Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Beschikking over de ondertoezichtstelling in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming,
het thans ongeboren kind [achternaam] ,
[de moeder]
Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering,
Het procesverloop
De feiten
De beoordeling
“Het kind waarvan een vrouw zwanger is wordt als reeds geboren aangemerkt, zo dikwijls zijn belang dit vordert. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan”.
WP vs. Verenigd Koninkrijken EHRM 8 juli 2004, 53924/00;
Vo vs. Frankrijk). Het EHRM onderscheidt een moeder en haar ongeboren kind niet als twee afzonderlijke menselijke wezens die ieder als afzonderlijk persoon een gelijkwaardig recht op bescherming van het leven hebben. De rechtspraak van het EHRM getuigt ervan dat, behoudens voor zover een lidstaat iets anders bij wet heeft geregeld, het recht op leven alleen toekomt aan een persoon
nade geboorte.
Vo vs. Frankrijk), waarin wordt overwogen:
De beslissing
Arnhem-Leeuwarden.