Het advies van de reclassering
Het advies voortijdige negatieve beëindiging toezicht van Reclassering Nederland van 25 augustus 2023 houdt in dat veroordeelde de regels van de kliniek meermalen heeft overtreden. [inrichting] heeft daarom op 25 augustus besloten om de klinische behandeling te beëindigen. De reclassering ziet geen mogelijkheden meer voor gedragsbeïnvloeding en risicobeperking. De reclassering adviseert daarom het reclasseringstoezicht te beëindigen. Ter zitting is dit advies door [medewerker] bevestigd.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft ter zitting gevorderd dat de vordering gedeeltelijk, te weten voor de duur van zes maanden, moet worden toegewezen. De proeftijd van vijf jaren is bijna voorbij en het gaat om een voorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden. Gelet op het beginsel van proportionaliteit en subsidiariteit is het niet opportuun om aan het einde van de proeftijd de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 24 maanden volledig ten uitvoer te leggen. Bij een gedeeltelijke tenuitvoerlegging van zes maanden, kan in de tussentijd gezocht worden naar een nieuwe instelling waar verdachte klinisch behandeld kan worden voor de resterende tijd van de proeftijd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor gedeeltelijke tenuitvoerlegging van twee maanden gevangenisstraf. Daartoe heeft zij aangevoerd dat bij volledige tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, verdachte over twee jaren zonder hulp op straat staat. Dat is niet wenselijk voor de samenleving en ook niet voor verdachte. De termijn van twee maanden draagt er aan bij dat er snel een nieuwe plek wordt gezocht voor veroordeelde.
Overweging van de rechtbank
Uit het reclasseringsrapport kan worden afgeleid dat [inrichting] de klinische behandeling heeft beëindigd vanwege het vele malen overtreden van de huisregels. In de periode 8 februari 2023 tot en met 24 augustus 2023 hebben er meerdere overtredingen plaatsgevonden, waaronder een incident met een medebewoner waarbij veroordeelde erg agressief was en het handelen in shag. De rechtbank stelt vast dat veroordeelde hiermee de bijzondere voorwaarden heeft overtreden. Dit leidt ertoe dat de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf kan worden toegewezen.
De proeftijd loopt nog tot en met 17 februari 2024. Gelet op het beginsel van proportionaliteit en subsidiariteit acht de rechtbank het niet opportuun om de volledige tenuitvoerlegging van de 24 maanden gevangenisstraf te bevelen. Daarnaast acht de rechtbank de behandeling in een klinische setting van groter belang dan de volledige tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf. Dit om de kans op herhaling te beperken. Het is daarom van belang dat er onderzocht wordt of verdachte in een andere instelling klinisch behandeld kan worden.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat gedeeltelijke tenuitvoerlegging van 6 maanden van de voorwaardelijke opgelegde gevangenisstraf passend is. In de tussentijd kan verdachte aangemeld worden voor een klinische behandeling bij een andere kliniek, zodat hij in de resterende tijd van de proeftijd nog behandeld kan worden.
De rechtbank zal dan ook de vordering van de officier van justitie gedeeltelijk toewijzen. Dit voor een duur van 6 maanden gevangenisstraf met aftrek van de tijd die veroordeelde in de voorlopige tenuitvoerlegging heeft doorgebracht.