ECLI:NL:RBNNE:2023:3678
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om afkoelingsperiode op grond van de WHOA door Big Bazar B.V. wegens onvoldoende bewijs van financiële draagkracht
Op 4 september 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beschikking gegeven in de zaak van Big Bazar B.V. Het verzoek van Big Bazar om een afkoelingsperiode op grond van artikel 376 van de Faillissementswet (Fw) werd afgewezen. Big Bazar, een retailbedrijf met 121 vestigingen en ongeveer 1300 werknemers, had op 22 augustus 2023 een startverklaring gedeponeerd en op 23 augustus een verzoekschrift ingediend voor een afkoelingsperiode. De rechtbank had eerder op 24 augustus 2023 een voorlopige afkoelingsperiode afgekondigd, maar de definitieve beslissing op het verzoek vond plaats op 4 september 2023.
Tijdens de zitting op 1 september 2023 werd het verzoek behandeld, waarbij verschillende schuldeisers hun zienswijzen indienen. De rechtbank constateerde dat er onvoldoende vertrouwen was bij de schuldeisers dat Big Bazar in staat zou zijn om aan haar lopende verplichtingen te voldoen. De rechtbank oordeelde dat Big Bazar niet kon aantonen dat zij in de gevraagde afkoelingsperiode aan haar verplichtingen kon voldoen, ondanks dat zij de salarissen voor augustus had betaald. De rechtbank wees erop dat de huur voor september nog niet was voldaan en dat de omzet van de winkels niet voldoende was om aan de verplichtingen te voldoen.
De rechtbank concludeerde dat het verzoek van Big Bazar niet voldeed aan de eisen van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) en dat er geen realistisch vooruitzicht was op een succesvolle herstructurering van de schulden. Het verzoek werd afgewezen, en daarmee ook het verzoek tot het aanstellen van een observator. De beschikking werd openbaar uitgesproken door de voorzitter, mr. H.J. Idzenga, en de rechters mr. F. Damsteegt en mr. C.H. Rombouts.