Daarnaast heeft de rechtbank gelet op het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 3 augustus 2022 schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van het zeven jaar oude slachtoffer. Het feit vond plaats bij (in het water van) een openbare recreatieplas in de omgeving van Heerenveen waar zowel verdachte als het slachtoffer op dat moment op vakantie waren.
Verdachte heeft met zijn handelen ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het zeer jonge slachtoffer, dat op deze leeftijd niet geconfronteerd behoort te worden met dergelijke handelingen. Slachtoffers van dergelijke delicten kunnen daar nog lange tijd nadelige psychische gevolgen van ondervinden. Dat daar in dit geval ook sprake van is, blijkt uit de slachtofferverklaring die de moeder van het slachtoffer heeft afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting. Het vorenstaande rekent de rechtbank verdachte aan.
Verder houdt de rechtbank bij de strafoplegging rekening met de volgende persoonlijke omstandigheden.
Uit het Pro Justitia rapport van 12 april 2023 blijkt dat verdachte een beneden gemiddelde intelligente vijftienjarige jongen is met impulsregulatieproblematiek in combinatie met gezinsproblematiek (ouderkind relatieprobleem) wat heeft geleid tot een scheefgroeiende identiteitsontwikkeling. Wat vooral opvalt is de naïviteit in psychologisch opzicht, sterke gerichtheid op eigen (seksuele) behoeften en lagere ontwikkelingsleeftijd op emotioneel gebied gezien, wat zijn weerslag op zijn identiteitsvorming heeft op het lichamelijke
(seksualiteit, seksuele voorlichting en advies), cognitieve en sociale gebied (sterke beïnvloedbaarheid). Voorts blijkt uit het rapport dat het recidiverisico als matig wordt ingeschat mits er interventies worden ingezet. Vanuit het Pro Justitia rapport wordt geadviseerd om het ten laste gelegde in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Daarnaast wordt een (deels) voorwaardelijke straf aanbevolen met als bijzondere voorwaarden dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen van zijn jeugdreclasseerder en meewerkt aan de door de jeugdreclasseerder geadviseerde behandeling. Het advies is om verdachte binnen een duidelijk toezichtkader vanuit de jeugdreclassering poliklinische behandeling te bieden, gericht op een delictscenario en het verschil tussen gezond seksueel experimenteer- en grensoverschrijdend seksueel gedrag. Een dergelijke behandeling kan geboden worden bij GGZ Accare, waar verdachte inmiddels in beeld is. Daarnaast wordt systemische behandeling geadviseerd, eveneens bij Accare, gericht op de vermijdende tendensen bij ouders en verdachte, om te leren meer emotioneel contact aan te gaan en ouders handvatten te bieden in de omgang met verdachte.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft zich middels het advies van 13 juli 2023 aangesloten bij voornoemde conclusies van de psycholoog. De Raad geeft daarnaast aan dat het nu goed gaat met verdachte. Verdachte houdt zich aan de afspraken die gemaakt zijn in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis. Gelet op het feit dat er de afgelopen tijd zeer veel toezicht op verdachte was en hij nauwelijks vrijheden had, is het van belang dat er met verdachte wordt toegewerkt naar meer vrijheden. Hoewel de Raad de ouders van verdachte niet kan verplichten tot systemische behandeling, benadrukt de Raad dat die behandeling wel zeer wenselijk is in het belang van verdachte. De Raad kan zich vinden in het strafadvies van het Pro Justitia rapport en wil daarnaast het advies van een voorwaardelijke werkstraf ter overweging meegeven. Dit vanwege het feit dat verdachte een kwetsbare jongen is (impulsregulatieproblematiek, lagere emotionele ontwikkelingsleeftijd) waarbij een mogelijk verblijf binnen de JJI niet als wenselijk wordt gezien. De Raad acht behandeling van verdachte voorliggend en ziet daarnaast een eventuele onvoorwaardelijke werkstraf als consequentie. De Raad adviseert daarbij oplegging van bijzondere voorwaarden, te weten een verbod op middelengebruik, naar school/dagbesteding gaan volgens (les)rooster, meewerken aan noodzakelijk geachte behandeling van Accare en inzicht geven in social media en internetgebruik.
De Jeugdreclassering bevestigt met haar rapport van 7 juli 2023 dat verdachte zich aan de afspraken houdt. Vanuit school heeft de reclassering tevens positieve berichten ontvangen over verdachte. Voorts staat de Jeugdreclassering achter het advies van de Pro Justitia rapporteur. Net als de Raad benadrukt de Jeugdreclassering dat, naast de behandeling van verdachte, systemische gesprekken (met betrokkenheid van de ouders) ook nodig zijn.
De rechtbank verenigt zich met de conclusies en adviezen van de deskundigen en neemt deze over. De rechtbank komt derhalve tot het oordeel dat het bewezenverklaarde in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend.
Hoewel de ernst van het feit in beginsel een onvoorwaardelijke jeugddetentie rechtvaardigt, heeft de rechtbank ook oog voor de jonge leeftijd van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden zoals hiervoor besproken. De rechtbank betrekt bij de straftoemeting voorts het feit dat verdachte ter terechtzitting verantwoordelijkheid heeft genomen en zijn spijt heeft betuigd. De rechtbank zal gelet op dit alles de duur van de onvoorwaardelijke jeugddetentie daarom beperken tot de tijd die verdachte reeds in verzekering heeft doorgebracht, omdat een langere onvoorwaardelijke jeugddetentie geen pedagogische meerwaarde meer zal hebben, verdachte geen strafblad heeft en hij slechts veertien jaar oud was ten tijde van het bewezenverklaarde. Wel zal de rechtbank een voorwaardelijke jeugddetentie met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Raad en de Jeugdreclassering opleggen. Naast de voorwaardelijke jeugddetentie zal de rechtbank ook een onvoorwaardelijke werkstraf aan verdachte opleggen, omdat verdachte ook de consequenties van zijn handelen moet ondergaan.
Alles afwegende is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat een werkstraf voor de duur van 80 uren, met vervangende jeugddetentie, en daarnaast een jeugddetentie voor de duur van