Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van 2 jaar.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich aangesloten bij de eis van de officier van justitie.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het rapport van de reclassering van 6 juli 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich binnen een tijdsbestek van iets meer dan één week schuldig gemaakt aan drie winkeldiefstallen. Dit zijn vervelende feiten waar winkeliers veel overlast van ondervinden en waardoor zij ook financiële schade lijden. Verdachte heeft met zijn handelen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de winkeliers.
Het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 juli 2023 is 22 pagina’s lang. Uit de documentatie blijkt dat verdachte in de vijf jaren voorafgaand aan de diefstallen meermalen onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Verdachte staat ook als veelpleger geregistreerd. Daarnaast is aan verdachte op 17 maart 2023 een voorwaardelijke ISD-maatregel opgelegd waarmee verdachte een laatste kans heeft gekregen om te laten zien dat hij klaar is met het plegen van strafbare feiten. Deze kans heeft hij niet gegrepen nu hij slechts een maand na deze veroordeling wederom, meerdere keren, de fout in is gegaan.
De reclassering adviseert om aan verdachte een onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen. Uit haar rapport blijkt dat verdachte kampt met problemen op diverse leefgebieden. Verdachte heeft geen eigen woonruimte, is heroïneverslaafd (tijdens
detentie was hij vrij van drugs en was de methadon afgebouwd) en ook zou er sprake zijn van een Post Traumatisch Stress Syndroom. Hij staat geregistreerd als veelpleger en in zijn delictsgeschiedenis is een verband te zien tussen middelengebruik, persoonlijkheidsproblematiek en het plegen van delicten. De laatste twee reguliere reclasseringstoezichten zijn voortijdig negatief beëindigd en een recent opgelegde voorwaardelijke ISD-maatregel is mislukt. De kans op herhaling en onttrekking aan voorwaarden wordt door de reclassering als hoog ingeschat. Verdachte wil echter wel delict- en drugsvrij leven en is bereid een bepaalde mate van hulpverlening te accepteren. Hoewel verdachte gemotiveerd is om aan zijn problematiek te werken, loopt het bij de uitvoering hiervan spaak. Verdachte gebruikt middelen om zijn onlustgevoelens (deels door trauma) te dempen, maar zijn drugsgebruik zorgt dat hij niet in behandeling komt. Om hierin een omslag te maken is langdurige klinische behandeling vereist waarbij hij bij een terugval of falen weer teruggeplaatst kan worden in de PI en vanuit daar weer herplaatst kan worden in een kliniek. Binnen de ISD-maatregel kan de problematiek van verdachte optimaal worden behandeld, zodat het herhalingsgevaar kan worden teruggedrongen en de maatschappij kan worden beschermd.
Tijdens de behandeling ter terechtzitting van 3 augustus 2023 is door de reclasseringswerker benadrukt dat zij geen alternatief ziet voor de oplegging van een onvoorwaardelijke ISD-maatregel.
De rechtbank stelt vast dat is voldaan aan de eisen van artikel 38m lid 1 Wetboek van Strafrecht. Verdachte heeft misdrijven begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, hij is in de vijf jaren voorafgaand aan de feiten tenminste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk tot een vrijheidsstraf veroordeeld en de feiten zijn gepleegd na de tenuitvoerlegging van deze straffen. Blijkens de justitiële documentatie is ook voldaan aan de eisen die de ‘Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers’ van het Openbaar Ministerie stelt; verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt worden voor meer dan tien misdrijven, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit. Uit het reclasseringsrapport blijkt dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een misdrijf zal begaan. Verder eist de veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel, gezien de ernst en het aantal door verdachte begane soortgelijke feiten.
Verdachte blijft vervallen in crimineel gedrag. De eerdere veroordelingen tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen en zelfs een voorwaardelijke ISD-maatregel hebben er niet toe geleid dat verdachte geen misdrijven meer pleegt. Gelet op de persoonlijke omstandigheden en problematiek van verdachte, ziet de rechtbank geen alternatief voor de oplegging van de onvoorwaardelijke ISDmaatregel. De ISD-maatregel is dan ook de ultimum remedium voor het terugdringen van het herhalingsgevaar en het beveiligen van de maatschappij tegen delictgedrag van verdachte. Binnen de ISD-maatregel kan verdachte gedurende langere tijd intensief worden behandeld, begeleid en aangestuurd om de nodige stappen te zetten die een bijdrage kunnen leveren aan een veilige en zo stabiel mogelijke terugkeer in de maatschappij.
Alles afwegend zal de rechtbank verdachte de ISD-maatregel voor de duur van twee jaren opleggen.