ECLI:NL:RBNNE:2023:5633

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
27 februari 2025
Zaaknummer
18.066064.23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan ontploffingen door zelfgemaakte vuurwerkbommen

In deze zaak is de verdachte op 4 maart 2023 medeplichtig geweest aan een ontploffing veroorzaakt door een zelfgemaakte vuurwerkbom bij een woning. Op 5 maart 2023 heeft hij samen met anderen een tweede ontploffing teweeggebracht met een soortgelijke vuurwerkbom. Beide incidenten hebben geleid tot gemeen gevaar voor goederen en hebben brandschade veroorzaakt. De verdachte is veroordeeld tot een werkstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, met bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzet had op zijn medeplichtigheid en dat hij een belangrijke rol speelde in de uitvoering van de misdrijven. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit, maar het subsidiair ten laste gelegde feit is bewezen verklaard. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jonge leeftijd en het feit dat hij niet eerder in aanraking is gekomen met justitie. De rechtbank heeft besloten om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf, om de verdachte de kans te geven zijn leven weer op de rails te krijgen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18.066064.23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 3 oktober 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboorte datum] 2004 te [geboorte plaats] ,
wonende te [adres] ,
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 19 september 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H.C.L. Crozier, advocaat te Sneek.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. B. Rademacher.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 4 maart 2023 te Drachten, gemeente Smallingerland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk brand heeft gesticht en/of een ontploffing teweeg heeft gebracht door nabij/voor de voordeur van de woning gelegen aan [adres] , terpentine, althans (een) brandbare/brandversnellende stof(fen) te gieten/sprenkelen en/of (vervolgens) een stuk (zwaar) vuurwerk, te weten een Cobra(traat), met open vuur in aanraking te brengen en/of aan te steken en/of tot ontbranding te brengen en/of (vervolgens) in de door hem gegoten terpentine, althans (een) brandbare/brandversnellende stof(fen) nabij/voor de voordeur van die woning aan [adres] te deponeren/gooien waardoor deze (aldaar) tot ontploffing kwam en/of ten gevolge waarvan de voordeur van en/of de stoep voor die woning geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten die woning aan [adres] en/of in die woning
aanwezige goederen en/of de naast [adres] gelegen woningen en/of in die woning(en)
aanwezige goederen, te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of tot op heden onbekend gebleven mededader(s) op of omstreeks 4 maart 2023 te Drachten, gemeente Smallingerland, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
brand heeft/hebben gesticht en/of een ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht door nabij/voor de voordeur van de woning gelegen aan [adres] , terpentine, althans (een)
brandbare/brandversnellende stof(fen) te gieten/sprenkelen en/of (vervolgens) een stuk (zwaar) vuurwerk, te weten een Cobra(traat), met open vuur in aanraking te brengen en/of aan te steken en/of tot ontbranding te brengen en/of (vervolgens) in de door hem gegoten terpentine, althans (een) brandbare/brandversnellende stof(fen) nabij/voor de voordeur van die woning aan [adres] te deponeren/gooien waardoor deze (aldaar) tot ontploffing kwam en/of ten gevolge waarvan de voordeur van en/of de stoep voor die woning geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten die woning aan [adres] en/of in die woning aanwezige goederen en/of de naast [adres] gelegen woningen en/of in die woningen
aanwezige goederen, te duchten was, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 4 maart 2023, te Hoogezand en/of Drachten, althans in het arrondissement Noord-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door
- een auto (ten behoeve van de brandstichting) ter beschikking te stellen en/of
- de mededader(s) in een door hem, verdachte, bestuurde auto naar of in de nabijheid van die
woning gelegen aan [adres] te Drachten te brengen en/of
- aldaar in de auto te wachten terwijl die mededader(s) opzettelijk brand sticht(en) en/of
- ( vervolgens) de mededader(s) in de door verdachte bestuurde auto van de plaats des misdrijfs naar elders te vervoeren;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 4 maart 2023 te Drachten, gemeente Smallingerland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om
opzettelijk brand te stichten en/of een ontploffing teweeg te brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten
- de woning aan [adres] en/of in die woning aanwezige goederen en/of de naast [adres] gelegen woningen en/of in die woningen aanwezige goederen, te duchten was,
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededaders, nabij/voor de voordeur van de
woning gelegen aan [adres] , terpentine, althans (een) brandbare/brandversnellende stof(fen) gegoten/gesprenkeld en/of (vervolgens) een stuk (zwaar) vuurwerk, te weten een Cobra(traat), met open vuur in aanraking gebracht en/of aangestoken en/of tot ontbranding gebracht en/of (vervolgens) in de door hem gegoten terpentine, althans (een) brandbare/brandversnellende stof(fen) nabij/voor de voordeur van die woning aan [adres] gedeponeerd/gegooid waardoor deze (aldaar) tot ontploffing is gekomen en/of ten gevolge waarvan de voordeur van en/of de stoep voor die woning geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of tot op heden onbekend gebleven mededader(s) op of omstreeks 4 maart 2023 te Drachten, gemeente Smallingerland, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk brand te stichten en/of een ontploffing teweeg te brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten
- de woning aan [adres] en/of in die woning aanwezige goederen en/of de naast [adres] gelegen woningen en/of in die woning(en) aanwezige goederen, te duchten was,
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededaders, nabij/voor de voordeur van de
woning gelegen aan [adres] , terpentine, althans (een) brandbare/brandversnellende stof(fen) gegoten/gesprenkeld en/of (vervolgens) een stuk (zwaar) vuurwerk, te weten een Cobra(traat), met open vuur in aanraking gebracht en/of aangestoken en/of tot ontbranding gebracht en/of (vervolgens) in de door hem gegoten terpentine, althans (een) brandbare/brandversnellende stof(fen) nabij/voor de voordeur van die woning aan [adres] gedeponeerd/gegooid waardoor deze (aldaar) tot ontploffing is gekomen en/of ten gevolge waarvan de voordeur van en/of de stoep voor die woning geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 4 maart 2023, te Hoogezand en/of Drachten, althans in het arrondissement Noord-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door
- een auto (ten behoeve van de brandstichting) ter beschikking te stellen en/of
- de mededader(s) in een door hem, verdachte, bestuurde auto naar of in de nabijheid van die
woning gelegen aan [adres] te Drachten te brengen en/of
- aldaar in de auto te wachten terwijl die mededader(s) opzettelijk brand sticht(en) en/of
- ( vervolgens) de mededader(s) in de door verdachte bestuurde auto van de plaats des misdrijfs naar elders te vervoeren;
2.
hij op of omstreeks 5 maart 2023 te Drachten, gemeente Smallingerland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk brand heeft gesticht en/of (een) ontploffing(en) teweeg heeft gebracht door (een) nitra(a)t(en), althans (zwaar) vuurwerk, met daaraan bevestigt/getapet een of meerdere flesje(s) gevuld met benzine, althans gevuld met (een) brandbare/brandversnellende stof(fen), met open vuur in aanraking te brengen en/of aan te steken en/of tot ontbranding te brengen en/of (vervolgens) nabij/richting de woning gelegen aan [adres] en/of in de voortuin van die woning te gooien/deponeren waardoor deze (aldaar) tot ontploffing kwam en/of ten gevolge waarvan de voortuin van en/of de stoep voor die woning geheel of gedeeltelijk is verbrand, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten die woning gelegen aan [adres] en/of in die
woning aanwezige goederen en/of de stoep voor en/of de voortuin van die woning, en/of de
woning(en) gelegen naast [adres] en/of in die woning(en) aanwezige goederen, te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of tot op heden onbekend gebleven mededader(s) op of omstreeks 5 maart 2023 te Drachten, gemeente Smallingerland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk brand heeft/hebben gesticht en/of een ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht door (een) nitra(a)t(en), althans (zwaar) vuurwerk, met daaraan bevestigt/getapet een of meerdere flesje(s) gevuld met benzine, althans gevuld met (een) brandbare/brandversnellende stof(fen), met open vuur in aanraking te brengen en/of aan te steken en/of tot ontbranding te brengen en/of (vervolgens) nabij/richting de woning gelegen aan [adres] en/of in de voortuin van die woning te gooien/deponeren waardoor deze (aldaar) tot ontploffing kwam en/of ten gevolge waarvan de voortuin van en/of de stoep voor die woning geheel of gedeeltelijk is verbrand, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten die woning gelegen aan [adres] en/of in die
woning aanwezige goederen en/of de stoep voor en/of de voortuin van die woning, en/of de
woningen gelegen naast [adres] en/of in die woningen aanwezige goederen, te duchten was, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 5 maart 2023, te Hoogezand en/of Drachten, althans in het arrondissement Noord-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door
- een auto (ten behoeve van de brandstichting) ter beschikking te stellen en/of
- de mededader(s) in een door hem, verdachte, bestuurde auto naar of in de nabijheid van die
woning gelegen aan [adres] te Drachten te brengen en/of
- aldaar in de auto te wachten terwijl die mededader(s) opzettelijk brand sticht(en) en/of
- ( vervolgens) de mededader(s) in de door verdachte bestuurde auto van de plaats des misdrijfs naar elders te vervoeren;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 maart 2023 te Drachten, gemeente Smallingerland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om
opzettelijk brand te stichten en/of (een) ontploffing(en) teweeg te brengen,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten
- de woning aan [adres] en/of in die woning aanwezige goederen en/of de naast [adres] gelegen woningen en/of in die woningen aanwezige goederen, te duchten was,
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededaders, (een) nitra(a)t(en), althans (zwaar) vuurwerk, met daaraan bevestigt/getapet een of meerdere flesje(s) gevuld met benzine, althans gevuld met (een) brandbare/brandversnellende stof(fen), met open vuur in aanraking gebracht en/of aangestoken en/of tot ontbranding gebracht en/of (vervolgens) nabij/richting de woning gelegen aan [adres] en/of in de voortuin van die woning gegooid/gedeponeerd waardoor deze (aldaar) tot ontploffing is gekomen en/of ten gevolge waarvan de voortuin van en/of de stoep voor die woning geheel of gedeeltelijk is verbrand, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of tot op heden onbekend gebleven mededader(s) op of omstreeks 5 maart 2023 te Drachten, gemeente Smallingerland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om
opzettelijk brand te stichten en/of een ontploffing teweeg te brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten
- de woning aan [adres] en/of in die woning aanwezige goederen en/of de naast [adres] gelegen woningen en/of in die woningen aanwezige goederen, te duchten was,
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededaders, (een) nitra(a)t(en), althans (zwaar) vuurwerk, met daaraan bevestigt/getapet een of meerdere flesje(s) gevuld met benzine, althans gevuld met (een) brandbare/brandversnellende stof(fen), met open vuur in aanraking gebracht en/of aangestoken en/of tot ontbranding gebracht en/of (vervolgens) nabij/richting de woning gelegen aan [adres] en/of in de voortuin van die
woning gegooid/gedeponeerd waardoor deze (aldaar) tot ontploffing is gekomen en/of ten
gevolge waarvan de voortuin van en/of de stoep voor die woning geheel of gedeeltelijk is verbrand, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 5 maart 2023, te Hoogezand
en/of Drachten, althans in het arrondissement Noord-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door
- een auto (ten behoeve van de brandstichting) ter beschikking te stellen en/of
- de mededader(s) in een door hem, verdachte, bestuurde auto naar of in de nabijheid van die
woning gelegen aan [adres] te Drachten te brengen en/of
- aldaar in de auto te wachten terwijl die mededader(s) opzettelijk brand sticht(en) en/of
- ( vervolgens) de mededader(s) in de door verdachte bestuurde auto van de plaats des misdrijfs naar elders te vervoeren.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor het onder feit 1 primair en feit 2 primair ten laste gelegde en heeft veroordeling gevorderd voor het onder feit 1 subsidiair en feit 2 subsidiair ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het handelen van verdachte telkens aangemerkt kan worden als een bijdrage van voldoende materieel gewicht. Verdachte heeft op beide dagen de auto bestuurd en wist dat er vuurwerk bij de woningen afgestoken zou gaan worden. Gelet op hetgeen verder ter terechtzitting is besproken gaat de officier van justitie ervan uit dat verdachte behulpzaam is geweest bij de ontploffingen en dat er in beide gevallen sprake is geweest van medeplichtigheid.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van feit 1. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte zich er niet van bewust is geweest dat er een ontploffing teweeg gebracht zou gaan worden. Hij heeft daarom geen opzet, noch in voorwaardelijke zin, gehad op het veroorzaken van de ontploffing of op de medeplichtigheid daaraan. Verdachte is zich ook niet bewust geweest van het feit dat er terpentine werd gehaald voorafgaand aan de ontploffing, aangezien er ook andere dingen werden gekocht bij de Albert Heijn.
Ten aanzien van feit 2 primair stelt de raadsman zich op het standpunt dat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat er sprake is van medeplichtigheid aan het teweeg brengen van de ontploffing, aangezien verdachte de bestuurder is geweest van de auto en wetenschap had van het plan dat er vuurwerk bij een huis zou worden afgestoken.
Oordeel van de rechtbank
Feit 1 primair
De rechtbank is -met de officier van justitie en de raadsman- van oordeel dat feit 1 primair niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Feit 1 subsidiair
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 19 september 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik moest ze (de rechtbank begrijpt dat hiermee onder meer wordt bedoeld: medeverdachte [medeverdachte 2] ) op 4 maart 2023 brengen naar Drachten. Ik wist dat er vuurwerk zou worden afgestoken bij een woning. Dat was ook de reden om mij mee te vragen. Ik parkeerde de auto een stukje verder van de woning om de hoek.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 9 maart 2023, opgenomen op pagina 448 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2023057195 d.d. 9 mei 2023, inhoudend als verklaring van [getuige] :
Ik ben eigenaresse van de goederen in de woning van perceel [adres] te Drachten.
3. Een proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict ( [adres] Drachten), met bijlagen, d.d. 9 maart 2023, opgenomen op pagina 471 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] .
Omschrijving onderzoekslocatie
Het betreft een voortuin van een rijtjeswoning.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 mei 2023, opgenomen op pagina 465 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op dit filmpje is een brandstichting-ontploffing te zien op het adres [adres] te Drachten. Deze ontploffing heeft op 4 maart 2023 omstreeks 22.22 uur plaatsgevonden. Van de beelden heb ik printscreens gemaakt, onder de printscreens staat beschreven wat er op de beelden is te zien.
00:05 min: De stoep voor de omschreven voordeur wordt gefilmd en de eerder omschreven witte sneakers zijn te zien. Ogenschijnlijk wordt er door de filmer doorzichtige vloeistof over de stoep leeg gegoten en verspreid. De fles waar de vloeistof uitkomt, is doorzichtig en voorzien van een zwart met paars/roze etiket.
0.1
min: De fles wordt rechtop neergezet op de stoep waar de vloeistof net op gegoten is. Persoon met de witte sneakers en ogenschijnlijk de filmer doet een stap naar achteren.
00:12 min: Er is een ontsteking van een vlam te zien en hierbij een geluid klinkend als het ontsteken van een lont. Er is enkele seconden alleen kleurverschil op de beelden te zien, wel geluiden wat klinkt als een rennend persoon.
00:32 min: Vervolgens zie je bij de voordeur een ontploffing tevens hoor je een harde knal.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte 2] d.d. 7 maart 2023, opgenomen op pagina 49 e.v. van voornoemd dossier:
Ik was gisteren met [verdachte] in Drachten. We zijn zaterdag wel bij een woning geweest, een specifieke woning. Vuurwerk afgestoken zonder benzine. Het was terpentine. 200 milliliter ofzo. Dat was er aanwezig. Ik heb het dicht bij een huis gegooid, daarna de cobra (de rechtbank begrijpt dat hiermee wordt bedoeld: een nitraat) bij het huis gegooid en het plofte gelijk. We reden er eerst langs. Ik stapte uit, deed een beetje terpentine en steek een cobratraat af, ik loop weg met de terpentine, stap in en rijden weg. Er is gesproken over terpentine, dat heb ik toen gehaald bij de Albert Heijn. Ik haalde dit. [verdachte] was hier wel bij. Ik had geen auto en ik had vervoer nodig. Ik heb [verdachte] gebeld en gevraagd. Het is 35 minuten rijden vanaf Hoogezand
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte 1] d.d. 17 maart 2023, opgenomen op pagina 252 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2023118459 d.d. 9 mei 2023:
Ik heb contact gehad met de veroorzaker van de branden op 4/5 maart. Ik zat eigenlijk tussen de brandstichters en de opdrachtgever in. Ik stuurde de vragen en opdrachten door.
In principe heb ik alles doorgegeven wat ik heb gehoord van de opdrachtgever. Van de opdrachtgever moest hij een video maken van de explosie. Die video heb ik gekregen en weer doorgestuurd aan de opdrachtgever. Hij moest vuurwerk met benzine voor de deur zetten. Hij moest dan het huisnummer en explosie filmen.
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten van de raadsman overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank stelt voorop dat voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op zijn handelingen als medeplichtige als bedoeld in art. 48, aanhef en onder 1° of 2º Sr, maar ook dat zijn opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op het door de dader gepleegde misdrijf (het gronddelict). Bij de bewezenverklaring en kwalificatie van de medeplichtigheid moet worden uitgegaan van de door de dader verrichte handelingen, ook indien het opzet van de medeplichtige slechts was gericht op een deel daarvan. Het gaat bij de 'handelingen' van de dader in het bijzonder om het desbetreffende gronddelict, met inbegrip van de bestanddelen daarvan. Het opzet van de medeplichtige behoeft niet te zijn gericht op de precieze wijze waarop het gronddelict wordt begaan.
Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte is op 4 maart 2023 gebeld door medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) met de vraag of verdachte hem naar Drachten kon brengen, zodat hij daar vuurwerk kon afsteken voor een woning. Verdachte heeft hiermee ingestemd en is vervolgens met hem vanuit Hoogezand richting Drachten gereden. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij onderweg terpentine heeft gehaald bij de Albert Heijn en dat verdachte hierbij aanwezig was. De verdachte ontkent dit, maar mede gelet op de hiervoor genoemde verklaring van [medeverdachte 2] en het feit dat ze al onderweg waren naar Drachten toen er werd gestopt bij de Albert Heijn, acht de rechtbank het onwaarschijnlijk dat verdachte dit niet heeft gezien of heeft opgemerkt. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte wetenschap heeft gehad van het meebrengen van de fles terpentine naar de woning en acht het onwaarschijnlijk dat verdachte een dusdanig lang stuk heeft gereden in de auto, met enkel de veronderstelling dat de medeverdachte alléén vuurwerk zou gaan afsteken bij een woning. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte heeft moeten vermoeden dat er middels het vuurwerk en de terpentine een ontploffing door de medeverdachte teweeg gebracht zou gaan worden. Verdachte heeft in ieder geval op zijn minst willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat dit gevolg zou intreden. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman en is op grond van het voorgaande van oordeel dat de verdachte zowel opzet heeft gehad op het behulpzaam zijn en het verschaffen van gelegenheid als voorwaardelijk opzet op het teweegbrengen van de ontploffing. Zij acht het onder 1 subsidiair ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2 primair
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 19 september 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik moest ze (de rechtbank begrijpt dat hiermee wordt bedoeld: onder meer medeverdachte [medeverdachte 2] ) op 4 maart 2023 brengen naar Drachten. Ik wist dat er vuurwerk zou worden afgestoken bij een woning. Dat was ook de reden om mij mee te vragen.
Ik parkeerde de auto een stukje verder van de woning om de hoek. Ik werd een dag later opnieuw gevraagd om mee te gaan. Ik zat in de auto toen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] het gingen doen. Ik zag en hoorde de knal. Ik heb ze zien uitstappen met de maskers. Ik was ook bij het kopen van de benzine.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 7 maart 2023, opgenomen op pagina 101 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2023057839 d.d. 9 mei 2023, inhoudend als verklaring van verdachte:
Ik wist wel waarvoor we naar Drachten gingen. Ik wist dat we een geldbedrag zouden krijgen en dat we dat geldbedrag door drieën zouden delen. Ik ben gevraagd om daarnaartoe te rijden. Na de knal kwamen ze terug naar de auto.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 maart 2023, opgenomen op pagina 368 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige] :
Zondag 5 maart 2023 werd er zwaar vuurwerk tot ontploffing gebracht in de voortuin van mijn woning aan de [adres] te Drachten.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 maart 2023, opgenomen op pagina 378 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Betreft beschrijving beelden [adres] 5 maart 2023.
Op de beelden zijn twee personen te zien. Als ze voor de woning staan legt persoon 2 het rode voorwerp voor de voordeur. Hij steekt het voorwerp aan. Direct daarna draaien beide personen zich om en rennen bij de woning weg. Beide personen gaan op een afstandje staan en filmen het voorwerp wat zojuist is aangestoken. Enkele seconden daarna is te zien dat het betreffende voorwerp ontploft. Er is een enorme knal te horen en tevens is er een enorme vuurbal te zien.
5. Een proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict ( [adres] Drachten), met bijlagen, d.d. 27 maart 2023, opgenomen op pagina 397 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] :
Omschrijving onderzoekslocatie
De woning is een tussenwoning en heeft aan de voorzijde een tuintje wat grenst aan het trottoir.
Conclusie
Gelet op het feit dat er in de nabijheid van de woning restanten van vuurwerk werden aangetroffen en een knal werd gehoord kan het zijn dat er vuurwerk is afgestoken waardoor iets is gaan branden.
De brand had zich beperkt tot een stuk grond (gras) in de voortuin en bestrating van de openbare weg. Hier was brandschade. Hierdoor was gemeen gevaar voor goederen te duchten geweest.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte 2] d.d. 7 maart 2023, opgenomen op pagina 49 e.v. van voornoemd dossier:
Ik wil er nog op terugkomen, er is wel benzine gebruikt. Er zijn 2 spa flesjes gebruikt, die hebben we vastgemaakt aan de cobratraten (de rechtbank begrijpt dat hiermee wordt bedoeld: nitraten). Het bericht was: wie snel geld wil verdienen omgeving Groningen, bericht mij. En dat heb ik toen gedaan. Daarna kwam de opdracht ga naar dit huis en steek vuurwerk af met benzine. Wij kregen daar een bedrag voor. Ik heb tegen [verdachte] en Sharif gezegd: Benzine, vuurwerk afsteken voor het huis en dan geld ontvangen. Zij vonden het goed. Als zij het niet goed vonden had ik ze ook niet meegenomen. Ze wisten op zaterdag al wel van het plan. [verdachte] wist alles. Er is gesproken over wie er ging filmen en waar we het neer zouden leggen, wie het zou afsteken. De benzine is bij een tankstation gehaald voordat we naar Drachten waren gegaan. De benzine is in de jerrycan gegaan en daarna in de flesjes. Hij had gezegd dat we het moesten vullen met benzine en dat moesten we dan afsteken. We moesten de cobratraten (de rechtbank begrijpt dat hiermee wordt bedoeld: nitraten) afsteken en dan was het 1 keer een ontploffing. We zouden het gewoon door drieën delen. Iedereen zou evenveel krijgen.
Bewijsoverweging
De raadsman en de officier van justitie hebben betoogd dat er geen sprake is van medeplegen van verdachte bij de ontploffing aan de Stelpswyk.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Ook indien het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank over de betrokkenheid van verdachte het volgende af. Verdachte heeft zijn betrokkenheid bij het feit bekend. Hij is samen met de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ) naar Drachten gereden met het vooropgezette plan om vuurwerk af te steken bij de voordeur van een woning. Met die wetenschap is hij samen met hen eerst naar een tankstation gereden om benzine te kopen. De medeverdachten hebben de benzine in flesjes gegoten en vastgeplakt aan de nitraten. Alhoewel verdachte zelf niet uit de auto is geweest, heeft hij een belangrijk aandeel gehad in de totstandkoming van de ontploffing. Hij is met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] met het vuurwerk en de benzine naar de plaats delict gereden, heeft daar staan wachten toen de opdracht werd uitgevoerd en is vervolgens met hen snel weggereden. Daarnaast is de verdachte op 4 maart 2023, één dag eerder, ook betrokken geweest bij een soortgelijke brandstichting en ontploffing in Drachten, waar hij wederom opereerde als chauffeur voor de medeverdachten. Met deze wetenschap constateert de rechtbank dan ook dat het voor verdachte duidelijk moet zijn geweest wat er op 5 maart 2023 zou gaan gebeuren.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten is komen vast te staan. Verdachte is een belangrijke schakel geweest op 5 maart 2023, omdat hij de medeverdachten van en naar de plaats delict heeft vervoerd.
Het belang van de rol van verdachte komt extra naar voren gelet op het feit dat verdachte op de terechtzitting heeft verklaard dat hij is meegevraagd omdat hij, in tegenstelling tot [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , een rijbewijs en een auto ter beschikking had. Hij maakte een belangrijk deel uit van het vooropgezette plan en zou daarnaast een deel krijgen van de opbrengst. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman en acht het onder feit 2 primair ten laste gelegde eveneens wettig en overtuigend bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1 subsidiair en feit 2 primair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. subsidiair
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en tot op heden onbekend gebleven mededader(s) op 4 maart 2023 te Drachten, gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een ontploffing teweeg hebben gebracht door nabij de voordeur van de woning gelegen aan [adres] , terpentine te sprenkelen en vervolgens een stuk zwaar vuurwerk, te weten een nitraat aan te steken en vervolgens in de door hem gegoten terpentine nabij de voordeur van die woning aan [adres] te deponeren waardoor deze aldaar tot ontploffing kwam, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten die woning aan [adres] en in die woning aanwezige goederen en de naast [adres] gelegen woningen en in die woningen aanwezige goederen, te duchten was, bij en tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 4 maart 2023, te Hoogezand en Drachten, opzettelijk gelegenheid heeft verschaft en toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door
- een auto ter beschikking te stellen en
- de mededader in een door hem, verdachte, bestuurde auto naar die woning gelegen aan [adres] te Drachten te brengen en
- aldaar in de auto te wachten en
- vervolgens de mededader in de door verdachte bestuurde auto van de plaats des misdrijfs naar elders te vervoeren;
2 primair
hij op 5 maart 2023 te Drachten, gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk brand heeft gesticht en een ontploffing teweeg heeft gebracht door nitraten met daaraan bevestigd meerdere flesjes gevuld met benzine aan te steken en tot ontbranding te brengen en nabij de woning gelegen aan [adres] te deponeren waardoor deze tot ontploffing kwam en ten gevolge waarvan de voortuin van en de stoep voor die woning gedeeltelijk is verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten die woning gelegen aan [adres] en in die woning aanwezige goederen en de woningen gelegen naast [adres] en in die woningen aanwezige goederen, te duchten was.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. subsidiair medeplichtigheid aan het opzettelijk een ontploffing teweegbrengen,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
2 primair medeplegen van het opzettelijk brand stichten en een ontploffing
teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder feit 1 subsidiair en feit 2 subsidiair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van de duur van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank primair verzocht om een straf op te leggen overeenkomstig de duur van het voorarrest, te weten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 17 dagen. Subsidiair heeft de raadsman verzocht om een taakstraf aan verdachte op te leggen voor de duur van 40 uren.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsrapport van 20 juli 2023, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte is op 4 maart 2023 medeplichtig geweest aan een ontploffing die teweeg is gebracht door een zelfgemaakte vuurwerkbom bij een woning af te steken. Op 5 maart 2023 heeft verdachte in samenwerking met anderen een andere ontploffing teweeg gebracht door een zelfgemaakte vuurwerkbom bij een andere woning af te steken. Hierbij is tevens brandschade ontstaan in de nabijheid van de woning. In beide gevallen is gemeen gevaar voor goederen te duchten geweest. Het laten ontploffen van vuurwerk bij een woning is een zeer indringend en intimiderend feit is niet alleen uiterst bedreigend geweest voor de bewoners van de woningen, maar heeft ook bij de omwonenden tot onrust en gevoelens van onveiligheid geleid. Te meer omdat de aanslagen deel uitmaakten van een reeks incidenten die eerder hadden plaatsgevonden bij dezelfde woningen. Verdachte heeft zich in het geheel niet, ook niet na de eerste ontploffing, bekommerd om de bewoners van de woningen en de buurtbewoners. Hij is zelfs de avond erna nog een keer meegegaan naar de volgende ontploffing. Verdachte lijkt zich enkel te hebben laten leiden door zijn drang naar sensatie en het gevoel van saamhorigheid met de medeverdachten. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Naast de ernst van de feiten houdt de rechtbank rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Uit de justitiële documentatie van 1 augustus 2023 blijkt dat verdachte niet eerder in aanraking met justitie is geweest.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsrapport van 20 juli 2023, waaruit blijkt dat er weinig tot geen risicofactoren bij verdachte zijn geconstateerd. Volgens de reclassering zijn de verleiding van het snel veel geld verdienen, de beïnvloedbaarheid en het goede vertrouwen van verdachte van invloed geweest op de totstandkoming van de gepleegde delicten. Omdat de reclassering geen noodzaak ziet voor gedragsbeïnvloeding door middel van reclasseringstoezicht, adviseert zij een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden. Oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal het leven van verdachte zeer ontwrichten omdat hij dan zijn school niet kan afmaken en zijn werk zal verliezen.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een forse werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is. De rechtbank zal geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Verdachte is nog jong en hij lijkt zijn leven op de rit te hebben met een opleiding en werk. De rechtbank wil dit niet doorkruisen. Wel acht de rechtbank het van belang dat verdachte de gesprekken die hij nu voert met een psychiater, blijft voortzetten. Verdachte lijkt hier baat bij te hebben en op deze wijze draagt dat bij aan het laag houden van het recidiverisico. De rechtbank zal aan verdachte een werkstraf opleggen voor de duur van 180 uren en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met aftrek van het voorarrest en met een proeftijd van drie jaren. Aan de voorwaardelijke straf zal de rechtbank bijzondere voorwaarden verbinden, te weten een meldplicht en een ambulante behandeling.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 48, 49, 57, 157 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 1 primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder feit 1 subsidiair en feit 2 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden.

Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich uiterlijk binnen 5 dagen na het onherroepelijk worden van de uitspraak meldt bij Reclassering Nederland op het adres [adres] . De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
2. dat de veroordeelde zich zal laten behandelen door Ambulante Forensische Psychiatrie
Noord (AFPN) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De
veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft
voor de behandeling, ook indien dit een gedragsinterventie inhoudt.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

een taakstraf voor de duur van 180 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 90 dagen zal worden toegepast.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. T.M.L. Wolters en mr. S.T. Kooistra, rechters, bijgestaan door mr. L.T.A. Fokkema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 oktober 2023.
Mr. S.T. Kooistra is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.