In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 18 oktober 2023, wordt het beroep van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten tegen de afwijzing van hun subsidieaanvraag op grond van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschapsbeheer 2017 beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat de subsidieaanvraag terecht is geweigerd, omdat de functieverandering van de percelen waarvoor subsidie is aangevraagd al was aangevangen vóór de indiening van de aanvraag. Dit is in strijd met de voorwaarden van de Subsidieregeling, die vereist dat de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd nog niet is gestart. De rechtbank stelt vast dat het college van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân de aanvraag op basis van artikel 6a van de Subsidieregeling terecht heeft afgewezen.
Eiseres heeft ook een beroep gedaan op de hardheidsclausule en het evenredigheidsbeginsel, maar de rechtbank oordeelt dat het college zich niet kon afwijken van de dwingende weigeringsgrond in de Subsidieregeling. De rechtbank merkt op dat het bestreden besluit gebrekkig gemotiveerd is, omdat het college niet is ingegaan op de door eiseres aangevoerde bijzondere omstandigheden. Desondanks besluit de rechtbank om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten, wat betekent dat de weigering van de subsidie blijft bestaan. Eiseres heeft recht op terugbetaling van het griffierecht, maar er worden geen proceskosten vergoed.
De uitspraak benadrukt het belang van de voorwaarden in de Subsidieregeling en de noodzaak voor een zorgvuldige motivering van besluiten door het college. De rechtbank bevestigt dat de dwingende regels van de Subsidieregeling niet kunnen worden genegeerd, zelfs niet in het geval van bijzondere omstandigheden.