0.1min: De fles wordt rechtop neergezet op de stoep waar de vloeistof net op gegoten is. Persoon met de witte sneakers en ogenschijnlijk de filmer doet een stap naar achteren.
00:12 min: Er is een ontsteking van een vlam te zien en hierbij een geluid klinkend als het ontsteken van een lont. Er is enkele seconden alleen kleurverschil op de beelden te zien, wel geluiden wat klinkt als een rennend persoon.
00:32 min: Vervolgens zie je bij de voordeur een ontploffing tevens hoor je een harde knal.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van forensisch onderzoek woning ( [adres] Drachten) d.d. 9 maart 2023, opgenomen op pagina 471 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Omschrijving onderzoekslocatie
Het betreft een voortuin van een rijtjeswoning
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank is -met de raadsman- van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat sprake is geweest van een brandstichting nu uit het dossier onvoldoende blijkt dat er brand is geweest. Daarbij merkt de rechtbank nog op dat er ook geen brandschade is aangetroffen. De rechtbank zal verdachte dan ook van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
Anders is dit voor wat betreft de ten laste gelegde ontploffing. Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen worden vastgesteld dat wel sprake is geweest van een ontploffing. De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is of de betrokkenheid van verdachte bij de ontploffing voldoende is geweest om hem als medepleger te kunnen aanmerken.
De rechtbank stelt daarbij voorop dat medeplegen van een strafbaar feit kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Ook indien het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde het volgende af.
Nadat verdachte de opdracht van [naam] kreeg om een ontploffing teweeg te brengen bij een woning in ruil voor geld, heeft hij naar iemand gezocht die dit zou willen doen. Dit werd [medeverdachte 1] . In ruil voor het uitvoeren zou [medeverdachte 1] geld van verdachte krijgen. Verdachte en [medeverdachte 1] hebben vervolgens voorafgaand aan de ontploffing contact gehouden via WhatsApp waarbij het een en ander is besproken en afgestemd en waarbij verdachte de instructies van [naam] weer heeft doorgegeven aan [medeverdachte 1] . Allen hadden daarbij een gemeenschappelijk doel, namelijk het veroorzaken van een ontploffing bij de woning aan [adres] in Drachten. [naam] was de opdrachtgever, verdachte fungeerde als tussenpersoon en heeft de uitvoerder gezocht, [medeverdachte 1] was degene die de ontploffing teweeg heeft gebracht en [medeverdachte 2] was de chauffeur van [medeverdachte 3] naar de desbetreffende woning en weer terug naar huis. Verdachte is vanwege zijn positie en met zijn handelingen telkens een onmisbare schakel geweest in het ten laste gelegde waardoor de ontploffing uiteindelijk heeft plaatsgevonden.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte is komen vast te staan. Hoewel geen sprake is van een gezamenlijke uitvoering, is de bijdrage van verdachte aan het ten laste gelegde naar het oordeel van rechtbank van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen. Daarmee acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen bewezen.
De vraag die vervolgens nog moet worden beantwoord is of met de ontploffing gemeen gevaar voor goederen te duchten was voor de woning aan [adres] en de in die woning aanwezige goederen, als ook de naast die woning gelegen woningen en de in die woningen aanwezige goederen. Naar vaste jurisprudentie moet worden vastgesteld dat het gevolg, in deze zaak gemeen gevaar voor goederen, naar algemene ervaringsregels was te voorzien. Niet van belang is dat verdachte zelf dat gevaar wellicht niet heeft voorzien ((vgl. HR 17 februari 2009, ECLI:NL:HR:2009: BG1653, NJ 2009/120).
De rechtbank acht bij de beoordeling daarvan de navolgende omstandigheden van belang.
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat de ontploffing heeft plaatsgevonden door zwaar illegaal vuurwerk af te steken op de grond waar terpentine was gesprenkeld. Bij de ontploffing is een steekvlam ontstaan. De locatie van de ontploffing betrof de voortuin van de woning voor de voordeur. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat het naar algemene ervaringsregels voorzienbaar is geweest dat er gemeen gevaar voor goederen te duchten is geweest voor de woning aan [adres] en de in die woning aanwezige goederen als ook de naast die woning gelegen woningen met de in die woning aanwezige goederen. Vanwege het feit dat de ontploffing op zeer korte afstand van de gevel van de woning plaatsvond, is er een drukgolf ontstaan waardoor de ruiten van de woning stuk hadden kunnen gaan. Door de steekvlam had er brand kunnen ontstaan in de desbetreffende woning en had deze ook kunnen overslaan naar de naastgelegen woningen.
Op grond van het voorgaande verwerpt de rechtbank de verweren van de raadsman en acht zij feit 1 primair wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 2 primair
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 19 september 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
In eerste instantie ging het om één woning waar het moest gaan plaatsvinden. Alleen het was bij die woning niet gegaan zoals [naam] het voor ogen had gehad. Ik had geen betaling gekregen en [medeverdachte 1] ook niet. [naam] merkte op dat als ik geld wilde zien, het wel goed moest gebeuren dit keer. Ik overtuigde [medeverdachte 1] ervan dat hij een tweede keer moest gaan. Ik kreeg een tweede adres. Ik hield de controle en stelde vragen aan [medeverdachte 1] waar hij was en hoe laat hij er zou zijn zodat ik dat ook weer kon terugkoppelen naar [naam] . De meeste vragen kwamen van [naam] . Ik zou [medeverdachte 1] een deel van het geld geven dat ik zou krijgen. Er moest nu benzine worden gebruikt ja. Na de ontploffing kreeg ik het filmpje van [medeverdachte 1] . Ik heb het doorgestuurd naar [naam] . Ik zag dat het tweede filmpje een stuk heftiger was dan de eerste keer. Ik schrok wel een beetje van de impact.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 7 maart 2023, opgenomen op pagina 49 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2023118459 d.d. 9 mei 2023, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 1] :
Ik heb de eerste keer geen geld gekregen want de knal was niet hard genoeg.
Ik moest terug gaan om het nog een keer te doen. Ik had tegen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] gezegd benzine, vuurwerk afsteken voor het huis en dan geld ontvangen. [medeverdachte 2] wist van alles. In de auto hebben we besproken wie het zou afsteken en wie er ging filmen en waar we het neer zouden leggen. Wij hebben voor dat we naar Drachten waren gegaan, benzine gehaald. Dat hebben we in een jerrycan gedaan en daarna in de flesjes. De opdrachtgever had gezegd dat het er goed en groot uit moest zien. Het moest eruit zien als of het iets ergs is ofzo. Het moest voor de woning neer worden gezet. De opdrachtgever zei dat we benzine mee moesten nemen. Hij zei neem 4 liter benzine mee. De flesjes moesten we vullen met benzine en dan moesten we afsteken. We moesten de cobratraten (de rechtbank begrijpt dat hiermee wordt bedoeld: nitraten) afsteken en dan was het 1 keer een ontploffing. We zouden het gewoon door drieën delen. Iedereen zou evenveel krijgen. De cobratraten moesten geplakt worden aan de flesjes.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 maart 2023, opgenomen op pagina 276 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Tijdens het onderzoek van de data uit de telefoon Nokia X20 blijkt het volgende:
Eigendom telefoon:
Microsoft Teams account: [medeverdachte 1]
Login account: [account]
Whatsapp: participants: owner en Job
Outgoing = door eigenaar Nokia X20 verstuurd
Incoming = door houder (Job) verzonden
Op 4 maart 2023:
Incoming: bro diegene die jon heeft gegeven s niet tevreden
Incoming: deur enz niet fikken
Incoming: jij doet wasbenzine we willen ebzine
Outgoing: Bro
Outgoing: Je weet is 40min rijden voor mij
Incoming: ja bro ga naar tankstation haal benzine ik betaal extra
Incoming: kijk we willen t zo
Incoming: benzine laat t goed fikken
Outgoing: Bro
Outgoing: Ik doe morgen
Incoming: timer f overleggen
Incoming: kan je aub niet nu terug gaan au
Incoming: aub
Incoming: k betaal je extra
Outgoing: Kan niet
Outgoing: Dus Pay helft morgen ik blaas die deur zelfs voor je op
Outgoing: Dus overleg maar hoeveel hij nu wil betalen voor deze
Outgoing: Dan keer ik morgen terug voor de tweede keer
Outgoing: Dan aanbetaling ik geef dezelfde knal
Incoming: morgen regelen we alles goed goed
5 maart 2023:
Incoming: morgen ander adres, dezelfde job
Outgoing: Adres en wat moet gedaan worden
Incoming: gewoon net zoals doe video die k stuurde
Incoming: goeie ontploffing
Outgoing: Isc
Incoming: benzine
Incoming: kan je cobratje regelen
Incoming: kennje iemand die verkoopt?
Incoming: anders gaat die benzine nier goed ploffen
Incoming: [adres]
Incoming: rond hoelaat ben je daar
Incoming: en weer zelfde verhaal bro, filmen met flits huis nr filmen en blijven filmen tot ontploffing geweest is oke?
Outgoing: Komt goed
Incoming: heb je een cobra 6?
Outgoing: Jaman
Outgoing: Ik ga nu langs benzine station voor benzine
Outgoing: Daarna fixen wie die vuurwerk aan die benzine gaan we die kant op
Outgoing: We doen nu nu nu
Outgoing: Perfect zoals jij vroeg
Op basis van de hiervoor genoemde gegevens stel ik vast, dat de onderzochte Nokia X20 in gebruik is geweest bij de verdachte [medeverdachte 1] .
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 maart 2023, opgenomen op pagina 378 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2023118459 d.d. 9 mei 2023, inhoudend als relaas van verbalisant M. Schukking:
Betreft beschrijving beelden [adres] 5 maart 2023.
Op de beelden zijn twee personen te zien. Als ze voor de woning staan legt persoon 2 het rode voorwerp voor de voordeur. Hij steekt het voorwerp aan. Direct daarna draaien beide personen zich om en rennen bij de woning weg. Beide personen gaan op een afstandje staan en filmen het voorwerp wat zojuist is aangestoken. Enkele seconden daarna is te zien dat het betreffende voorwerp ontploft. Er is een enorme knal te horen en tevens is er een enorme vuurbal te zien.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict ( [adres] Drachten) d.d. 27 maart 2023, opgenomen op pagina 397 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] :
Omschrijving onderzoekslocatie
De woning is een tussenwoning en heeft aan de voorzijde een tuintje wat grenst aan het trottoir.
Conclusie
Gelet op het feit dat er in de nabijheid van de woning restanten van vuurwerk werden aangetroffen en een knal werd gehoord kan het zijn dat er vuurwerk is afgestoken waardoor iets is gaan branden.
De brand had zich beperkt tot een stuk grond (gras) in de voortuin en bestrating van de openbare weg. Hier was brandschade. Hierdoor was gemeen gevaar voor goederen te duchten geweest.
Bewijsoverweging
Met verwijzing naar hetgeen de rechtbank ten aanzien van feit 1 primair voor wat betreft het medeplegen heeft overwogen en dat ook voor feit 2 primair geldt, verwerpt de rechtbank het verweer van de raadsman en acht op grond van de voornoemde bewijsmiddelen feit 2 primair eveneens wettig en overtuigend bewezen.