ECLI:NL:RBNNE:2023:4694

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 oktober 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
189709
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • S.M. Venselaar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige

Op 23 oktober 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven in de zaak van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, betreffende een minderjarige, geboren in 2007. De kinderrechter heeft eerder op 18 september 2023 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van één maand, tot 4 november 2023. Tijdens de zitting op 23 oktober 2023 werd de mondelinge behandeling voortgezet, waarbij de kinderrechter de minderjarige en haar advocaat hoorde, evenals een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling (GI). De ouders van de minderjarige waren niet aanwezig.

De GI heeft het verzoek om verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van twee maanden, tot 4 januari 2024, gehandhaafd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van de minderjarige, met name over haar sociale relaties en seksuele ontwikkeling. Ondanks de positieve lijn die de minderjarige laat zien, is de kinderrechter van oordeel dat de jeugdhulp nog steeds noodzakelijk is om ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen aan te pakken. De kinderrechter heeft daarom besloten de machtiging gesloten jeugdhulp te verlengen voor de resterende periode van twee maanden.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 6 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Leeuwarden
Zaaknummer: C/17/189709 / JE RK 23-499
Datum uitspraak: 23 oktober 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de GI (Gecertificeerde Instelling),
over
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2007 in Sneek,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat mr. M.R. Rauwerda te Leeuwarden.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in Joure,
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in Joure.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Bij beschikking van 18 september 2023 heeft de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van één maand, te weten tot 4 november 2023. De beslissing op het verzoek is voor het overige aangehouden tot de zitting met gesloten deuren op 23 oktober 2023, omdat de kinderrechter graag een toelichting op het verzoek van de betrokken jeugdzorgwerker mevrouw [naam] wilde krijgen. De inhoud van deze beschikking dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
1.2.
Op 23 oktober 2023 heeft de kinderrechter de mondelinge behandeling van de zaak met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
  • [minderjarige] met haar advocaat;
  • mevrouw [naam] , namens de GI.
1.3.
De kinderrechter heeft eveneens voorafgaand aan de mondelinge behandeling met [minderjarige] gesproken in het bijzijn van haar advocaat. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.
1.4.
De vader en de moeder zijn juist opgeroepen, maar niet op de mondelinge behandeling verschenen.

2.De feiten

2.1.
Voor de vaststaande feiten verwijst de kinderrechter naar de beschikking van 18 september 2023 (en daarmee ook naar de voorgaande beschikking van 19 juni 2023).

3.Het verzoek

3.1.
De GI handhaaft het verzoek aan de kinderrechter om een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor [minderjarige] voor de duur van twee maanden, te weten tot 4 januari 2024.
3.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de GI aangegeven dat het goed met [minderjarige] gaat, maar dat er ook nog steeds zorgen over haar zijn. Zo maakt de GI zich zorgen over het leeftijdsverschil tussen [minderjarige] en haar nieuwe vriend en over de verschillende verhalen die [minderjarige] vertelt, waaronder over het wel of niet hebben van veilige seks en het innemen van de pil (anticonceptie). Positief is dat [minderjarige] open en eerlijk is in het contact met de jeugdzorgwerker en de begeleiding. Tegelijkertijd vindt de jeugdzorgweker het lastig dat [minderjarige] tegen haar het ene verhaal vertelt en tegen de begeleiders een ander verhaal. Hierdoor is soms onduidelijk wat de waarheid is. [minderjarige] wil het liefst weer bij haar moeder wonen. De GI is daarom aan het uitzoeken of dit een optie is. Dit hangt er van af of de hulpverlening voldoende kan samenwerken met de moeder, want er moet voldoende zicht zijn op [minderjarige] . Op dit moment laat de moeder de hulpverlening voor het broertje van [minderjarige] onvoldoende binnen, waardoor de moeder hierin eerst stappen zal moeten zetten, voordat een terugplaatsing van [minderjarige] mogelijk is. Daarnaast heeft de GI [minderjarige] aangemeld bij acht wooninstellingen en is zij in afwachting van een reactie of er plek is. Daarna zal de GI de opties met [minderjarige] bespreken. Aanstaande woensdag staat een evaluatiegesprek gepland bij Woodbrookers. Tijdens dit gesprek zullen de vervolgstappen worden besproken, wat voor hulpverlening voor [minderjarige] noodzakelijk is en welke verlofuitbreiding mogelijk is. Daarnaast wil de GI bekijken wat zij kunnen betekenen in het geven van seksuele voorlichting en hoopt zij de uitkomsten van de diagnostiek te horen te krijgen.
3.3.
Om de noodzakelijke stappen te kunnen zetten om de overstap naar een open setting mogelijk te kunnen maken vindt de GI een verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van twee maanden noodzakelijk.

4.Het standpunt van [minderjarige]

4.1.
vertelt dat het in de afgelopen periode heel goed is gegaan, maar dat het ook twee keer fout is gegaan. Zo is zij een keer weggelopen omdat zij bij haar moeder wilde zijn om haar te kunnen ondersteunen na haar operatie. [minderjarige] is toen weer teruggebracht door haar moeder. [minderjarige] wil het liefst weer bij haar moeder wonen. Haar ouders staan hier volgens haar achter.
4.2.
Namens [minderjarige] heeft de advocaat naar voren gebracht dat het heel goed gaat met [minderjarige] . Tegelijkertijd begrijpt [minderjarige] dat er ook nog zorgen over haar zijn. Aan de ene kant wil [minderjarige] graag de stap zetten naar een open setting. Hierbij zou zij het liefst teruggaan naar haar moeder. Aan de andere kant vindt de advocaat het niet realistisch om nu de stap te zetten naar een open setting omdat er nog veel losse eindjes zijn. De komende twee maanden zijn nog nodig om een goede overgang naar een open setting te laten plaatsvinden. Bovendien is een verlenging van de machtiging voor de duur van twee maanden te overzien voor [minderjarige] . De advocaat geeft daarnaast de jeugdzorgwerker mee dat wellicht een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp helpend voor [minderjarige] kan zijn om de overgang naar een open setting goed te laten verlopen.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter kan de machtiging tot gesloten jeugdhulp ten aanzien van [minderjarige] slechts voor de resterende duur verlenen indien naar haar oordeel deze jeugdhulp nog steeds noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren en de opneming en het verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige] zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter overweegt hierover als volgt
5.2.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de gronden uit artikel 6.1.2. Jeugdwet is voldaan en dat het verzoek dient te worden toegewezen. De kinderrechter stelt vast dat [minderjarige] over het algemeen de positieve lijn heeft doorgezet, maar dat deze lijn nog steeds pril is en dat zij ook een keer is weggelopen. Verder begrijpt de kinderrechter de zorgen van de GI over de seksuele ontwikkeling van [minderjarige] en de relaties die [minderjarige] aangaat. De kinderrechter benadrukt dat zij het knap van [minderjarige] vindt dat zij tijdens het weglopen inzag dat zij geen goede keuze had gemaakt en contact heeft gezocht met de jeugdzorgwerker. Het is ook goed dat [minderjarige] open en eerlijk is in het gesprek en begrijpt dat er nog zorgen over haar zijn. Tijdens de mondelinge behandeling was iedereen het er over eens dat de overgang naar een open setting nu nog te vroeg komt en dat er meer tijd nodig is om een goed plan daarvoor uit te stippelen. De kinderrechter zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de resterende periode van twee maanden.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp ten aanzien van [minderjarige] met ingang van 4 november 2023 tot 4 januari 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2023 door mr. S.M. Venselaar, kinderrechter, in aanwezigheid van E. Massink als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 6 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.