ECLI:NL:RBNNE:2023:396

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 februari 2023
Publicatiedatum
7 februari 2023
Zaaknummer
NL22.20091
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J. Boerlage - van den Bosch
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende uitstel van vertrek

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een Nigeriaanse vrouw, had op 30 juni 2022 een aanvraag ingediend voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 6 oktober 2022 buiten behandeling gesteld. Verzoekster ging tegen dit besluit in bezwaar, maar het bezwaar werd op 18 november 2022 ongegrond verklaard. Hierop heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 januari 2023 behandeld, maar verzoekster en haar gemachtigde zijn niet ter zitting verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL22.25765, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in die zaak uitspraak gedaan, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening in deze zaak niet meer nodig was. Om die reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, in aanwezigheid van mr. F. Aissa, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.20091

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam] , verzoekster,

geboren op [geboortedatum] ,
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [V-nummer] ,
(gemachtigde: mr. A.S. Sewman),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 6 oktober 2022 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster van 30 juni 2022 tot het verlenen van uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) buiten behandeling gesteld.
Bij besluit van 18 november 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.25765, op 24 januari 2023 op zitting behandeld. Verzoekster en haar gemachtigde zijn met bericht van afwezigheid niet ter zitting verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.25765, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.F. Aissa, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.