ECLI:NL:RBNNE:2023:3869

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 augustus 2023
Publicatiedatum
21 september 2023
Zaaknummer
18-109685-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte tot ISD-maatregel na meerdere winkeldiefstallen

Op 3 augustus 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere winkeldiefstallen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaar. De verdachte heeft binnen een periode van iets meer dan een week drie keer goederen weggenomen uit winkels in Groningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de eisen van artikel 38m lid 1 van het Wetboek van Strafrecht is voldaan, aangezien de verdachte in de vijf jaren voorafgaand aan de feiten meerdere keren onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de aangiften van de slachtoffers als bewijs gebruikt en heeft geoordeeld dat de feiten wettig en overtuigend bewezen zijn.

De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verslaving aan heroïne en zijn problemen op verschillende leefgebieden. Ondanks dat de verdachte gemotiveerd lijkt om aan zijn problematiek te werken, is er een hoog risico op herhaling van delictgedrag. De reclassering heeft geadviseerd om een onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen, wat de rechtbank heeft overgenomen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen alternatieven zijn voor de ISD-maatregel, gezien de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De rechtbank heeft de vorderingen na voorwaardelijke veroordelingen beoordeeld en de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf van 6 weken gevangenisstraf gelast, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden
parketnummer 18.109685.23
vorderingen na voorwaardelijke veroordelingen parketnummers 18.038697.21 en 18.172437.22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 3 augustus 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 03 augustus 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. W.J. Ausma, advocaat te Utrecht.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door R. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 26 april 2023, te Groningen, in de gemeente Groningen, in/uit een winkel/supermarkt, gelegen/gevestigd aldaar aan of bij de [adres] , 5 pakken vlees, (te weten 3x tbone 1x picanha, 1x cote de boeuf) en/of een flesje verse sap, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan winkelbedrijf/supermarkt [bedrijf] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 15 april 2023, te Groningen, in de gemeente Groningen, in/uit een winkel, gelegen/gevestigd aldaar aan of bij de [adres] , (zeven) vleesprodukten , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan winkelbedrijf/supermarkt [bedrijf] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op of omstreeks23 april 2023, te Groningen, in de gemeente Groningen, in/uit een winkel, gelegen/gevestigd aldaar aan of bij de [adres] , vlees(produkten), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan winkelbedrijf/supermarkt [bedrijf] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle tenlastegelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht alle feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 03 augustus 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 26 april 2023,
opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002023106541 d.d. 27 april 2023, inhoudend de verklaring van [naam] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 17 april 2023,opgenomen op pagina 11 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam] ;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 27 april 2023,opgenomen op pagina 16 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht alle feiten wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
hij op 26 april 2023, te Groningen, in de gemeente Groningen, uit een supermarkt gelegen aan de [adres] , 5 pakken vlees, (te weten 3x t-bone 1x picanha, 1x cote de boeuf) en een flesje verse sap, die geheel aan supermarkt [bedrijf] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op 15 april 2023, te Groningen, in de gemeente Groningen, uit een winkel gelegen aan de [adres] , zeven vleesproducten, die geheel aan winkelbedrijf [bedrijf] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op 23 april 2023, te Groningen, in de gemeente Groningen, uit een winkel gelegen aan de [adres] , vleesproducten die geheel aan winkelbedrijf [bedrijf] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

diefstal
diefstal
diefstal
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van 2 jaar.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich aangesloten bij de eis van de officier van justitie.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het rapport van de reclassering van 6 juli 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich binnen een tijdsbestek van iets meer dan één week schuldig gemaakt aan drie winkeldiefstallen. Dit zijn vervelende feiten waar winkeliers veel overlast van ondervinden en waardoor zij ook financiële schade lijden. Verdachte heeft met zijn handelen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de winkeliers.
Het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 juli 2023 is 22 pagina’s lang. Uit de documentatie blijkt dat verdachte in de vijf jaren voorafgaand aan de diefstallen meermalen onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Verdachte staat ook als veelpleger geregistreerd. Daarnaast is aan verdachte op 17 maart 2023 een voorwaardelijke ISD-maatregel opgelegd waarmee verdachte een laatste kans heeft gekregen om te laten zien dat hij klaar is met het plegen van strafbare feiten. Deze kans heeft hij niet gegrepen nu hij slechts een maand na deze veroordeling wederom, meerdere keren, de fout in is gegaan.
De reclassering adviseert om aan verdachte een onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen. Uit haar rapport blijkt dat verdachte kampt met problemen op diverse leefgebieden. Verdachte heeft geen eigen woonruimte, is heroïneverslaafd (tijdens
detentie was hij vrij van drugs en was de methadon afgebouwd) en ook zou er sprake zijn van een Post Traumatisch Stress Syndroom. Hij staat geregistreerd als veelpleger en in zijn delictsgeschiedenis is een verband te zien tussen middelengebruik, persoonlijkheidsproblematiek en het plegen van delicten. De laatste twee reguliere reclasseringstoezichten zijn voortijdig negatief beëindigd en een recent opgelegde voorwaardelijke ISD-maatregel is mislukt. De kans op herhaling en onttrekking aan voorwaarden wordt door de reclassering als hoog ingeschat. Verdachte wil echter wel delict- en drugsvrij leven en is bereid een bepaalde mate van hulpverlening te accepteren. Hoewel verdachte gemotiveerd is om aan zijn problematiek te werken, loopt het bij de uitvoering hiervan spaak. Verdachte gebruikt middelen om zijn onlustgevoelens (deels door trauma) te dempen, maar zijn drugsgebruik zorgt dat hij niet in behandeling komt. Om hierin een omslag te maken is langdurige klinische behandeling vereist waarbij hij bij een terugval of falen weer teruggeplaatst kan worden in de PI en vanuit daar weer herplaatst kan worden in een kliniek. Binnen de ISD-maatregel kan de problematiek van verdachte optimaal worden behandeld, zodat het herhalingsgevaar kan worden teruggedrongen en de maatschappij kan worden beschermd.
Tijdens de behandeling ter terechtzitting van 3 augustus 2023 is door de reclasseringswerker benadrukt dat zij geen alternatief ziet voor de oplegging van een onvoorwaardelijke ISD-maatregel.
De rechtbank stelt vast dat is voldaan aan de eisen van artikel 38m lid 1 Wetboek van Strafrecht. Verdachte heeft misdrijven begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, hij is in de vijf jaren voorafgaand aan de feiten tenminste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk tot een vrijheidsstraf veroordeeld en de feiten zijn gepleegd na de tenuitvoerlegging van deze straffen. Blijkens de justitiële documentatie is ook voldaan aan de eisen die de ‘Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers’ van het Openbaar Ministerie stelt; verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt worden voor meer dan tien misdrijven, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit. Uit het reclasseringsrapport blijkt dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een misdrijf zal begaan. Verder eist de veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel, gezien de ernst en het aantal door verdachte begane soortgelijke feiten.
Verdachte blijft vervallen in crimineel gedrag. De eerdere veroordelingen tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen en zelfs een voorwaardelijke ISD-maatregel hebben er niet toe geleid dat verdachte geen misdrijven meer pleegt. Gelet op de persoonlijke omstandigheden en problematiek van verdachte, ziet de rechtbank geen alternatief voor de oplegging van de onvoorwaardelijke ISDmaatregel. De ISD-maatregel is dan ook de ultimum remedium voor het terugdringen van het herhalingsgevaar en het beveiligen van de maatschappij tegen delictgedrag van verdachte. Binnen de ISD-maatregel kan verdachte gedurende langere tijd intensief worden behandeld, begeleid en aangestuurd om de nodige stappen te zetten die een bijdrage kunnen leveren aan een veilige en zo stabiel mogelijke terugkeer in de maatschappij.
Alles afwegend zal de rechtbank verdachte de ISD-maatregel voor de duur van twee jaren opleggen.

Vorderingen na voorwaardelijke veroordeling

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd om de vorderingen na voorwaardelijke veroordeling met de parketnummers 18.038697.21 en 18.172437.22 af te wijzen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor afwijzing van de vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 18.172437.22 en voor toewijzing van de vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 18.038697.21, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in deze zaak.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, opgelegd bij arrest van de meervoudige kamer van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen van 17 maart 2023 (parketnummer 18.172437.22) afwijzen.
De rechtbank zal de tenuitvoerlegging van de straf gelasten, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen van 24 februari 2022, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken (parketnummer 18.038697.21), met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in deze zaak met parketnummer 18.109685.23.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38m, 38n, 57 en 310 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

18.172437.22:

Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, opgelegd bij arrest van de meervoudige kamer van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen van 17 maart 2023.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

18.038697.21:

Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen van 24 februari 2022, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in de hoofdzaak, met parketnummer 18.109685.23, bij de tenuitvoerlegging van deze gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Maring, voorzitter, mr. J.G.W. Lootsma - Oude Nijeweme en mr. B.F. Hammerle, rechters, bijgestaan door mr. S.J. Boersma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 augustus 2023.
Mr. J.G.W. Lootsma – Oude Nijeweme is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.