ECLI:NL:RBNNE:2023:4179
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het verzoek tot opheffing van het faillissement van een vennootschap onder firma en vaststelling van het salaris van de curator
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 5 oktober 2023 uitspraak gedaan over het faillissement van de vennootschap onder firma (vof) [de gefailleerde] V.O.F. en de vaststelling van het salaris van de curator, mr. P.T. Bakker. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek tot opheffing van het faillissement prematuur is, omdat de vennoten van de vof zijn toegelaten tot de wettelijke schuldsanering (WSNP) en er nog geen verificatievergadering heeft plaatsgevonden. De curator heeft een vordering ingediend in de WSNP's ter zake van zijn salaris in het faillissement, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat het salaris van de curator voorlopig moet worden vastgesteld op € 50.047,95, inclusief verschotten. Dit bedrag is gebaseerd op het huidige boedelsaldo en de reeds uitgekeerde voorschotten. De rechtbank heeft benadrukt dat het faillissement van de vof betrekking heeft op het afgescheiden vermogen van de vof en dat de schulden van de vennoten in het kader van de WSNP's nog niet zijn afgewikkeld. De rechtbank heeft het verzoek tot opheffing van het faillissement afgewezen en het salaris van de curator vastgesteld, met de mogelijkheid voor de curator om in de toekomst een verzoek in te dienen voor een hoger salaris indien de afwikkeling van de WSNP's daartoe aanleiding geeft.