ECLI:NL:RBNNE:2023:5051

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
18-079058-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dodelijk verkeersongeval door afleiding door mobiele telefoon

Op 12 juni 2022 heeft de verdachte, als bestuurder van een bedrijfsauto, een ernstig verkeersongeval veroorzaakt op de A7 bij Kornwerderzand. Tijdens zijn rit was hij afgeleid door het gebruik van zijn mobiele telefoon, waardoor hij waarschuwingsborden voor een file en wegwerkzaamheden heeft gemist. Met een snelheid van ongeveer 100 km/h botste hij achterop een stilstaande file, wat resulteerde in de dood van twee inzittenden van een andere auto en verwondingen bij twee anderen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan overtredingen van de Wegenverkeerswet, met name artikel 6 en artikel 5, en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, een rijontzegging van twee jaar en een taakstraf van 60 uren. De rechtbank benadrukte de ernst van het ongeval en de gevolgen voor de nabestaanden, en rekende het de verdachte aan dat hij zijn aandacht niet bij het verkeer had gehouden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18.079058.23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 08 december 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 24 november 2023. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. T. van der Goot, advocaat te Leeuwarden.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L.J. van der Heide.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 12 juni 2022 te of bij Kornwerderzand, in elk geval in de gemeente Sdwest-Frysln als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bedrijfsauto van het merk Opel), voorzien van het kenteken [kenteken] , daarmede rijdende over een of meer rijstro(o)k(en) van de weg, de A7 (de Afsluitdijk) en gekomen ter hoogte en rijdende in de richting van het sluizencomplex te Kornwerderzand, alwaar een (langzaam rijdende en/of stilstaande) file was ontstaan ((mede) ten gevolge van het feit dat de vr hem, verdachte, gelegen brug/sluis in de genoemde weg (kort daarvoor) dicht en open was gegaan), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
  • een motorrijtuig te besturen en ondertussen een mobiel telefoontoestel vast te houden en/of ondertussen in dat motorrijtuig allerlei handelingen met een mobiel telefoontoestel te verrichten en/of daarop (voortdurend) berichten (met bijlagen) te verzenden en/of te ontvangen en/of
  • meerdere waarschuwingsborden waarop werd gewaarschuwd voor wegwerkzaamheden en/of mogelijke filevorming en/of een matrixbord met de tekst: "Kans op file" (onopgemerkt) te passeren en/of in plaats van de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig te matigen/minderen, althans zodanig te regelen dat hij, verdachte, in staat was zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was (vervolgens) met (nagenoeg) onverminderde snelheid (ongeveer 100 km/h) door te rijden en/of vervolgens af te rijden op een of meerdere zich op dat moment (onmiddellijk) vr hem, verdachte, op die weg in die file bevindende motorrijtuigen, waardoor, althans mede waardoor, er een aanrijding of botsing is ontstaan tussen dat door verdachte bestuurde motorrijtuig en die een of meer zich (onmiddellijk) vr hem op die weg bevindende motorrijtuigen, waaronder het motorrijtuig (personenauto van het merk Suzuki) voorzien van het kenteken [kenteken] , waardoor anderen, te weten de bestuurder en een inzittende van dat motorrijtuig, genaamd [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , werden gedood;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 juni 2022 te Kornwerderzand, in elk geval in de gemeente Sdwest-Frysln, als bestuurder van een voertuig/motorrijtuig (bedrijfsauto van het merk Opel), voorzien van het kenteken [kenteken] , daarmee rijdende op de weg, de A7 (de Afsluitdijk) en gekomen ter hoogte en rijdende in de richting van het sluizencomplex te Kornwerderzand, alwaar een (langzaam rijdende en/of stilstaande) file was ontstaan ((mede) ten gevolge van het feit dat de vr hem, verdachte, gelegen brug/sluis in de genoemde weg (kort daarvoor) dicht en open was gegaan), zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
  • een motorrijtuig te besturen en ondertussen een mobiel telefoontoestel vast te houden en/of ondertussen in dat motorrijtuig allerlei handelingen met een mobiel telefoontoestel te verrichten en/of daarop (voortdurend) berichten (met bijlagen) te verzenden en/of te ontvangen en/of
  • meerdere waarschuwingsborden waarop werd gewaarschuwd voor wegwerkzaamheden en/of mogelijke filevorming en/of een matrixbord met de tekst: "Kans op file" (onopgemerkt) te passeren en/of in plaats van de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig te matigen/minderen, althans zodanig te regelen dat hij, verdachte, in staat was zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was (vervolgens) met (nagenoeg) onverminderde snelheid (ongeveer 100 km/h) door te rijden en/of vervolgens af te rijden op een of meerdere zich op dat moment (onmiddellijk) vr hem, verdachte, op die weg in die file bevindende motorrijtuigen, waardoor, althans mede waardoor, er een aanrijding of botsing is ontstaan tussen dat door verdachte bestuurde motorrijtuig en die een of meer zich (onmiddellijk) vr hem op die weg bevindende motorrijtuigen, waaronder het motorrijtuig (personenauto van het merk Suzuki) voorzien van het kenteken [kenteken] , waarin (de bestuurster) [slachtoffer 1] en (inzittende) [slachtoffer 2] waren gezeten en (mede) waardoor voornoemde personen werden gedood, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
hij op of omstreeks 12 juni 2022 te Kornwerderzand, in elk geval in de gemeente Sdwest-Frysln, als bestuurder van een voertuig/motorrijtuig (bedrijfsauto van het merk Opel), voorzien van het kenteken [kenteken] , daarmee rijdende op de weg, de A7 (de Afsluitdijk) en gekomen ter hoogte en rijdende in de richting van het sluizencomplex te Kornwerderzand, alwaar een (langzaam rijdende en/of stilstaande) file was ontstaan ((mede) ten gevolge van het feit dat de vr hem, verdachte, gelegen brug/sluis in de genoemde weg (kort daarvoor) dicht en open was gegaan), zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
  • een motorrijtuig te besturen en ondertussen een mobiel telefoontoestel vast te houden en/of ondertussen in dat motorrijtuig allerlei handelingen met een mobiel telefoontoestel te verrichten en/of daarop (voortdurend) berichten (met bijlagen) te verzenden en/of te ontvangen en/of
  • meerdere waarschuwingsborden waarop werd gewaarschuwd voor wegwerkzaamheden en/of mogelijke filevorming en/of een matrixbord met de tekst: "Kans op file" (onopgemerkt) te passeren en/of in plaats van de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig te matigen/minderen, althans zodanig te regelen dat hij, verdachte, in staat was zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was (vervolgens) met (nagenoeg) onverminderde snelheid (ongeveer 100 km/h) door te rijden en/of vervolgens af te rijden op een of meerdere zich op dat moment (onmiddellijk) vr hem, verdachte, op die weg in die file bevindende motorrijtuigen, waardoor, althans mede waardoor, er een aanrijding of botsing is ontstaan tussen dat door verdachte bestuurde motorrijtuig en die een of meer zich (onmiddellijk) vr hem op die weg bevindende motorrijtuigen, waaronder het motorrijtuig (personenauto van het merk Golf) voorzien van het kenteken [kenteken] , door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en, te weten [slachtoffer 3] als bestuurder en [slachtoffer 4] als inzittende van dat voornoemde motorijtuig, te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 juni 2022 te Kornwerderzand, in elk geval in de gemeente Sdwest-Frysln, als bestuurder van een voertuig/motorrijtuig (bedrijfsauto van het merk Opel), voorzien van het kenteken [kenteken] , daarmee rijdende op de weg, de
A7 (de Afsluitdijk) en gekomen ter hoogte en rijdende in de richting van het sluizencomplex te Kornwerderzand, alwaar een (langzaam rijdende en/of stilstaande) file was ontstaan ((mede) ten gevolge van het feit dat de vr hem, verdachte, gelegen brug/sluis in de genoemde weg (kort daarvoor) dicht en open was gegaan), zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
  • een motorrijtuig te besturen en ondertussen een mobiel telefoontoestel vast te houden en/of ondertussen in dat motorrijtuig allerlei handelingen met een mobiel telefoontoestel te verrichten en/of daarop (voortdurend) berichten (met bijlagen) te verzenden en/of te ontvangen en/of
  • meerdere waarschuwingsborden waarop werd gewaarschuwd voor wegwerkzaamheden en/of mogelijke filevorming en/of een matrixbord met de tekst: "Kans op file" (onopgemerkt) te passeren en/of in plaats van de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig te matigen/minderen, althans zodanig te regelen dat hij, verdachte, in staat was zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was (vervolgens) met (nagenoeg) onverminderde snelheid (ongeveer 100 km/h) door te rijden en/of vervolgens af te rijden op een of meerdere zich op dat moment (onmiddellijk) vr hem, verdachte, op die weg in die file bevindende motorrijtuigen, waardoor, althans mede waardoor, er een aanrijding of botsing is ontstaan tussen dat door verdachte bestuurde motorrijtuig en die een of meer zich (onmiddellijk) vr hem op die weg bevindende motorrijtuigen, waaronder het motorrijtuig (personenauto van het merk Golf) voorzien van het kenteken [kenteken] , waarin [slachtoffer 3] als bestuurder en [slachtoffer 4] als inzittende waren gezeten, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor feit 2. primair en veroordeling gevorderd voor feit 1. primair en feit 2. subsidiair.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1. primair, eerste gedachtestreepje en feit 2. primair.
Ten aanzien van feit 1. primair, eerste gedachtestreepje, heeft de raadsman aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte de auto heeft bestuurd en ondertussen een mobiele telefoon heeft vastgehouden. Daarnaast kan niet worden vastgesteld dat het appgebruik van verdachte een rol heeft gespeeld bij de schuld aan het ongeval. Tussen het laatste bericht van Grindr (het verzenden van een leeg bericht) en het ongeval heeft minimaal n minuut, maar mogelijk ook twee minuten gezeten. Indien wordt uitgegaan van twee minuten bij een snelheid van 100 km per uur dan heeft verdachte na het telefoongebruik (het lege bericht) en het ongeval nog een afstand van ruim drie kilometer afgelegd.
Het tweede gedachtestreepje kan wel worden bewezen en dit levert volgens de raadsman schuld in de vorm van aanmerkelijke onvoorzichtigheid of onachtzaamheid op.
Oordeel van de rechtbank
Feit 2. primair
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat dit feit niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Feit 1. primair en feit 2. subsidiair
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 24 november 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik weet nog dat ik op 12 juni 2022 in de bus van mijn werk wegreed uit Heerhugowaard. Ik kan mij daarna alleen maar de flits van het ongeluk herinneren, meer niet. Ik heb nooit problemen met mijn geheugen. Ik ben in het ziekenhuis onderzocht. Ik had geen hersenschudding of ander hersenletsel maar alleen wat kneuzingen.
2. Een schriftelijk bescheid, te weten een memo van [naam 1] van Levvel d.d. 12 juni 2022, opgenomen op pagina 14 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend:
Op de locatie van het ongeval en binnen drie kilometer erna was ten tijde van dit ongeval een verkeersmaatregel van Levvel aanwezig. De verkeersmaatregel betreft een langdurig 2-0 verkeerssysteem over het spui- en brugcomplex Kornwerderzand met verkeer op Hoofdrijbaan Rechts (HRR) tot aan knooppunt Zurich, welke start op hm 95,45 met signalering boven de weg met boven de linker rijstrook een verdrijfpijl naar de rechter rijstrook en boven de rechter rijstrook de aanduiding 90 km/u als maximum snelheid.
Zoals vanuit het contract (met aangevulde eisen) geist en met de wegbeheerder overeengekomen wordt het verkeer op 5 km (hmp 90,50), op 2 km (hmp 93,50) en op 1 km (hmp 94,50) vr de verkeersmaatregel gewaarschuwd voor mogelijke filevorming.
3. Een schriftelijk bescheid met bijlage, te weten een mailwisseling tussen [naam 2] van de politie en [naam 3] van RWS, opgenomen op pagina 24 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend:
Uit het aangeleverde schema blijkt dat te zien is dat de brug om 16:12 uur weer open was.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanrijding misdrijf d.d. 16 februari 2023, opgenomen op pagina 36 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2022148555 d.d. 13 februari 2023, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 2] :
Locatie ongeval Datum: 12 juni 2022
Omstreeks: 16:19 uur Locatienaam: A7
Ter hoogte van: Hectometerpaal 95.1 rechter rijbaan Plaats: Kornwerderzand
Soort weg: Een weg, zijnde een voor het openbaar verkeer openstaande weg Maximum snelheid: 100 km per uur
Dodelijk ongeval op de A7 Afsluitdijk.
Verdachte is met voertuig achterop een stilstaande file gereden. Verdachte: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 2000.
Ik heb [verdachte] voornoemd als verdachte aangemerkt, omdat ik uit bovenstaande omstandigheden heb afgeleid dat ten aanzien van deze bestuurder van bestelauto, merk Opel, kenteken [kenteken] sprake was van een redelijk vermoeden van schuld aan dan wel betrokkenheid bij het ongeval.
Bij of kort na het ongeval zijn overleden: [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Bij het ongeval hebben [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] letsel opgelopen.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juni 2022, opgenomen op pagina 33 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 4] :
Naar aanleiding van een dodelijke aanrijding op de afsluitdijk nabij Kornwerderzand, d.d. 12 juni 2022, werd onder de bestuurder van een voertuig, een telefoon inbeslaggenomen.
Uit logging van de meldkamer Noord Nederland, bleek dat de eerste melding en/of eerste logging betrekking hebbend op het ongeval voornoemd, op zondag 12-06-2022 te 16:19 uur was vastgelegd. De aanrijding was toen al een feit en heeft kort daarvoor plaatsgevonden. De exacte tijd van aanrijding is niet bekend.
Zoekend in de veiliggestelde data zag ik het volgende:
Op 12-06-2022 te 15.24 uur start de verdachte een chat in de applicatie Grindr met
contactpersoon [naam 15] en bondig weergegeven: in de chat stellen 2 personen zich aan elkaar voor en worden er over en weer foto's uitgewisseld. Ik zag dat het laatste bericht in de chat een uitgaand bericht was, verzonden op 12-06-2022 te 16:13 uur.
lk zag dat er aansluitend, te 16:14 uur, de verdachte een bestaande Grindr-chat oppakte en een bericht verstuurde naar de contactpersoon [naam 5] .
lk zag dat er aansluitend, te 16:15 uur, de verdachte een bestaande Grindr-chat oppakte en leeg bericht verstuurde naar de contactpersoon :)
Gezien het feit dat er in alleen de Grindr-chat met contactpersoon [naam 15] ongeveer 50 berichten werden verzonden, is het niet ondenkbaar dat deze berichten werden verstuurd terwijl de
verdachte onderweg was als bestuurder van het voertuig betrokken bij het verkeersongeval voornoemd.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verkeersongevalsanalyse d.d. 5 december 2022, opgenomen op pagina 44 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [naam 6] , [naam 7] , [naam 8] , [naam 9] en [naam 10] :
Op 12 juni 2022 hebben wij een onderzoek ingesteld naar de toedracht van het hierna omschreven verkeersongeval. Het ongeval had eerder die dag plaatsgevonden.
1.3.
Betrokken voertuigen
Bij het ongeval waren de volgende voertuigen betrokken: Voertuig 1: Opel Vivaro: [kenteken] (bedrijfsauto) Voertuig 2: Suzuki Swift: [kenteken] (personenauto) Voertuig 3: Volkswagen Golf: [kenteken] (personenauto) Voertuig 4: Volvo XC 90: [kenteken] (bedrijfsauto)
1.6
Conclusie / beantwoording
Het ongeval is vrijwel zeker te wijten geweest aan het gedrag van de bestuurder van de bedrijfsauto, voertuig 1.
De naderingssnelheid van de betrokken bedrijfsauto, voertuig 1, viel niet met zekerheid vast te stellen. Er zijn echter geen aanwijzingen gevonden die erop zou kunnen wijzen dat de ter plaatse toegestane maximumsnelheid van 100 km/u werd overschreden.
De betrokken voertuigen verkeerden, voor zover kon worden vastgesteld, rij technisch in een voldoende staat van onderhoud en vertoonden geen gebreken of afwijkingen welke van invloed waren of konden zijn geweest op het ontstaan van dit ongeval.
2.2.4
Naderingszicht en wegverloop:
Het naderingszicht is enkele dagen na het ongeval vastgelegd onder vergelijkbare weersomstandigheden. Hierop is tevens het wegverloop tot op de plaats van het ongeval zichtbaar.
Hmp: A7 90.5 R: Vooraanduiding wegwerkzaamheden (5 km)
Hmp: A7 93.5: Matrixbord: Kans op file. Onderbord: J33 Bijlage 1 RVV 1990: File Hmp: A7 94.1 R: Bord J33 Bijlage 1 RVV 1990: Onderbord: Wegwerkzaamheden 1 km Hmp: A7 95.1 R: Botsplaats op rijstrook 2 (rechts)
7 Onderzoek gereden snelheid en tijden:
7.1
Op grond van sporen:
Op grond van de door ons aangetroffen sporen en de schades aan de betrokken voertuigen kon gesteld worden dat er geen sprake was van een grove snelheidsovertreding. De schades en de uitloop van de betrokken voertuigen pasten bij een snelheidsverschil van ca 100 km/h, de snelheid die ter plaatse was toegestaan.
8 Vermijdbaarheid-Analyse.
Gezien de omstandigheden ten tijde van het ongeval had de bestuurder van voertuig 1 goed zicht kunnen hebben op het voor hem stilstaande, dan wel langzaam rijdende voertuig 2. Uit de aangetroffen sporen is ons niet gebleken dat de bestuurder van voertuig 1 actie heeft ondernomen om een aanrijding te voorkomen: Wij hebben geen remblokkeer/regelsporen aangetroffen en ook niets wijst erop dat deze bestuurder anderzijds op deze situatie heeft gereageerd door uit te wijken. Geconcludeerd kan worden dat deze bestuurder van voertuig 1 kennelijk onvoldoende heeft opgelet en dat dit als mogelijke oorzaak zou kunnen hebben het telefoongebruik.
9.2
Lijkschouw
Het bij beide slachtoffers ( [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ) vastgestelde letsel was niet verenigbaar met het leven en kon gerelateerd worden aan dit ongeval.
11 Eindconclusie
11.1
Vermoedelijke toedracht
Gelet op alle bevindingen kan gesteld worden dat de voertuigen 2, 3 en 4 achter elkaar stilstonden, dan wel langzaam reden. De bestuurder van het achteropkomende voertuig 1 had dit niet, dan wel te laat opgemerkt en botste, vrijwel onvertraagd, tegen de achterzijde van voertuig 2. Het gevolg hiervan was dat voertuig 2 tegen de achterzijde van voertuig 3 botste en dat voertuig 3 op zijn beurt, ten gevolge van een door de botsing veroorzaakte rotatie,
zijdelings tegen het voorste voertuig, voertuig 4 botste. Voertuig 1 maakte ten gevolge van de botsing een bocht naar links, waarbij voertuig 2 met de voorzijde tegen de vangrail tot
stilstand kwam. Beide inzittenden van voertuig 2 kwamen ten gevolge van dit ongeval om het leven. De oorzaak van dit ongeval is gelegen in het onvoldoende opletten, mogelijk door het gebruik van een telefoon, door de bestuurder van voertuig 1.
Nadere bewijsoverweging
Met betrekking tot het hiervoor ten aanzien van feit 1. primair weergegeven standpunt van de raadsman overweegt de rechtbank het volgende.
Om van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 te kunnen spreken, moet tenminste sprake zijn van aanmerkelijk onvoorzichtig of onoplettend handelen.
Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van deze mate van schuld komt het aan op het geheel van gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst ervan en de overige omstandigheden van het geval. Daarbij komt dat niet reeds uit de ernst van de gevolgen van het verkeersgedrag dat in strijd is met n of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer kan worden afgeleid dat sprake is van schuld in vorenbedoelde zin.
Op grond van de hierboven weergegeven bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende vast.
Verdachte is met de door hem bestuurde bedrijfsauto achterop de auto gebotst waarin mevrouw [slachtoffer 1] en meneer [slachtoffer 2] zaten. Door deze botsing is de auto waarin [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zich bevonden vervolgens achterop de auto waarin [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] zich bevonden gebotst. [slachtoffer 1] en meneer [slachtoffer 2] zijn ten gevolge van het ongeval overleden. [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] zijn beiden als gevolg van deze botsing gewond geraakt.
Hun auto is vervolgens tegen de auto gebotst die zich direct daarvoor bevond. De inzittenden van deze auto zijn niet gewond geraakt en met de schrik vrij gekomen.
Uit het proces-verbaal verkeersongeval analyse blijkt dat verdachte voorafgaand aan de botsing met de auto van mevrouw [slachtoffer 1] en meneer [slachtoffer 2] niet heeft geremd. Er zijn geen remsporen aangetroffen en de sporen die wel zijn aangetroffen passen bij het beeld dat verdachte met onverminderde snelheid van ongeveer 100 kilometer per uur tegen de auto van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] is gebotst. Verder blijkt dat er op vijf, twee en n kilometer voor de plaats waar de botsing plaatsvond, via borden werd gewaarschuwd voor wegwerkzaamheden en kans op file. Het zicht was helder en het wegdek was droog. Verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting verklaard dat hij zich de gehele rit die hij heeft gereden tot aan de botsing, niet kan herinneren. Op grond van het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat verdachte vrijwel de gehele autorit van Heerhugowaard tot heel kort voor de botsing handelingen heeft verricht met zijn mobiele telefoon en daarop een aanzienlijke hoeveelheid berichten met in een aantal gevallen ook bijlagen heeft ontvangen en verzonden. Of verdachte zijn mobiele telefoon in de hand heeft gehouden, staat niet vast. Wel staat in ieder geval vast dat verdachte zijn aandacht gedurende langere tijd, vrijwel de gehele rit tot aan het moment van de botsing, onvoldoende heeft gehad bij het besturen van de auto. Hij heeft gedurende een rit van ongeveer 50 minuten ongeveer 50 berichten verzonden en ontvangen waarbij bij meerdere berichten fotos zijn gevoegd. Het kan dus niet anders dan dat verdachte gedurende de rit vrijwel onafgebroken met zijn telefoon in de weer moet zijn geweest.
Het betreft daarbij berichten verzonden via een datingapp hetgeen met zich brengt dat verdachte tussen het daadwerkelijk verzenden van de berichten moet hebben nagedacht wat hij van de door hem ontvangen berichten vond en hoe hij daarop zou reageren. Het kan dan ook niet anders dan dat verdachte volstrekt onvoldoende aandacht heeft gehad bij het besturen van zijn voertuig. Dit blijkt ook uit het feit dat hij de drie waarschuwingsborden heeft gemist en niet heeft gezien dat er een file was ontstaan omdat de brug bij het sluizencomplex dicht was geweest en net weer open was gegaan.
Verdachte is met onverminderde snelheid van ongeveer 100 kilometer per uur blijven rijden en is achterop de auto gebotst van mevrouw [slachtoffer 1] en meneer [slachtoffer 2] . Door met een dergelijke snelheid te rijden, terwijl verdachte op dat moment een aanzienlijke hoeveelheid handelingen verrichtte met zijn mobiele telefoon, heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank
zeer onvoorzichtig en onoplettend gehandeld. Ten gevolge van dit handelen zijn twee mensen om het leven gekomen, twee andere mensen gewond geraakt en is aanzienlijke materile schade veroorzaakt. De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet ten aanzien van mevrouw [slachtoffer 1] en de heer [slachtoffer 2] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1. primair en feit 2. subsidiair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 12 juni 2022 te Kornwerderzand als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bedrijfsauto van het merk Opel), voorzien van het kenteken [kenteken] , daarmede rijdende over een rijstrook van de weg, de A7 (de Afsluitdijk) en gekomen ter hoogte en rijdende in de richting van het sluizencomplex te Kornwerderzand, alwaar een langzaam rijdende of stilstaande file was ontstaan ten gevolge van het feit dat de vr hem, verdachte, gelegen brug/sluis in de genoemde weg kort daarvoor dicht en open was gegaan, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door zeer onvoorzichtig en onoplettend
  • een motorrijtuig te besturen en ondertussen in dat motorrijtuig allerlei handelingen met een mobiel telefoontoestel te verrichten en daarop voortdurend berichten (met bijlagen) te verzenden en te ontvangen en
  • meerdere waarschuwingsborden waarop werd gewaarschuwd voor wegwerkzaamheden en mogelijke filevorming en een matrixbord met de tekst: "Kans op file" onopgemerkt te passeren en in plaats van de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig te matigen/minderen, met onverminderde snelheid (ongeveer 100 km/h) door te rijden en vervolgens af te rijden op meerdere zich op dat moment (onmiddellijk) vr hem, verdachte, op die weg in die file bevindende motorrijtuigen, waardoor er een aanrijding is ontstaan tussen dat door verdachte bestuurde motorrijtuig en een zich onmiddellijk vr hem op die weg bevindend motorrijtuig, te weten het motorrijtuig (personenauto van het merk Suzuki) voorzien van het kenteken [kenteken] , waardoor anderen, te weten de bestuurder en een inzittende van dat motorrijtuig, genaamd [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , werden gedood;
2. subsidiair
hij op 12 juni 2022 te Kornwerderzand, als bestuurder van een voertuig/motorrijtuig (bedrijfsauto van het merk Opel), voorzien van het kenteken [kenteken] , daarmee rijdende op de weg, de A7 (de Afsluitdijk) en gekomen ter hoogte en rijdende in de richting van het sluizencomplex te Kornwerderzand, alwaar een langzaam rijdende of stilstaande file was ontstaan ten gevolge van het feit dat de vr hem, verdachte, gelegen brug/sluis in de genoemde weg kort daarvoor dicht en open was gegaan, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
  • een motorrijtuig te besturen en ondertussen in dat motorrijtuig allerlei handelingen met een mobiel telefoontoestel te verrichten en daarop voortdurend berichten (met bijlagen) te verzenden en te ontvangen en
  • meerdere waarschuwingsborden waarop werd gewaarschuwd voor wegwerkzaamheden en mogelijke filevorming en een matrixbord met de tekst: "Kans op file" onopgemerkt te passeren en in plaats van de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig te matigen/minderen met onverminderde snelheid (ongeveer 100 km/h) door te rijden en vervolgens af te rijden op meerdere zich op dat moment (onmiddellijk) vr hem, verdachte, op die weg in die file bevindende motorrijtuigen, waardoor er een aanrijding is ontstaan tussen dat door verdachte bestuurde motorrijtuig en meerdere zich onmiddellijk vr hem op die weg bevindende motorrijtuigen, waaronder het motorrijtuig (personenauto van het merk Golf) voorzien van het kenteken [kenteken] , waarin [slachtoffer 3] als bestuurder en [slachtoffer 4] als inzittende waren gezeten, door welke gedragingen van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt en het verkeer op die weg werd gehinderd.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
primairOvertreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood.
subsidiairOvertreding van het bepaalde in artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1. primair wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van drie jaren. Ten aanzien van feit 2. subsidiair heeft zij een taakstraf van 60 uren gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor aansluiting bij de LOVS-orintatiepunten en verdachte te veroordelen tot een werkstraf van 240 uren en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van een jaar.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsrapport, het uittreksel uit de justitile documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 12 juni 2022 door zijn handelen een zeer ernstig verkeersongeval veroorzaakt. Ofschoon de rechtbank zich zeer goed realiseert dat verdachte dit ongeval op geen enkele manier gewenst heeft, is dit ongeval wel het directe resultaat van zijn gedrag. Verdachte is gedurende zijn hele autorit afgeleid geweest omdat hij veelvuldig gebruik maakte van zijn telefoon waar hij via een datingapp berichten, deels met bijlagen, op kreeg en stuurde. Hij heeft hierdoor waarschuwingsborden met de tekst kans op file en wegwerkzaamheden gemist en is in volle vaart met ongeveer 100 kilometer per uur op een stilstaande/langzaam rijdende file ingereden waardoor hij in botsing is gekomen met zijn voorliggers. Ten gevolge hiervan is een echtpaar om het leven gekomen, is een ander echtpaar gewond geraakt en is aanzienlijke materile schade ontstaan. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Met het overlijden van eerstgenoemd echtpaar is de nabestaanden (onder meer kinderen en kleinkinderen) een groot en onherstelbaar leed berokkend. Dit gemis is door de dochters en twee van de kleinkinderen op indringende wijze verwoord tijdens het voorlezen van hun slachtofferverklaring ter terechtzitting.
Uit het uittreksel justitile documentatie blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De reclassering heeft een rapport over verdachte opgemaakt. Hieruit blijkt dat verdachte zijn leven op orde heeft. Hij volgt een opleiding, heeft werk, een woning, beschikt over een steunend netwerk en er zijn geen problemen omtrent middelengebruik. Verdachte is niet eerder met justitie in aanraking geweest. Het recidiverisico wordt dan ook als laag ingeschat. Om die reden adviseert de reclassering oplegging van een straf zonder daarbij bijzondere voorwaarden op te leggen.
Voor het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op de LOVS-orintatiepunten. Ingeval van ernstige schuld met de dood ten gevolge is het uitgangspunt een gevangenisstraf van zes maanden en een rijontzegging van twee jaren.
Naar het oordeel van de rechtbank kan vanwege de ernst van het eerste feit en de omstandigheden waaronder dit feit is verricht, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een gevangenisstraf. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat verdachte zeer onverantwoordelijk heeft gehandeld door gedurende vrijwel de gehele autorit veelvuldig te chatten op zijn mobiele telefoon, terwijl hij met een snelheid van ongeveer 100 kilometer per uur reed. De rechtbank acht het nog kwalijker dat uit het dossier blijkt dat verdachte degene was die het initiatief tot het leggen van het contact had genomen. Hij heeft met zijn handelen laten zien dat hij zich niet heeft bekommerd om zijn medeweggebruikers met als gevolg dat twee mensen om het leven zijn gekomen.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank geen reden, ook niet in de persoon van verdachte, om af te wijken van het LOVS-orintatiepunt dat geldt in geval van ernstige schuld met de dood ten gevolge.
Zij zal dan ook aan verdachte een gevangenisstraf opleggen van zes maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van twee jaren. Omdat het tweede feit een overtreding betreft zal de rechtbank daarvoor een aparte straf op leggen, te weten een werkstraf van zestig uren.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.
Benadeelde partijen
De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [naam 11] , tot een bedrag van 5.000,00 ter vergoeding van affectieschade en
80,72 ter vergoeding van reiskosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [ [naam 12] , tot een bedrag van 5.000,00 ter vergoeding van affectieschade en 68,76 ter vergoeding van reiskosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [ [naam 13] , tot een bedrag van 5.000,00 ter vergoeding van affectieschade en
107,76 ter vergoeding van reiskosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
4. [ [naam 14] , tot een bedrag van 20,16 ter vergoeding van reiskosten en 5.685,15 ter vergoeding van extra onvoorziene arbeidskosten week 24 en week 25, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Door de benadeelde partijen is ter terechtzitting verklaard dat een letseladvocaat het deel van de vordering dat ziet op affectieschade nog gaat verhalen op verdachte in een civiele procedure.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het deel van de vorderingen dat ziet op de gevorderde affectieschade niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Ten aanzien van alle vorderingen kunnen de gevorderde reiskosten worden toegewezen.
De vordering van [naam 14] is voldoende onderbouwd en is in zijn geheel voor toewijzing vatbaar.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van de door de benadeelde partijen gevorderde reiskosten geen verweer gevoerd.
De raadsman heeft bepleit de vordering van de benadeelde partij [naam 14] voor het overige niet ontvankelijk te verklaren. De vordering die ziet op extra onvoorziene arbeidskosten is onvoldoende onderbouwd en erg laat ingediend.
Oordeel van de rechtbank
Voor zover de benadeelde partijen nog affectieschade hebben gevorderd, zal de rechtbank dit deel van de vorderingen niet-ontvankelijk verklaren. Er heeft aan de nabestaanden een uitkering door de verzekeraar plaatsgevonden. Onvoldoende onderbouwd is waarom bovenop de reeds gedane uitkering er thans nog een vordering ter zake van affectieschade op verdachte bestaat. Om die reden verklaart de rechtbank dit deel van de vorderingen niet-ontvankelijk.
De benadeelde partijen vorderen daarboven vergoeding van door hen gemaakte reiskosten. De rechtbank merkt de door alle benadeelde partijen gevorderde reiskosten aan als proceskosten. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partijen deze kosten hebben gemaakt en dat deze kosten een rechtstreeks gevolg zijn van het onder 1. primair bewezen verklaarde. Dit deel van de vorderingen, waarvan de hoogte niet door en namens verdachte is betwist, zal daarom worden
toegewezen.
De benadeelde partij [naam 14] heeft daarnaast nog schade gevorderd die betrekking heeft op extra onvoorziene arbeidskosten. Hoewel voldoende aannemelijk is dat hij schade heeft geleden die het rechtstreeks gevolg is van het onder 1. primair bewezen verklaarde, beschikt de rechtbank over onvoldoende informatie om de hoogte daarvan goed te kunnen beoordelen. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. De rechtbank zal dit deel van de vordering daarom niet ontvankelijk verklaren. Dit gedeelte kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5, 6, 175, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 2. primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1. primair en 2. subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1. primair tot:

een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden.

een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen-bromfietsen daaronder begrepen- voor de tijd van twee jaren.
Veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 2. subsidiair tot:

een taakstraf voor de duur van 60 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 30 dagen zal worden toegepast.
Ten aanzien van feit 1. Primair:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [naam 11] te betalen:
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op 80,72.
Verklaart de vordering van [naam 11] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [naam 12] te betalen:
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op 68,76.
Verklaart de vordering van [naam 12] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [naam 13] te betalen:
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op 107,76.
Verklaart de vordering van [naam 13] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [naam 14] te betalen:
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op 20,16.
Verklaart de vordering van [naam 14] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M.L. Wolters, voorzitter, mr. S.T. Kooistra en mr. E.P. van Sloten, rechters, bijgestaan door mr. L.T.A. Fokkema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 08 december 2023.
Mr. E.P. van Sloten is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.