Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder parketnummer
18/135900-22, het onder parketnummer 18/151843-22 en het onder parketnummer
18/335798-22 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen jeugddetentie, bestaande uit de leerstraf So-Cool Regulier voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen jeugddetentie, en een werkstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen jeugddetentie, en 123 dagen jeugddetentie met aftrek waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Aan het voorwaardelijk deel dienen de door de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: ‘de Raad’) geadviseerde voorwaarden verbonden te worden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor een leerstraf en een voorwaardelijke werkstraf. Het gaat goed met verdachte. Hij werkt mee met het toezicht in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis en hij is bereid om hulp te blijven accepteren.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van diefstal met geweld. Samen met drie anderen heeft verdachte het jonge slachtoffer belaagd, bedreigd met een op een mes gelijkend voorwerp en zijn spullen afgepakt. Verdachte heeft met zijn manier van handelen geen respect getoond voor de lichamelijke integriteit en de eigendommen van anderen. Dergelijke feiten hebben een grote impact op de slachtoffers en brengen vaak nadelige psychische gevolgen met zich mee. Dat het feit grote impact heeft gehad op het slachtoffer blijkt uit de stukken die in het kader van de vordering benadeelde partij zijn ingediend. Bovendien is het feit gepleegd op de openbare weg waardoor het bijdraagt aan het algemene gevoel van angst en onveiligheid in de samenleving. Verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid willen nemen voor zijn rol bij het bewezenverklaarde. De rechtbank vindt deze houding zorgelijk.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een belediging van politieambtenaar. Dergelijk gedrag getuigt van gebrek aan respect voor politieambtenaren, die hun werk ongestoord moeten kunnen verrichten en wier gezag kan worden ondermijnd door uitingen als die van verdachte.
Tot slot heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan mishandeling waardoor aangever pijn heeft ondervonden. Ook indien aangever verdachte – zoals verdachte heeft verklaard – zou hebben uitgescholden, heeft verdachte niet het recht om op deze wijze tekeer te gaan en aangever meerdere keren te slaan en op de grond te gooien. Daarnaast is dit feit overdag op het schoolplein gepleegd en heeft het kunnen zorgen voor gevoelens van angst en schrik bij degenen die daarvan getuige zijn geweest.
Met name het medeplegen van een diefstal met geweld betreft een zeer ernstig feit welke in beginsel een (voorwaardelijke) jeugddetentie rechtvaardigt.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, eerder onherroepelijk is veroordeeld voor een geweldsdelict en voor vermogensdelicten.
De Raad heeft in het rapport van 29 december 2022 aangegeven dat het recidiverisico wordt ingeschat als hoog aangezien er op meerdere leefgebieden zorgen zijn. In het kader van een schorsing van de voorlopige hechtenis loopt er momenteel begeleiding en toezicht. Verdachte en zijn vader hebben hier baat bij en verdachte houdt zich aan de opgestelde voorwaarden. De Raad is van mening dat de leerstraf So-Cool Regulier passend is. Deze leerstraf kan hem ondersteunen bij het maken van positieve keuzes, hem weerbaarder maken voor de invloeden van antisociale jongeren en hem helpen om andere reacties in te zetten in situaties die agressie/boosheid bij hem opwekken. De Raad adviseert daarnaast een voorwaardelijk strafdeel met als bijzondere voorwaarden het volgen van onderwijs, meewerken aan passende hulpverlening en meewerken aan diagnostisch onderzoek.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een straf gelijk aan de eis van de officier van justitie in deze zaak passend en geboden is.