijd trekkende en/of rukkende bewegingen aan/met de piemelvan die [slachtoffer] te maken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in de periode van 13 september tot en 17 september 2022 te [adres] , [adres] , in een vakantiehuis aldaar, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten het onverhoeds en/of tijdens de nachtelijke uren te benaderen, althans onverhoeds toenadering te zoeken, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten
  • het vastpakken van de piemel van die [slachtoffer] en/of
  • gedurende langere tijd, althans enige tijd trekkende en/of rukkende bewegingen aan/met de piemelvan die [slachtoffer] te maken.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft integrale vrijspraak gevorderd, omdat zij van oordeel is dat er onvoldoende wettig bewijs is. Verdachte heeft de ontuchtige handelingen ontkend en er is geen steunbewijs voor de verklaring van [slachtoffer] .
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken, omdat er geen wettig bewijs is.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat er onvoldoende wettig bewijs is om tot een veroordeling te komen voor zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M.L. Wolters voorzitter, mr. W.S. Sikkema en mr. L.S. Langius, rechters, bijgestaan door mr. L.T.A. Pham griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 juli 2023.