Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 en feit 2 primair wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van negen maanden. Daarnaast heeft de officier van justitie oplegging van een contactverbod met
[slachtoffer] en een gebiedsverbod (binnen een straal van 500 meter om de woning van [slachtoffer] , [adres] te [adres] ) ex artikel 38v van het Wetboek van Stafrecht gevorderd, waarbij per overtreding een vervangende hechtenis van twee weken geldt met een maximum van zes maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een taakstraf of een voorwaardelijke gevangenisstraf. Oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is niet passend, omdat de foto’s niet zijn verspreid door verdachte en er behalve dat de foto’s zijn gemaakt verder geen nadelige gevolgen voor het slachtoffer zijn ontstaan.
Voorts heeft de raadsman gepleit om geen gebiedsverbod aan verdachte op te leggen. Gelet op het persoonlijk belang van verdachte en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd, gaat het te ver om een gebiedsverbod op te leggen. Verdachte wil zijn ex-vriendin bezoeken en zij woont in het gebied waarvoor een gebiedsverbod is gevorderd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsrapport, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen bij een 66-jarige vrouw, die op dat moment in een staat van verminderd bewustzijn verkeerde en daardoor haar wil niet kon bepalen. Het slachtoffer voelde zich na het eten van spacecake niet lekker worden en heeft daarop de hulp ingeroepen van onder andere verdachte. Verdachte heeft vervolgens toen hij alleen met het slachtoffer was van deze situatie misbruik gemaakt door het slachtoffer in haar eigen woning, waar zij zich te allen tijde veilig hoort te voelen, te betasten en foto’s te maken van haar vagina. Verdachte heeft daarmee een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer, des te meer nu van verdachte werd gevraagd om op het slachtoffer te letten en hij zich er op dat moment zeker van bewust moet zijn geweest dat het slachtoffer zich in die situatie niet kon verweren. De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij op deze wijze misbruik heeft gemaakt van zijn hulpverlenende positie. Op het moment dat het slachtoffer weer volledig bij zinnen was, drong het pas goed tot haar door wat haar was overkomen. Het handelen van verdachte heeft
een grote impact op haar gehad. Niet alleen blijkt dit uit de slachtofferverklaring die zij ter terechtzitting heeft doen overleggen, maar ook uit het feit dat uit een brief van haar huisarts is gebleken dat zij als gevolg van de gebeurtenis onder behandeling is in verband met een posttraumatische stressstoornis. Het slachtoffer voelt zich niet meer veilig in haar eigen woning en haar vertrouwen in andere mensen, in het bijzonder mannen, is ernstig beschadigd.
De rechtbank heeft eveneens acht geslagen op het reclasseringsrapport. Het risico op recidive wordt door de reclassering ingeschat als hoog. Hoewel er sprake is van zorgwekkende problematiek op meerdere leefgebieden ziet de reclassering geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen. De reclassering schat de kans groot in dat verdachte zich zal onttrekken aan voorwaarden en adviseert daarom een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden. Wel adviseert zij om aan verdachte een contact- en gebiedsverbod ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat niet met een andere straf kan worden volstaan dan met een gevangenisstraf. De bewezenverklaarde feiten zijn ernstig, als ook de omstandigheden waaronder zij zijn gepleegd. De rechtbank acht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van negen maanden passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.
Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een contact- en gebiedsverbod opleggen als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht. Het contactverbod geldt ten aanzien van het slachtoffer [slachtoffer] en het gebiedsverbod houdt in dat verdachte zich niet binnen een straal van 500 meter, zal ophouden rondom de woning van het slachtoffer gelegen aan [adres] te [adres] . Het contact- en gebiedsverbod worden opgelegd voor de duur van 5 jaren. Voor het geval de verdachte niet aan één van de opgelegde verboden voldoet, zal vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregelen wordt voldaan. De totale duur van de vervangende hechtenis bedraagt ten hoogste zes maanden. Met het opleggen van deze maatregelen kan het slachtoffer vrij bewegen en loopt zij niet het risico om in de directe omgeving van haar eigen woning, bijvoorbeeld tijdens het uitlaten van haar hond, te worden geconfronteerd met verdachte. Dit belang weegt naar het oordeel van de rechtbank zwaarder dan het persoonlijke belang van verdachte.
Beslag
De rechtbank zal de in beslag genomen telefoon (Samsung Sma415f/Dsn) verbeurd verklaren, nu deze aan verdachte toebehoort en het onder feit 2 primair bewezenverklaarde hiermee is begaan.